Die was en Die komen zal
De "Openbaring"nader beschouwd

* Inhoud

Gods Raadplan der eeuwen
Lees verder


* Waarom de Openbaring werd gegeven
Lees verder

* De brieven aan de zeven gemeenten
Lees verder

* Efeze
Lees verder

* Smyrna
Lees verder

* Pergamus
Lees verder

* Thyatira
Lees verder

* Sardes
Lees verder

* Filadelfia
Lees verder

* Laodicea
Lees verder

* Nabeschouwung
Lees verder

* De troonsheerlijkheid van de Vader
Lees verder

* De heerlijkheid der verzoening door God de Zoon
Lees verder

* De zegels worden geopend.
Lees verder

* 1ste zegel
Lees verder

* 2de zegel
Lees verder

* 3de zegel
Lees verder

* 4de zegel
Lees verder

* 5de zegel
Lees verder

* 6de zegel
Lees verder

* 7de zegel
Lees verder

*De Goddelijke oogst voor en na de grote oordelen van God
Lees verder

* De bazuinen gaan klinken
Lees verder

* 1ste - 4de bazuin
Lees verder

* 5de bazuin
Lees verder

* 6de bazuin
Lees verder

* 7de bazuin
Lees verder

* De culminatie der demonische machten
Lees verder

* Gods volmaakte openbaring van Zijn oordeel en genade wordt  de wereld aangezegd
Lees verder

* Gods volmaakte openbaring van Zijn oordeel en genade wordt de wereld gegeven
Lees verder

* De openbaring van Gods grote verborgenheid
Lees verder

* De antichrist en zijn heerschappij
Lees verder

* Gods wegen in genade en gericht
Lees verder

* De zeven fiolen vol van de toorn van God
Lees verder

* De zeven fiolen van Gods toorn worden uitgegoten
Lees verder

* Gods oordeel over het grote Babylon als geestelijke macht
Lees verder

* Gods oordeel  over het grote Babylon als politieke en economische macht
Lees verder

* De inleiding tot het grote duizendjarig Rijk van Christus
Lees verder

* Aanvang en slot van het duizendjarig Vrederijk
Lees verder

* Taferelen uit Gods eeuwigheid en van het Nieuwe Jeruzalem
Lees verder

* Besluitend visioen en Jezus' laatste woorden
Lees verder




 

 

 

Home - Sitemap

 

Taferelen uit Gods Eeuwigheid en van het Nieuwe Jeruzalem  
Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde


 

Gods eeuwige beschikkingen

Alle dingen zijn nu aan Christus onderworpen. Het Koninkrijk, dat door de Vader de Zoon des mensen is toevertrouwd, is weer in des Vaders handen overgegeven. Een korte,
doch bijzonder treffende beschrijving van de eeuwigheid en van de verheerlijkte plaats, die door de Gemeente van de Here Jezus Cristus, dit is Zijn Lichaam, tot in alle eeuwigheid wordt ingenomen,  volgt nu. Dit hoofdstuk opent met de volgende woorden:


 vers 1,
. "En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde was voorbijgegaan, en de zee was niet meer."

Ook in het profetisch Boek Jesaja wordt gesproken van een nieuwe hemel en van een nieuwe aarde. Alles bereikt in de slothoofdstukken van het Boek Openbaring het hoogtepunt. Alle "profetische lijnen", door Gods Geest getrokken in de geschiedenis van alle eeuwen, verenigen zich in het machtig gebeuren, dat nu plaats vindt.

