Die is, Die was en Die komen zal
De "Openbaring"nader beschouwd


* Inhoud

Gods Raadplan der eeuwen
Lees verder

* Waarom de Openbaring werd gegeven
Lees verder

* De brieven aan de zeven gemeenten
Lees verder

* Efeze
Lees verder

* Smyrna
Lees verder

* Pergamus
Lees verder

* Thyatira
Lees verder

* Sardes
Lees verder

* Filadelfia
Lees verder

* Laodicea
Lees verder

* Nabeschouwung
Lees verder

* De troonsheerlijkheid van de Vader
Lees verder

* De heerlijkheid der verzoening door God de Zoon
Lees verder

* De zegels worden geopend.
Lees verder

* 1ste zegel
Lees verder

* 2de zegel
Lees verder

* 3de zegel
Lees verder

* 4de zegel
Lees verder

* 5de zegel
Lees verder

* 6de zegel
Lees verder

* 7de zegel
Lees verder

*De Goddelijke oogst voor en na de grote oordelen van God
Lees verder

* De bazuinen gaan klinken
Lees verder

* 1ste - 4de bazuin
Lees verder

* 5de bazuin
Lees verder

* 6de bazuin
Lees verder

* 7de bazuin
Lees verder

* De culminatie der demonische machten
Lees verder

* Gods volmaakte openbaring van Zijn oordeel en genade wordt  de wereld aangezegd
Lees verder

* Gods volmaakte openbaring van Zijn oordeel en genade wordt de wereld gegeven
Lees verder

* De openbaring van Gods grote verborgenheid
Lees verder

* De antichrist en zijn heerschappij
Lees verder

* Gods wegen in genade en gericht
Lees verder

* De zeven fiolen vol van de toorn van God
Lees verder

* De zeven fiolen van Gods toorn worden uitgegoten
Lees verder

* Gods oordeel over het grote Babylon als geestelijke macht
Lees verder

* Gods oordeel  over het grote Babylon als politieke en economische macht
Lees verder

* De inleiding tot het grote duizendjarig Rijk van Christus
Lees verder

* Aanvang en slot van het duizendjarig Vrederijk
Lees verder

* Taferelen uit Gods eeuwigheid en van het Nieuwe Jeruzalem
Lees verder

* Besluitend visioen en Jezus' laatste woorden
Lees verder




 

 

 

Home - Sitemap

 

De brief aan de gemeente te Smyrna
Periode 170 na.Chr tot 312 n.Chr.


 
De
gemeente der "martelaren"

Vers 8-9:
" En schrijf aan de engel der Gemeente van die van Smyrna: Dit zegt
de Eerste en de Laatste, Die dood geweest is en weder levend is geworden: Ik weet uw werken, en verdrukking en armoede (doch gij zijt rijk) en de lastering dergenen die zeggen, dat zij Joden zijn en zijn het niet, maar zijn een synagoge des satans."

Het is een bijzonder opmerkelijk feit, dat wij in deze brief geen enkele vermaning, noch bestraffing opgetekend vinden! Het betreft hier "de Gemeente der martelaren", de Christelijke Kerk, daterend vanaf 170 n.Chr tot 312 n.Chr. Deze Smyrna-Gemeente heeft verdrukking en een grote mate van armoede gekend. Hoe bemoedigend is het, wanneer de Here dan spreekt van: "Ik weet uw verdrukking en uw armoede." Het is de Christen genoeg, wanneer Jezus alles weet. Immers, er valt geen haar van ons hoofd zonder Gods wil....

Dit te mogen geloven is een Christen tot troost. Amen. De soort van verdrukking met vervolgingen, die de Christelijke Kerk te verduren heeft gehad, besloeg een tijd van ongeveer 150 jaar lang. De geschiedenis verhaalt, dat miljjoenen Christenen de dood verkozen, omdat zij Christus niet wilden verloochenen! Welk een prijzenswaardig voorbeeld! De catacomben van Rome kunnen getuigen van deze miljoenen martelaren, waarvan de beenderen in de nauwe doorgangen van die onderaardse gewelven werden verbrand.

