Het vijfde
zegel
wordt geopend
Vervolgingen en martelaarschap
Antichristelijke machten
Deze Christenvervolging geldt degenen, die zichvastklemmen
aan de Bijbel als het geinspireerde Woord van
God....Het getuigenis zal geen alledaagse zijn, maar een "bijzondere" dat de
alsdan heersende, verdraaide tijdgeest tot aanstoot zal zijn.
Er is hier sprake van zielen
...
Het is "het bloed, dat
spreekt"
(Gen.4:8-11;Matth.23:35; Hebr.11:4;12:24).
"Het leven van het vlees
is in het bloed" (Lev.17:11); niet in de geest van de mensen!
Er wordt gewproken over het " zieleleven"
Hier
wordt dus gesproken van het "zieleleven" dat op een vreselijke wijze aan
haar eind gekomen is om wille van het Evangelie. Deze zielen hebben hun leven
niet liefgehad, maar in volkomen toewijding hebben zij zichzelf overgegeven en
zodoende zullen zij deel hebben in de opstanding der rechtvaardigen, dit is "de
opstanding ten.
leven", welke zal plaats vinden vlak voor
de wederkomst van de Here (1Thess.4:16; Joh.5:29 en Luk.14: 14).
Het zondige zieleleven zal worden teniet gedaan bij
deze tweede Komst
van onze Here Jezus Christus (Matth.10:28;
2Thess.1:7-10; 2:8; Openb.19:11-21).
In dit verband moeten wij opmerken, dat " de staat van de
bloedgewassen heiligen NA de dood" er één is van "bewuste en constante
tegenwoordigheid en heilige gemeenschap van en met God" (Luk.23:43; Openb.
14:13; 2 Kor.5:8; Fil.1:23).
Vers
10,
"En zij riepen met grote stem, zeggende: Hoe
lang o, heilige en waarachtige Heerser! oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet
van degenen, die op de aarde wonen?"
In uiterste toewijding slaken de zielen deze kreet.
Waarlijk, daar is een leven, dat door de dood
niet kan worden geraakt! Hij is een God niet der doden, maar der levenden!
Hier roept het bloed om wrake, want het is de tijd van het oordeel. In het Oude
Testament was het de gewoonte om het restant van het bloed (na de besprenging)
uit te gieten onder het altaar, zodanig, dat dit geleid werd naar de beek
Kidron.
Hier lezen wij van het bloed, dat het gevonden wordt.,. .. wachtende omder het
altaar.
In die wachtenstijd werd hun aangezegd, dat zij nog " een
kleine tijd moesten wachten, totdat ook hun medebroeders zouden worden gedood",
om daarna eveneens te verschijnen in hun tegenwoordigheid. Hun roepen is een kreet, een hartverscheurende schreeuw
naar de komst van de Rechtvaardige.
Vers 11,
"En aan een iegelijk werden
gegeven lange, witte klederen en hun werd gezegd, dat zij nog een
kleine tijd
rusten zouden,
totdat ook hun mededienstknechten
en
hun broeders
zouden vervuld zijn, die gedood zouden worden, gelijk
als zij".
Tot recht verstaan van de profetieën in het Oude Testament, alsmede van
Openbaring, is het van het grootste belang te verstaan, dat de Bruidsgemeente
van Jezus Christus niet
direct
wordt opgenomen. Zij zal eerst worden weggenomen, of
aangenomen. Velen kunnen niet begrijpen, dat
deze opname
plaats heeft even vóór de Openbaring van Jezus Christus, terwijl aanname en
wegname daaraan
vooraf gaan. De Bruidsgemeente
wordt
dan weggenomen
uit de wereld, en door God "afgezonderd"op een speciale, voor haar toebereide
plaats, genaamd "woestijn"
(Openb.12:6 en 14).
Anders te verstaan dan de Schrift leert, leidt tot verwarring en bijgevolg ook
tot MlSinterpretatie! Daar zal een Goddelijk verband moeten zijn tussen Math.
25:10b
-
Openb. 12:6, 11, 14. 17 en Openb.6:11.
Niet zodra heeft men mogen leren "inzien", dat de Bruidsgemeente
zich nog op aarde bevindt, gedurende de oordelen Gods (onder de opening der
zegelen)
maar dan op die speciaal voor haar bereide plaats, of alle bezwaren vallen weg
en alle oneffenheden wijken voor de waarheid van de openbaring.