Hoe zullen wij dit alles moeten verstaan?
Wij willen een en ander, zoals deze geprofeteerde gebeurtenissen tot ons spreken, zo realistisch mogelijk
hier naar voren brengen. De apostel Petrus heeft eveneens, ziende op het profetisch woord, gesproken van "nieuwe hemelen en een nieuwe aarde". Zij werden door hem"verwacht" (2 Petr.3:13). Halleluja; Amen. In ditzelfde hoofdstuk vertelt hij ons ook "hoe" dat zulks komt.  "De hemelen die nu zijn, en de aarde, zijn door hetzelfde woord als een schat weggelegd en worden ten vure bewaard tegen de dag des oordeels ,en der  verderving der goddeloze mensen" (v.7)
 
Kunnen wij ons indenken, dat al dit "nieuwe" straks gevormd zal worden uit het "oude"? Wat wij bedoelen en waarop wij het gronden is het volgende. Evenals door Gods Almacht het opstandingslichaam zal worden gevormd uit het lichaam onzer vernedering (I Kor. 15:42-43) , zo geloven wij dat de tegenwoordige hemel en de tegenwoordige aarde bestemd zijn tot een overeenkomstige "transformatie"
.Dat wil zeggen, dat ná hun verbranding zij zullen tevoorschijn komen in de "scheppings- (lees: transformatie-) vorm" van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Dientengevolge concluderen wij, dat, wie in dit opzicht een andere, onschriftuurlijke mening is toegedaan, de opstanding van ons
lichaam loochent.
 
Wij geloven dan ook stellig, dat als "tijd" opgehouden heeft te bestaan, als al het "natuurlijke" leven geen verder onderhoud meer behoeft (vergeeft ons deze stuntelige voorstelling)
, .als de "mens-Gods" een nieuw, onsterfelijk lichaam zal hebben ontvangen (dat opstandingslichaam waarvan Paulus spreekt), dan is ook het ogenblik daar, dat er een absoluut nieuwe toestand der dingen zal zijn; volmaakt tot in alle eeuwigheid! God zij de glorie!  Doch dit is niet alles; er is nog veel meer. Maar, laat on nu eerst komen tot de volgende opstelling van alles voor een juist Schriftuurlijk begrip.

Wij hebben:
De eerste hemel en de eerste aarde.
Het eerste mensenpaar:
"de eerste Adam en zijn vrouw."
De intrede va
n de zonde met als gevolg: de dood.
Het paradijs verloren.
De toegang versperd:
in casu de "Boom des Levens" verloren.
 
Wij krijgen:

De nieuwe hemel en aarde
.
Het laatste Bruidspaar: "de tweede Adam en Zijn Bruid (Zijn
Lichaam)
Het einde van alle zonde en van de dood.
Het paradijs hersteld.
 De poort open, om nimmer meer gesloten te worden: de "Boom des Levens" voor Gods heiligen.
 
Hier staat de eeuwige heerlijkheid der verlosten
tegenover het eeuwige lijden van de goddelozen|! Wij worden hiervan overtuigd, wanneer wij biddend en in samenhang de volgende Schrift-passages bestuderen: Openb.21:1-8; Jes.65:17; 66:22; en 2 Petr.3:13.
Daarom waarschuwt de Heilige Geest ons, sprekend door de apostel Johannes, met deze woorden:
 "Hebt de wereld niet lief, noch hetgeen in de wereld is;........... Want al wat in de wereld is, namelijk de begeerlijkheid des vlezes, en de begeerlijkheid der ogen, en de grootsheid des levens, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld. En de wereld gaat voorbij, en hare begeerlijkheid; maar, die de wil van God doet, blijft in der eeuwigheid" (1Joh.2:15-17).
En waarlijk, straks zal alles haar beslag krijgen en dan komt "de heilige Stad" in de profetische lens... in het profetisch brandpunt te staan. want Johannes vervolgt met...
 

 vers 2,
. "En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, nederdalende van God uit de hemel, toebereid als een bruid, die voor haar man versierd is."
 