Erfgenamen Gods
Maar gelijk zij in hun dagen om de dood niet treurden, als iemand die geen hoop heeft, zo ook wij in onze tijd. Al worden wij nog zo verdrukt en vervolgd, al is onze armoede nog zo groot, nochtans zijn wij rijk: wij zijn "erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus"! Geprezen zij Zijn Naam!
  Behalve door verdrukking en armoede leden de Christenen toentertijd ook door de lastering van diegenen, die zeiden Joden te zijn, maar waren het niet: integendeel zij waren een synagoge des satans!
Het  is vertroostend in verband met het bovenstaande het volgende te overdenken en te verstaan: "Smyrna" is het Griekse woord voor "mirre". En "mirre" is een benaming voor een BITTERE , maar GEURIGE gomsoort.

Deze was één van de samenstellende ingrediënten van "de heilige zalfolie" (Exod. 30:23) en is onafscheidelijk verbonden aan Jezus’ geboorte, leven en dood!  En zo zal de geur van de liefde en de getrouwheid van de Smyrna-Gemeente voor en aan haar Heiland in verdrukking, vervolging en sterven als een wierook zijn opgestegen tot Gods troon van genade. Zij, die als martelaren de dood in het aangezicht moesten zien, werden vertroost en gesterkt door de wetenschap, dat Christus de dood had overwonnen en op hen wachtte in hemelen vol van heerlijkheid. Daarvandaan de aanhef van deze brief. Deze Gemeente had een ervaring tegenovergesteld aan die van Laodicea.  Van Smyrna wordt gezegd: "arm maar toch rijk"; van Laodicea daarentegen: rijk, maar in feite arm.

Om dit goed te verstaan, is het aanbevelingswaardig om Hand. 3:5-7 en hiervan in he bijzonder vers 6 te bestuderen in samenhang met Jak. 2:5, waarom wij deze teksten hieronder ook citeren:
Hand.3:5-7,  "En hij (de kreupele) hield de ogen op hen, verwachtende dat hij iets van hen zou ontvangen. (Vers 6).  En Petrus zeide: Zilver of goud heb ik niet, maar hetgeen ik heb dat geef ik u; in de Naam van Jezus Christus, de Nazarener, sta op en wandel. En hem grijpende bij de rechterhand, richtte hij hem op en terstond werden zijn voeten en enkels vast."  vers 1, Jak. 2:5,  "Hoort, mijn geliefde broeders, heeft God niet uitverkoren de armen dezer wereld om rijk te zijn in het geloof en erfgenamen van het Koninkrijk, hetwelk Hij beloofd heeft degenen, die Hem liefhebben."

Waarlijk, Gods rijkdommen zijn alleen voor hen, die Hem toebehoren.
Let op de valse claim van de zogenaamde "Joden" in vers 9. De Heilige Geest in Romeinen 2:28-29 leert “Want die is niet een Jood, die het in het openbaar is, noch die is de besnijdenis, die het in het openbaar in het vlees is, maar die is een Jood, die het in het verborgen is, en de besnijdenis des harten, in de geest, niet in de letter, is de besnijdenis, wiens lof niet is uit de mensen, maar uit God.

Wij geloven, dat er niet alléén in die dagen mensen gevonden werden, die beweerden kinderen Gods te zijn, maar het in feite niet waren; ook in deze tijd worden zij in de Kerk van God gevonden. Het zijn diegenen, die door de valse belijdenis en levenswandel ketterse, dit is: onbijbelse leringen invoeren, terwijl zij daarbij waarachtige Christenen lasteren! Dit soort lijden is één van de ergste soort.  Het is veelal gemakkelijker om kwade dingen te verdragen van de kant van echte "heidenen", dit zijn "wereldlingen", dan van hen, die de plaats van Christenen innemen en ook de naam dragen.. ... De vijandschap van dezen is veelal groter dan van hen , die "buiten" staan.

