Er staat geschreven: "In den beginne schiep God ..."(Gen1:1).
Met deze zo eenvoudige woorden opent de Bijbel.
Alhoewel kort, is het toch een beslist Woord, dat géén plaats laat voor enig
commentaar in welk opzicht dan ook.
Welk een groendeloze diepte van ontzaggelijke
wijsheid ligt er in deze éne tekst opgesloten: "In den beginne schiep God
.....". Door alle eeuwen heen hebben sterfelijke mensen zich met de volgende
vraag bezig gehouden: "Van waar zijn wij toch eigenlijk gekomen en op welke wijze
(hoe) kwam alles tot aanzijn?"
Het eerste hoofdstuk van de Bijbel geeft ons het duidelijke en positieve
antwoord op deze vraag. God heeft het heelal en alles wat bestaat (het
universum) uit vrije wil in het aanzijn geroepen. Het machtigste
wetenschappelijke feit van alle eeuwen, staat in de eerste zin van de Bijbel:
"In den beginne schiep God..."
En dit moeten wij goed bedenken en nooit
vergeten:
dat het heelal er is, stelt het bestaan van
de Maker vast!
Wij laten hier een illustratie volgen: Een
aardse architect gaat als volgt te werk. Eerst rijst er in zijn gedachten (zijn
brein) een bepaald omlijnd plan, en wordt alsdan door hem uitgewerkt op papier
of in steen of in hout. Dat wil zeggen dat hij, hetgeen hij zich goed heeft
voorgesteld, begint vast te leggen; en dit doet hij dan zo goed als maar
enigszins mogelijk is.
Slaan wij nu een blik in het heelal: de
schepping van welk een oneindige ruimte met die ontelbare sterrenbeelden,
.....en alles georderd tot een volmaakte harmonische eenheid! Hoe groot is de
Maker van dit alles; een wonderbare organisator en welk een Almacht wordt ons
hierin en hiermede geopenbaard. De Bijbel leert ons iets ervan verstaan, door
een tipje van die eeuwigheids sluier op te lichten met de volgende woorden:
"Eer de bergen
geboren waren,
en Gij de aarde
en de wereld had
voortgebracht,
ja, van
eeuwigheid tot
eeuwigheid zijt
Gij God"
(Pslm.90:2)
en
"De hemelen
vertellen Gods
eer, en het
uitspansel
verkondigt
Zijner handen
werk"
(Pslm..19:2)
|
Wetenschappers hebben vele beschuldigingen
gericht aan het adres van de Bijbel; enkel en alleen om te bewijzen, dat de
Bijbel geheel in strijd is met "de menselijke wetenschap" . Mogelijk zegt
dit ons al iets. De wetenschap van de sterfelijke mens, wil Gods Woord zelfs in
twijfel trekken; ja, logenstraffen. Maar, een onbevooroordeelde en nauwgezette
vergelijkende studie zal iedere Bijbel-cursist het tegendeel laten zien.
Zuivere wetenschap is nooit in strijd met de
Bijbel. Het is slechts die menselijke wetenschap
die alle eer voor zichzelf opeist, die dikwijls
in strijd is met wat de Bijbel leert; dit is zo
geweest door de eeuwen heen. Het behoeft geen
nadere uitleg meer, dat wat die soort wetenschap
bijvoorbeeld jaren geleden
"als-niet-te-weerleggen" heeft aangenomen, heden
ten dage als "uit de mode, ouderwets" wordt
beschouwd en terzijde geschoven.
Bedenken wij dan, dat wanneer de Bijbel in die
jaren welke voorbij gegaan zijn, met de
toenmalige wetenschap zou hebben ingestemd, hoe
feilbaar hij dan zou zijn gebleken! Gods Woord
is nooit in overeenstemming geweest met de
verkeerde weenschappelijle stellingen van de
verdorven mens: noch in het verleden, noch in
het heden, noch in de toekomende eeuw.
