De tegenstander
op elke achtergrond
Het moment van tweedracht, van
ontevredenheid, van hoogmoed in Lucifer's hart,
was het moment dat hij in opstand kwam tegen de
autoriteit van de Almachtige God. Toen
ontbrandde de strijd, waaraan nog geen eind is
gekomen! Wij zijn nog altijd daarbij betrokken!
Wanneer het einde kan
worden verwacht? Op het moment dat onze Here
Jezus Christus gezeten zal zijn op de Grote,
Witte Troon, om door Zijn rechtvaardig oordeel
satan en de zijnen voor eeuwig te verdoemen in
de eeuwige "poel des vuurs"!.
Wie in God gelooft en Jezus Christus heeft
aangenomen als zijn persoonlijke Verlosser en
Zaligmaker, moet geloven in het feilloze Woord
van God en zal rekening houden met alle
feiten. Maar dit alleen is nog niet voldoende!
Gelijk toentertijd, zo is dit ook nu het geval.
In het leven van ieder mens, staat op de
achtergrond de tegenstander, de duivel en
satanas, klaar om zijn slag te slaan. Niets en
niemand wordt ontzien.
Als satan zich zoals hierboven beschreven, heeft
durven te verzetten, wat denkt u dat hij in
staat is met u te doen? Daarom heeft God
verordineerd, dat u met betrekking tot deze
tegenstander, die in de pre-historie de strijd
durfde te ontketenen, een buitengewone, ernstige
en zware roeping heeft te vervullen.
Strijd is onze roeping
Deze tegenstander, die door leugen en bedrog,
door tegenspreken en tegenwerken de levenscrisis
wilde ontketenen tot ons aller verderf, om dan
ook nog straks aanklager te zijn bij God, moet
tot elke prijs worden wederstaan! Dit toch
strekt tot ere van God en Christus. Amen.
Het leven is een krijgsbanier,
Die wij door goede en kwade dagen,
Gescheurd, gevlekt, ontvallen schier,
Kloekmoedig voorwaarts dragen.
Al is de tegenstand ook groot,
Nog groter is de Heer,
Die ons voor 't strijden geeft Zijn kracht
Dat wij geen wapenstilstand vragen.
(JESAJA 14:12-1:7)
"Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, o
Morgenster,
gij, zoon des dageraads?
Hoe zijt gij ter aarde nedergehouwen,
gij die de heidenen knegtet? en zeidet in uw
hart:
Ik zal ten hemel opklimmen,
ik zal mijn troon boven de sterren God's
verhogen,
en ik zal mij zetten op de berg der samenkomst
aan de zijden van het noorden.
Ik zal boven de hoogten der wolken klimmen,
Ik zal de Allerhoogste gelijk worden.
Ja, in het dodenrijk zult gij nedergestoten
worden,
aan de zijden van de kuil.
Die u zien zullen, zullen u aanschouwen;
zij zullen op u letten en zeggen:
Is dat die man die de aarde beroerde?
die de koninkrijken deed beven?
die de wereld tot een woestijn maakte en
haar steden verwoestte?
die zijn gevangenen niet liet losgaan naar huis
toe?