In deze smartelijke verdrukking en grote nood spreekt Hij, Die dood is geweest, doch heeft getriomfeerd, omdat Hij levend is geworden! Prijst God! Hij, Die Zèlf in de diepste ellende is geweest, toen Hij Hier op aarde was, Die de "Via Dolorosa" heeft bewandeld als niemand anders, en Die de angsten en smarten van de dood heeft gesmaakt door onze zonden en ziekten in Zijn Lichaam op het kruis te dragen. Waarlijk, "de Eerste en de Laatste", de Almachtige God en Schepper van hemel en aarde, de Here van het Heelal is Dezelfde, Die dood is geweest, maar Die thans leeft in alle eeuwigheid! Ook wij nemen in onze levenssmarten de toevlucht tot Hem, Die alléén redden kan en bij Wie uitkomsten zijn tegen de dood. Glorie voor Hem!  

Omdat Hij alléén God is, kan ook Hij alléén ons helpen en redden. En omdat Hij ook als mens in dit ondermaanse tranendal heeft geleefd, heeft geleden en is gestorven, kan Hij, nu als Hogepriester in de hemelen, medelijden hebben met onze zwakheden. Hij kan daarom ook medegevoel hebben met ons in al onze verdrukking en ellende. Laten wij niet vergeten, dat al onze verdrukking en ellende het heil moeten bewerkstelligen in ons hart en leven tot verheerlijking van Zijn Naam....Hij laat dikwijls verdrukking en ellende in ons leven toe om ons te bewaren tegen gevaren, die ons verderop op onze levensweg zullen bedreigen, en die wij daarom niet zien. Dan is er nog een ander soort lijden: een gemeenschap hebben aan het lijden van Christus, die wij beslist moeten onderscheiden van bovenvermelde "kastijding" van de Here.

Vers 10a
,
 " Vrees geen der dingen, die gij lijden zult. Zie, de duivel zal enigen van u lieden in de gevangenis werpen, opdat gij verzocht wordt en gij zult een verdrukking hebben van tien dagen."

Leest in de plaats van "verzocht" beproefd. In de handen van de Almachtige God is de duivel dikwijls een middel om uiteindelijk zegen te brengen; om zegen te doen komen in de levens van kinderen Gods. Het is evenzovele malen onbegrijpelijk, maar wie is Gods raadsman geweest en wie zal Zijn alwijsheid doorgronden?
Jobs geschiedenis is bekend genoeg en levert ons hiervan een schoon en treffend voorbeeld. Job moest bekeerd worden van zijn eigengerechtigheid en God gebruikte de vijandschap van satan ten opzichte van Gods kinderen, opdat Job zichzelf zou leren kennen en zich zou verfoeien, zich bekerend "in stof en in as" voor het heilig aangezicht van God. Als God zo handelt in ons leven, dan wil dat niet zeggen, dat Hij ons aan de satan overlevert, o neen: wij blijven te allen tijde in Gods bewarende hand. Halleluja!


Wij worden in ons geloof vele malen beproefd, maar niet zwaarder dan wij kunnen dragen en niet langer dan de Here heeft bepaald.
In vers 10c lezen wij van "een verdrukking van tien dagen".
Beschouwen wij deze brief aan Smyrna in "profetisch licht", dan wordt met de afgeschilderde toestand
, die periode in de Christelijke Kerk bedoeld, waarin de Christenen de gruwelijkste vervolgingen van de zijde van de keizers van het toentertijd bestaande Romeinse Rijk ondergingen,.. hetgeen volgens de Kerkgeschiedenis in de 2e en 3e eeuw van onze jaartelling heeft plaats gehad.
 Er vonden tien op elkaar volgende vervolgingen plaats, waarvan de allerlaatste gedurende het bewind van keizer Diocletianus. Toen stroomde het bloed van de martelaren juist TIEN lange jaren!

wereldgezindhed en compromis!
In de "Algemene Geschiedenis der Christelijke Kerk" vinden wij de aantekening, dat dit profetisch gebeuren wel gerekend mag worden tot een der merkwaardige vervullingen van het Woord van de Here. Gedurende deze tijdsperiode waren er voor de lijdende Christelijke Kerk géén ander lichtpunten, dan de DOOD en OPSTANDING van de Here Jezus Christus.
Aan het eind van de apostolische Eeuw wordt ons in de Gemeente van Efeze het "verlaten van de eerste liefde geschilderd, terwijl in deze brief besproken vervolgingen, zoals wij zoeven reeds meldden, plaats vonden in de 2e en 3e eeuw. Wij hoeven ons niet te verwonderen over deze volgorde; want waar de eerste liefde wordt verlaten en de harten dus niet meer uitsluitend aan Hem gehecht zijn, daar moet als noodzakelijk gevolg zijn: AFWIJKING van de zuivere leer: wereldgez
indhed en compromis!