Wij kunnen het, in dit verband, zo stellen:
vergeleken met wat de Bijbel de mensheid leert,
is menselijke wetenschap maar een "baby", die al
groeiende steeds blijft zoeken naar
feitenmateriaal. Eerlijke wetenschapoers hebben menigmaal
beweerd, dat men in de kringen van bijvoorbeeld
de natuurwetenschap nog niet het geringste
inzicht heeft in het probleem van de oorsprong
van alle leven; en met welke soort van
wetenschap wij ook te maken hebben of krijgen.
Een rots der waarheid
Wij moeten wel erkennen, dat alle wetenschap
groeit en nog steeds zoekt naar de waarheid.
De Bijbel heeft bewezen een rots der waarheid te
zijn. Alle wetenschap is echter voortdurend onderhevig aan veranderingen. Gods Woord is
feillloos; d.w.z. dat het onveranderlijk is -
van eeuwigheid tot eeuwighed is het hetzelfde,
want ..
"In den beginne
was het Woord en
het Woord was
bij God,;
en het
Woord was God
(Joh.1:1);
"0 Here Uw Woord
bestaat in der
eeuwigheid in de
hemelen "
(Pslm.319:89)
|
Een groot geleerde, de Engelsman Dr. Drummond
(docent aan een van de universiteiten van
Glasgow) heeft eens gezegd: "Ik ben bezig naar
de Bijbel terug te keren, te geloven, zoals ik
het eens heb gedaan; want ik kan niet langer in
omzekerheid leven". Zo'n uitspraak, ofschoon
afkomstig van een sterfelijk mens, spreekt toch
voor zichzelf en overtuigt andere mensen dat niet de Bijbel, maar de wetenschap onzeker is.
Zoals God niet verandert, zo is ook Zijn Woord
onveranderlijk.
Willen wij God leren kennen in het werk Zijner
handen, dan moeten wij doen wat de profeet ons zegt, nadat wij dat allereerste
woord hebben geloofd. (Gen ). Wat wordt ons dan door de profeet
aangezegd? Lees Jes.40:26, 28.
"Heft uw ogen
naar omhoog en
ziet:
wie heeft
dit alles
geschapen?
Hij,
die het
heir
daarvan in
groten getale
uitleidt en elk
daarvan bij name
roept door de
grootheid Zijner
sterkte en omdat
Hij geweldig van
kracht is;
er
blijft niet èèn
achter";
(vers 26)
"Weet
gij het niet,
hebt gij het
niet gehoord?
Een eeuwig God
is de Here,
Schepper van de
einden der
aarde.
Hij
wordt noch moede
noch mat,
Zijn
verstand is niet
te doorgronden".
(vers 28)
|
Niet te tellen sterren
De hedendaagse
wetenschap is nog altijd bezig met de dingen van
de hemel te onderzoeken. Het menselijk verstand
is niet in staat de onmetelijkheid van Gods
Schepping (het universum) te omvatten.
Sterrenkundigen in oude tijden meenden, dat het
getal der sterren aan de hemel telbaar was en
zodoende hebben zij in hun tijd e.e.a. " in
beeld" gebracht.
De astronomen van onze dagen
steken het niet onder stoelen of banken, dat al
de zandkorrels van al de stranden der wereld (en
er zijn zo vele stranden die die nog niet
eens ontdekt zijn ) nauwelijks het aantal
sterren in het heelal zouden evenaren in
menigvuldigheid!!! De profeet Jeremia heeft eens
uitgeroepen . . . Lees Jer.33:22.
En wat zei God
eenmaal tot Abraham? ...."Zie nu op naar de
hemel, en tel de sterren, indien gij ze tellen
kunt " (Gen.l5:5). Alle hedendaagse zogenaamde ontdekkingen van de
wetenschap heeft Gods Woord reeds eeuwen tevoren
geleerd. Hoe wetenschappelijk is dan in dit
licht de Bijbel!!
