DE VIER RUITERS
Schriftgedeelte:
Openbaring 6:1-17
Indeling
1. Eerste zegel, wit paard (vers 1,2)
2. Tweede zegel, rossig paard (vers 3,4)
3. Derde zegel, zwart paard (vers 5,6)
4.Vierde zegel, vaal paard (vers 7,8)
5.Het brandofferaltaar (vers 9-11)
6.Tekenen van Jezus' wederkomst (12-17_)
Het hoofdstuk in het kort
De zegels
De inleiding van het boek de Openbaring wordt gevormd door de hoofdstukken 1 t/m
5. De hoofdstukken 6 en 7 vormen het begin van de eerste grote indeling van het
boek. De 7 zegels uit hoofdstuk 6 zijn gebouwd op het gezicht van de 7
gemeenten. Wij krijgen een begrijpelijk beeld van de kerk door de eeuwen heen;
van de tijd van de eerste komst van Jezus tot aan Zijn wederkomst. Het enige
grote verschil in tijdsperiode van de beide voorstellingen is de 6e zegel.
Die beslaat de periode van 2 gemeenten, de periode van de 6e en de 7e gemeente.
Het is echter ook zo dat in de voorstelling van de 7 gemeenten niets gezegd
wordt over de wederkomst van Jezus. De periode van de 7 gemeenten eindigt met
het toeleven naar die wederkomst. De latere voordrachten gaan verder en laten
beide gebeurtenissen zien, die van Jezus' wederkomst en zijn onvermijdelijke,
vreugdevolle feestviering.
Het eerste zegel
Bij het verbreken van de Ie zegel komt een wit paard ten tonele. De ruiter
draagt een overwinningskroon en een pijl en boogoorlogsmateriaal. Dit stelt de
kerk uit de Ie eeuw voor in haar succesvolle, geestelijke oorlogsvoering.
Het tweede zegel
Bij het verbreken van de tweede zegel van de schriftrol zet een rossig paard de
strijd voor. Zijn ruiter slacht alles af waar hij maar ook komt. Dit stelt de 2e
periode in de tijd voor, die van 100313 , de tijd van de vervolging van de kerk
door het Romeinse rijk. Rood staat voor bloedstorting.
Het derde zegel
Bij het 3e zegel komt een zwart paard te voorschijn. Zijn ruiter draag: een
weegschaal met zich mee. Een van de 4 wezens noemt een prijs van het voedsel dat
word: gewogen. Het is een astronomisch hoog bedrag dat genoemd wordt. Dit geheel
stelt de 3e periode in de tijd voor, die van 313-538. In deze tijd kwam er veel
dwaalleer in de kerk en ontstond er een grote ,geestelijke hongersnood naar het
ware woord van God. Zwart stelt afval voor in contrast met wit., de kleur van
reinheid in het eerste zegel.
Het vierde zegel
Bij het 4e zegel komt een vaal paard op die bereden wordt door de dood en
gevolgd door het dodenrijk. Dit stelt de 4e periode in de geschiedenis voor, van
538-I5I7.Wij zien een beschrijving van de dodelijke toestand van de kerk
gedurende de Duistere Middeleeuwen. Gedurende deze tijd hield de geestelijke
waarheid bijna op te bestaan.
Het vijfde zegel
Geen beschrijving meer van paarden en ruiters. Het 5e zegel tekent het altaar in
de voorhof van het heiligdom , terwijl het bloed van de offerandes wordt
uitgestort aan de voet van het altaar. Dit beeld staat symbool voor de
"geofferde" martelaren. Zij stellen een dringende vraag: "Wanneer zal deze
vernietiging tot een einde komen? Wanneer zullen de rechtvaardigen verheven
worden en de kwaden hun loon verkrijgen.?"
Het zesde zegel
Het 6e zegel omvat 4 gebeurtenissen:
(1) een grote aardbeving
(2)
tekenen in zon
(3) maan
(4) en sterren.
De aardbeving van Lissabon vond plaats in 1755; de verduistering van de zon en
de bloedrode maan was in 1780; de sterren vielen , zoals bedoeld, van de hemel
in I833.Het waren duidelijke aanwijzingen van God van het op handen zijnde
einde. De laatste woorden van het 6e zegel geven een beschrijving van de
goddelozen wanneer zij Christus wederkomst aanschouwen en zich wanhopig zoeken
te verschuilen.
Het gezicht van de zegels wordt dan onderbroken door het hoofdstuk dat handelt
over de "verzegeling", De laatste woorden van hoofdstuk 6 stellen de vraag: "Wie
kan bestaan?" Hoofdstuk 7 laat ons weten wie kunnen bestaan diegenen die voor
Jezus gekozen hebben.
Commentaar
Wat de Bijbel leert over de dood: Dat de dood als een slaap is.
2 Samuel 7:12 Mattheus 27:52
Job 7:21 I Corinthe 11:30
Daniel 12:2 I Thessalonicenzen 4:14
De volgende lijst van Bijbelteksten geeft enig idee van wat er gebeurt met een
mens die gestorven is:
Ezechiel 18:4
Job 27:3
I Timotheus 6:15,16
Prediker 12:7
1 Corinthe 15:51-54
Johannes 6:39
Genesis 2:7
Vragen om op te reageren
1. "Een maat tarwe voor een schelling" suggereert een
astronomisch hoog bedrag voor een gewoon stukje dagelijks brood.Denkt u dat uw
gemeente een te hoge prijs vraagt voor het beschikbaar stellen van het
geestelijke brood des levens?
2. De hartenkreet "Hoe lang?" uit de 5e zegel bevat een belangrijke vraag.
namelijk hoe lang ie er nog tijd? Hoe lang KAN de tijd voortduren? Waarom is er
reeds, na de kruisdood van Jezus, bijna 2000 jaren voorbij gegaan?
3. Aanvaardt u graag de climax van do 6e plaag die een beschrijving geeft van de
dag van GODS WRAAK? Geeft u dit een onbehagelijk gevoel? Waarom wel/niet?