Het is in de geschiedenis van Gods kinderen een vele malen voorkomend feit, dat in dergelijke gevallen de Here verdrukkingen en vervolgingen, die onder Zijn toelating ontstaan, gebruikt om Zijn afvallige kinderen weer terug te trekken op de "eeuwige weg", nadat zij door zulke zware vuurproeven gelouterd zijn. Het is echter treurig maar waar, dat wij uit de verslagen van de kerkgeschiedenis moeten constateren, dat de Kerk als geheel NOOIT is teruggekeerd tot die eerste liefde. In tegendeel, elke volgende brief zal ons een verdere en grotere afdwaling doen zien, die ten slotte culmineert in wereldgelijkvormigheid.
Wis en zeker zal God de vervolgers en verdrukkers van Zijn kinderen rechtvaardig oordelen: 

Openb.20::14-15,  "En de dood en het dodenrijk werden geworpen in de poel des vuurs: dit is de tweede dood. En zo iemand niet gevonden werd geschreven in het boek des Levens, die werd geworpen in de poel des vuurs."

Openb.21:8
,  "Maar voor de vreesachtigen en ongelovigen, en gruwelijken en doodslagers en hoereerders en tovenaars en afgodendienaars en al de leugenaars, hun deel is in de poel…die brandt van vuur en sulfer; hetwelk is de tweede dood. “ Welk een heerlijk bewustzijn en vertroostende zekerheid hebben wij hier: Niemand kan verder gaan dan God toelaat.

Vers 10d,
"Wees getrouw tot de dood en Ik zal u geven de kroon des Levens."

Dit tekstgedeelte is wederom het bewijs, dat wij een conditionele God dienen. Beloften zijn er voor de gehoorzamen. Dikwijls zullen Gods kinderen als martelaren voor Zijn zaak op verschrikkelijke wijze moeten sterven; de beloning hiervan zal God evenwel niet laten uitblijven. Hier ontvangen zij
de Kroon des Levens . De getrouwe getuigen, die een verachtelijke dood sterven, worden hier eens en voor altijd door Christus gekroond....

Vers 11,
"Wie oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt: Wie overwint, zal door de tweede dood niet beschadigd worden."

Wat is de dood, wat is het sterven van een Christen?
Is dit niet juist het komen tot de volle zegen van de tegenwoordigheid Gods? De apostel Paulus roept uit: "Alles is uwe" en dan noemt hij ook leven en dood.... (1 Kor. 3:21 22). Gelovigen hebben dus niets te vrezen, want "sterven is gewin"! Halleluja! Onze Here Jezus Christus heeft door Zijn overwinnend sterven "de bittere wateren des doods" zoet gemaakt voor allen, die in Hem geloven.
 Hij heeft ze als het ware veranderd in een overweldigende vloed van zegen. Immers, achter de dood straalt in mateloze, eeuwige, onverbleekte glans  de glorie van Hem, Die Zijn getrouwen tot Zich neemt en de volhardende trouw van die overwinnaars zeer zeker zal belonen "naar de mate van hun arbeid voor Hem". De kroon des levens zal hun aller deel zijn en "de twedede dood zal hen niet beschadigen". Dit is: geen afscheiding van de tegenwoordigheid Gods zal hun deel zijn. God is getrouw, Die het ook doen zal. Amen!


Aantekening:

Smyrna heeft
- als lofprijs:
verdrukking;  arm maar rijk
- als veroordeling
::  geen
- als titel voo Christus: Hij
,  Die dood is geweest en weer levend geworden.


Home - Sitemap