In de Encyclopedie
lezen wij, dat men het aantal sterren-(stelsels)
tegenwoordig taxeert op twee honderd biljoen;
d.i. een getal met maar liefst 14
nullen.....
En diezelfde wetenschap vertelt ons, dat
elk sterrenstelsel weer biljoenen sterren telt,
die in voortdurende beweging zijn, zodat dus
ontelbare van deze gloeiende "scheppingen Gods"
met een verbazingwekkende snelheid het hemelruim
(dat is de eindeloze ruimten.... ..)
doorklieven.
En nooit gebeuren er
ongelukken.
Alleen de dwaas zegt: "Er is geen God"
(Pslm14:1).
In het ontstaan van de schepping is geen toeval;
want "toeval' kan niet scheppen, kan niet
uitvinden, kan geen plannen maken, kan niet
organiseren.
Toeval is een "benaming", die de mens geeft aan
enig "voorval' , dat eerst moet
geschieden, alvorens het die naam kan hebben.
Wanneer in een uurwerk elk onderdeeltje haar
eigen gezette plaats heeft, haar vaste plaats,
hoe zou dan in dat grote radewerk van God - Zijn
schepping - alles door toeval tevoorschijn
gekomen zijn. Het is niet alleen absurd om dat
te denken, maar het heeft te maken met
"abnormaliteit".
"Door het Woord
des Heren zijn
de hemelen
gemaakt;
door de adem
Zijns monds al
hun heir .....
"
(Pslm.33:6,9).
|
Gods Woord geeft een afdoend antwoord in dit
opzicht en leert ons.. "Door het Woord des Heren
zijn de hemelen gemaakt; door de adem Zijns
monds al hun heir ....."(Pslm.33:6,9).
Het is de apostel Paulus, die (onder de sanctie
van de Heilige Geest) heeft geschreven, wat wij
kunnen lezen in Hebr.11:3:
"Door het geloof
verstaan wij, dat de wereld door het Woord Gods
is toebereid, alzo dat de dingen, die men
ziet, niet geworden zijn uit dingen, die
gezien worden. Onze moderne wetenschap heeft
alleen maar ontdekt wat de Bijbel altijd al
heeft geleerd; nl., dat de stof is opgebouwd uit
atomen, die zo klein zijn, dat ze zelfs in
zogenaamde "electronen-microscopen" niet gezien
kunnen worden.
Hoe moeilijk is het voor veel mensen om te
"geloven", dat de aarde en alles wat zich daarop
bevindt, uit het onzichtbare is geschapen.
Maar, zo vragen wij onszelven nu af: "Zou het
voor Hem, Die de Bijbel GOD-ALMACHTIG noemt, en
Die deze onzichtbare bouwstof, de atomen,
door Zijn Woord tot zichtbare werelden heeft
geschapen, te moeilijk zijn om deze zelfde
atomen uit het niet in het aanzijn te roepen?"
Het antwoord luidt eenvoudig en duidelijk; "Bij
God zijn alle dingen mogelijk". Lees daarom in
dit verband: Matt. . 19:26; Luk. 1:37; 18:27
In de Joodse "Torah" staat
vermeld dat de uitdrukking: "In den
beginne schiep God....." doelt op een zogenaamde
"zelfstandige mededeling". D.w.z. dat wij
hierin het eerste grote "principe" (
d.i."Beginsel") van de Torah vinden. Ook
leren wij hier 3 fundamentele dingen verstaan,
nl:
(1) God bestond
(2) Hemel en aarde zijn NIET ontstaan en
(3) Alles is geschapen (d.i. tot aanzijn
geroepen "uit het niets").
EX NIHILO
In dit laatste geval wordt ook wel gesproken van
"EX NIHILO".
De juiste betekenis van deze tekst in Genesis is
naar de Hebreeuwse opvatting:
God heeft
alles wat geschapen is uit het absolute 'niets"
geschapen.. (Noot: In het Hebreeuws kennen
wij namelijk enkel het gebruik van het werkwoord
"SCHEPPEN" voor een schepping , die "EX NIHILO"
geschiedt).
Wij behoeven hier niet nader uiteen te zetten,
dat in de loop der tijden onnoemelijk veel
theorieën zijn opgebouwd, welke er bijna
allemaal op gericht zijn (de één in mindere en
de andere in meerdere mate) om afbreuk te doen
aan de "autoriteit van de Bijbel" - het Woord
van God.
Voor de waarachtige Christen, die "verstaat door
het geloof" is het duidelijk, dat God door Zijn
Almacht uit niets "IETS" in het aanzijn
kan roepen.
Alhoewel de wetenschap (nog) niet is gekomen tot
de erkenning, toch is zij in haar worsteling om
te komen tot meerdere kennis van de vele
natuurwetten dichter gekomen bij "De Bron van
alle Kracht en Leven". Wij denken hierbij aan de
jongste ontdekkingen op het gebied van de
"atoomenergie".
De bewijzen die wij op aarde hebben
Met betrekking tot deze dingen lezen wij eerst .
. . . .
"En God zeide: Dat de aarde uitschiete
grasscheutjes, kruid zaaiende zaden, vruchtbaar
geboomte, dragende vrucht naar zijn aard, welks
zaad daarin zij op de aarde! En het was alzó.
En de aarde bracht voort grasscheutjes,
kruid zaad
zaaiende naar zijn aard,en vruchtdragend
geboomte, welks zaad daarin was, naar zijn aard.
En God zag, dat het goed was.
En God zeide: De aarde brenge levende zielen
voort, naar haar aard, vee en kruipend en
wild gedierte der aarde, naar zijn aard. En het
was alzo. En God maakte het wild gedierte der
aarde naar zijn aard, en het vee naar zijn aard,
en al het kruipend gedierte des aardbodems naar
zijn aard. En God zag, dat het goed was."
(Gen. 1:11, 12,
24,25).
Wetten
Hoe overstelpend zijn de ons, door God Zelf
gegeven bewijzen.
Wij willen e.e.a. hierbij nader toelichten tot
verduidelijking. Daar zijn in het heelal
bepaalde wetten, die het weer beheersen en de
temperaturen en de jaargetijden, en zo meer.
Zo zijn er ook onverbiddelijke wetten, die het
planten- en dierenrijk beheersen; de schei- en
de natuurkunde. Wij hebben op school geleerd,
dat er wetten zijn voor het licht, voor het
geluid , enz.
Iedere eerlijke onderzoeker zal moeten bekennen,
dat er regelmaat te zien is in het ontwerp, en
de evenredigheid in alle onderdelen van elke
bloem, elk blad, elk grassprietje.....
Zo hebben wij eens van een wetenschappelijk
onderzoek gelezen, dat van een gewone "maiskolf"
de rijen korrels in de lengte altijd een "even
getal" hebben; en nooit is er een kolf te vinden
met een oneven aantal korrels in de lengterij!!
Wanneer wij nu weten, dat de natuur op zichzelf
(dus de onbezielde natuur) niet kan
tellen, wie zal dan die wonderlijke
rangschikking hebben bedacht en getroffen? Wie anders dan onze Eeuwige en oneindige God,
Die van Zichzelven zegt: "IK BEN DE ALMACHTIGE".
En dit is het nu wat God bedoelt in wat Hij
heeft doen te boek stellen; namelijk, dat Hij de
"soorten" zo heeft geschapen, dat zij zich
zouden voortplanten naar hun "eigen aard".
En de
moderne plantkundigen kunnen ons vertellen, dat
tot op deze dag de desbetreffende "natuur - wet"
omveranderlijk is.
Daar is nog geen wetenschapper geweest, geen
geleerde, die het it is gelukt, om een heel
nieuwe soort in het leven te roepen; hoe ver men
ook al is gekomen in de "research" en welke
grote inspanningen men zich ook al heeft
getroost.
Weliswaar heeft men door kweking onnoemelijk
vele variaties opeen bepaalde "soort" kunnen
krijgen; maar toch liggen al deze binnen de door
God geschapen "begrenzing", die Hij aan elke
bepaalde soort gegeven heeft. En dit is niet
alleen het geval bij de planten, maar ook in het
rijk der dieren.....
De oorsprong der
dingen
En daarom is het de wetenschap ook nooit gelukt
om de oorsprong der dingen (gelijk beschreven
in de Bijbel) te wederleggen. Integendeel het is
juist heel merkwaardig, dat zelfs iedere
weterschappelijke vinding "de zekerheid van Gods
Woord" versterkt en bekrachtigd.
Wij zullen eens een duidelijk sprekend voorbeeld
nemen uit Gods Schepping.
Hoe hoogst teer, rein,
schoon en bevallig zijn al die naar de aarde
neerdwarrelende sneeuwvlokken op een
winterdag..... Heeft u die weleens goed
bekeken??
Alles is volmaakt gerangschikt rond om een
cirkel. In de Enciclopedie lezen wij, dat
sneeuwlokken (Of die nu in de avond vallen of in
het vroege morgenuur) altijd zeshoekig
zijn of zeskantig. De wetenschap
heeft allang kunnen vaststellen, dat geen twee
vlokken hetzelfde "patroon" of eenzelfde
"tekening" hebben.
En wanneer wij nu hele weilanden kompleet bedekt
zien met zo'n dik wollig "sneeuw-tapijt" van
grenzeloze schoonheid en telkens weer
imponerende majesteitelijke reinheid en pracht,
gezwegen nog van al die vanwege enorme
sneeuwvrachten sterk gebogen takken, ...
wie staat dan niet telkens stil in
ademloze bewondering en houdt zich dan bezig met
de grote en dringende vraag van dat
eeuwige raadsel van Gods schepping?
Welgelukzalig dat christenharten door het geloof
mogen verstaan, dat achter dit grote raadsel God
staat, Die alles in het
aanzijn geroepen heeft. Hoe groot was Jobs
kennis, als hij uitroept:
Want Hij zegt tot de sneeuw:
wees op de aarde
.....
Zijt gij
gekomen tot de
schatkameren der
sneeuw ,.....(37: 6; 38:22).
Heeft u bloemen in uw tuin??? Bekijk eens
hun schoonheid en hun kleurenrijkdom. Welk een machtige openbaring van Gods
Almacht! En als wij eens rondkijken in de dierenwereld, dan leren wij dezelfde
les als eertijds de Psalmdichter, die haar niet verzwegen heeft, maar heeft
geschreven: "Ga tot de mier, gij luiaard, zie haar wegen en wordt wijs "
(6:6).
En wanneer wij dan de daarop volgende verzen
aandachtig lezen, worden wij geconfronteerd met de vraag: "Wie zal ooit
dat wonderlijke gedrag van deze kleine kruipende diertje$ kunnen beschrijven???
Wij mensen, niet beter wetend, spreken in dit opzicht dan van "instinct". Maar geen mens kan vertellen
wat of dit feitelijk is. Niemand weet het.
En toch verbeelden wij ons zo veel. Maar wie
heeft diezelfde mier met zo'n wijsheid
begiftigd, dat deze enorm lange gangen maakt
onder de aarde, zodat er een uitgestrekt
"wegennet' ontstaat. Waarlijk, in Gods
Schepping is deze een van de eerste
"mijnbouwkundigen".
Zo zijn er nog andere wonderen, die de mens
verstomd doen staan. Neem bijvoorbeeld onze
gewone "waterspin". De wetenschap vertelt ons,
dat zij haar nest bouwt "onder water "
bevestigd aan een
stuk rots of paal of anderszins; en met de
opening naar beneden. En nu het wonder, dat door
deze "waterbouwkundige" bij uitnemendheid wordt
verricht......
Om het water uit dit nest te verwijderen, blaast
de spin er lucht belletjes in; en doet dit net
zolang, totdat al het water eruit verdwenen is.
Alsdan begint zij haar eitjes daarin te leggen.
Wie heeft de spin geleerd, dat wat wij op school
leren en in de natuurkundeles zelf mogen
praktiseren; namelijk, dat lucht water kann
verplaatsen?
Bedenken wij, dat toen God deze dieren schiep en
ze deed leven en werken (alles naar hun aard) de
bekende Archimedes er nog lang niet was; maar de
mieren kenden deze ''natuurwet " in de
schepping, die wij nog moeten leren
onderscheiden. 0, God, hoe groot zijt Gij.
En zo zouden wij wel door kunnen gaan. Gods
vingerafdrukken zijn op alles in de schepping te
vinden. De ganse schepping is de levende
uitdrukking en schildering van Zijn
scheppingsmacht.
Op zee en op land zijn Zijn voetstappen
duidelijk te zien; overal vinden wij de
onwederlegbare bewijzen van de Almachtige
Schepper: DE GOD VAN DE BIJBEL.
Wij herinneren ons een uitspraak van de beroemde
Franse geleerde Louis Pasteur, die (zoals bekend
mag worden verondersteld) "de vader genoemd
wordt van de bacteriologie". Deze heeft eens
gezegd:
"Het nageslacht zal straks lachen om de verheven
dwaasheid van de leer, dat Stof is de
enige begin- en- eind oorzaak van alles wat
bestaat! Hoe meer ik de natuur bestudeer,
hoe meer ik mij verbaas over het
wonderbare werk van de Schepper! IK bid,
terwijl ik werk in mijn laboratorium".
God heeft eens
gesproken:
"Laat ONS mensen
maken naar
ONS BEELD,
naar ONZE
GELIJKENIS...."
(Gen. 1: 26,27 ;
2:7).
|
Hoe "sober " is dit Woord! Hoe eenvoudig is dit
"verslag" van de schepping van de mens!! Adam
werd zodoende gemaakt naar Gods gelijkenis; en
dus bepaald niet naar dat van een "dier"
zoals eenmaal de geleerde Darwin de mensheid
heeft willen doen geloven!!!
Daarmede werd de mens het pronkstuk , de "kroon"
van Gods Schepping.
De apostel heeft in dit verband gesproken van: "Alle vlees is niet getzelfde vlees; maar
een ander is het vlees der mensen, en een ander
is het vlees der beesten, en een ander der
vissen, en een ander der vogels" (I Kor.15:39). Het lichaam van de mens is op
zelf als het ware een gemanifesteerd
wonder tot verheerlijking van de schepper - Zijn
Maker.
Amen.
In dit opzicht staat er geschreven:
De God, die de wereld gemaakt heeft
en alles wat daarin is
;
.....wordt ook van mensenhanden niet gediend,
als iets behoevende, alzo
Hijzelf alleen
het leven en de adem, en alle dingen
geeft; en heeft uit enen bloede
het ganse geslacht der mensen gemaakt,
om op de gehele aardbodem te wonen, ... "
(Hand.17; 24-26) .
Wij vragen ons af: "wat kan de mens hiertoe nog
bijdragen??" Het antwoord is: Niets! Hoe
wonderlijk zijn de werkingen van en in dat
menselijk lichaam? Te veel om op te noemen
en te groots om er met menselijke woorden over
te spreken . Laten wij ons liever verdiepen in
het woord van de Psalmist:
"Ik loof U,
omdat ik op een
heel vreselijke
wijze wonderbaar
gemaakt
ben; wonderlijk
zijn Uwe werken.
Ook weet het
mijn ziel zeer
wel.
Mijn
gebeente was
voor U niet
verholen,
als ik
in het
verborgene
gemaakt ben,
en
als een
borduursel
gewrocht ben,
...
Uwe ogen
hebben mijn
ongevormde klomp
gezien;
en al
deze dingen
waren in Uw boek
geschreven,
de
dagen als zij
geformeerd
zouden worden,
toen nog geen
van die was"
(Pslm.139:
14-16) .
|
Hoe wordt God hier verheerlijlkt! Hoe groot is
Zijn scheppingsdrang en werk. Geen wonder, dat
de psalmist verderop schrijft:.
"Daarom, hoe kostelijk zijn mij, o God, Uwe
gedachten, hoe machtig vele zijn
hare sommen! " (v.17).Als geredde zondaren kunnen wij hierop alleen
maar "amen" zeggen en in stille aanbidding God
toelaten Zijn wonderbaar werk in ons te
voleindigen.
Gods liefderijke voorzorg voor de mens - kroon van Zijn Schepping.
De Almachtige God is niet alleen schepper en
Heer des hemels en der aarde, maar Hij is ook de onderhouder van
alles wat Hij geschapen heeft. Hij zorgt voor alle leven op aarde. ( Pslm
7:4-5) God doet zaaiing en oogst, kou en warmte, zomer,
winter, herfst en lente niet ophouden; noch dag en nacht
(Gen. 8:222.) tegelijkertijd
heeft God alle aandacht en zorg voor ontelbare levende wezens op onze
aarde. Tegenover deze almacht van God staat de mens nietig, al verbeeldt hij
zich weleens in zijn verwatenheid, dat hij iets vermag.
Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt?
En zijn Maker, God, buigt Zich tot hem neder in
Zijn onuitsprekelijke liefde en genade. "Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt?
Hebben wij weleens nagedacht over het feit, dat
de Here God elke dag opnieuw probeert, en dat langs vele en velerlei wegen, Zijn
peilloze liefde en Zijn uitnemende genade bekend te maken aan die zo verwaten,
hoogmoedige, arrogante mens!?
Vergeten wij niet, dat de aanpassende natuur
aan de behoeften van die mens, de onuitwisbare bewijzen zijn van Gods
grote en ontfermende liefde!
Het ganse universum getuigt dat God
liefde is! Het menselijk karakter, zijn door de zonde
besmette natuur, kan (hoe vreselijk) Gods karakter niet (meer)volkomen
openbaren; tenzij God ingrijpt door Zich met Zijn schepsel te
bemoeien......
De mens buiten God is als een stuk drijfhout op
de klotsende golven van een rusteloze tijd.. Hij is zonder wegwijzer of kompas;
hij is verward, angstig, vol van vrees, en kent géén vrede noch rust. Van zo'n
mens staat geschreven: "Wat buigt gij u neder, o mijn ziel, en zijt onrustig in
mij " (Pslm.42:6a, 12a).
Willen wij Hem kennen, Wiens werken zijn op deze
aarde, zee en in de lucht, en die allemaal spreken van Zijn mateloze en
reddende liefde, dan moeten wij Hem dagelijks zoeken en gemeenschap met
Hem hebben door Zijn Woord en in gebed.
Welke ook onze omstandigheden
zijn en welke ook de moeilijkheden....
...in de Bijbel altijd hoop voor iedere zoekende en
moede ziel . Want Gods Woord is medicijn voor het hart.
Gods Woord openbaart ons ten volle Zijn eeuwig
Verlossingsplan; en alle biddend onderzoek ervan zal leiden tot het verstaan van
Gods verheven bedoelingen voor ons.
Wanneer zodoende onze gedachten zich, door
genade, bóven de alledaagse dingen, zorgen , en teleurstellingen,
verheffen en zich alsdan bewegen in die wonderlijke sfeer van Goddelijke rust en
vrede, dan zullen ook wij uit de grond van onze harten kunnen uitroepen:
"WAARLIJK, GOD
IS LIEFDE"
|
Daarom staat er in verband hiermede geschreven:
"Geef u toch
aan
Hem, en heb vrede;
daardoor zal u
het goede
overkomen"
(Job 22:21).
Ontvang
toch de wet uit
Zijn mond,
en leg
Zijn
redenen
in uw
hart
(v.
22).
|
|