Dit "Nieuwe Jeruzalem" is, gelijk ook uit vers 9 blijkt, de bruidsgemeente van Christus. Zij daalt neder van God,
uit de hemel, en van haar hoort de ziener van Patmos met een grote stem uit de hemel zeggen:
 

 vers 3,
. "Ziet, de tabernakel Gods is bij de mensen, en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God zal bij hen en hun God zijn,"
 
Het verdient aanbeveling hier te wijzen op drie onderscheiden verdelingen in deze slothoofdstukken van het Boek
Openbaring. In de eerste acht verzen van dit hoofdstuk maken wij kennis met de eeuwige beschikkingen, met de eeuwige uitkomsten.
In de v.v. 9 t/m 27 + de eerste vijf
verzen van hoofdstuk 22 vinden wij een aanvullend deel: een meer gedetailleerde symbolische beschrijving van dit heilige Jeruzalem. Vanaf Openbaring 22:6 tot het einde van dit Boek, nemen wij kennis van het Goddelijk "naschrift" of "slotwoord". Dit is gericht tot allen, .... tot al diegenen, die in de loop der tijden van "de woorden der profetie dezes boeks horen (v.18a).
 
Voor het eerst, aan het eind van de "Apocalypse",
neemt Hij, Die nog altijd op Zijn troon gezeten is, Zelf het woord: "Ziet, Ik maak alle dingen nieuw" (v. 5b). En als Gods kinderen weten wij uit ervaring, dat elk woord van Hem scheppende kracht heeft. Is het niet in dat wondervolle scheppingsverhaal van Genesis 1, dat een alsmaar voller en tot een climax uitgroeiend refrein wordt gehoord: "En God zeide,... en God zeide"! Het is i immers door de sprekende Here en God, dat hemel en aarde en alle bewoners tot aanzijn zijn geroepen. Alle Goddelijk woord
wekt het leven - het satanische woord wekt te allen tijde de dood!
 
Om de ruinerende kracht van het helle-woord te breken, heeft voor de tweede maal op aarde Gods Stem geklonken.,. in het "vleesgeworden Woord". In Jezus Christus ontving de H
ere God het positieve antwoord, waarop Hij eeuwen had gewacht. De door Hem geschapen mens viel Hem af, en dit brak Zijn Vaderhart. Door de sprekende Christus, Die Zichzelf de Weg, de Waarheid, en het Leven" noemde, en terecht, werd de eeuwenlange strijd aangebonden tegen het leugenachtige, verderfzaaiende woord van de tegenstander, satan. Het werd een strijd op leven en dood, waaruit de Here God alleen zij geloofd en geprezen en gedankt, de gekruisigde Christus,  als de "Levensvorst" triomferend naar voren trad. Geprezen zij de Naam des Heren tot in alle eeuwigheid!
 
Nu die leugenmond van draak en beest verstomd is,
en allen, die de leugen hebben liefgehad zijn ondergegaan, neemt God, de Schepper van hemel en van aarde, het woord. Wie goed luistert vangt in Openbaring 21 de resonantie op van Genesis 1.Aan het einde van Zijn volmaakt raadsplan van verlossing, spreekt God: "Ik maak alle dingen nieuw". Hoe wondervol! Woorwaar, dit woord is geen "futurum": "Ik maak alle dingen nieuw". Het is een "praesens"!   Op hetzelfde ogenblik waarop het woord wordt uitgesproken, is het geweldige effect ook dáár.  De psalmist roept uit: "Hij spreekt, en het is er; Hij gebiedt, en het staat er" (33:9).
De in oude tijden gegeven belofte, gaat in vervulling.. Hij is getrouw en nimmer falend. God kan Zichzelven niet verloochenen. Hetgeen gesproken is in Hand.3:21, wordt werkelijkheid...

Vernieuwing van alles is in wezen verdrijving van de vloek; is in wezen het vluchten van de overwonnen dood uit het universum, dat weer "kosmos", "sieraad", is geworden. Zo kan deze weer woonplaats worden van de Almachtige God. Eertijds ontmoette Hij Zijn schepselen in de Hof van Eden; nu is Hij permanent aanwezig. 0, hoe groot zijt Gij, o mijn God!
Gods heilige stad draagt de schone naam van"HET NIEUWE JERUZALEM" - "STAD DES VREDES", waar voor altijd het "lied der wrake" is verklonken.


De naam "Jeruzalem" is afgeleid van "Jireh" (Jehovah - jireh betekent dan ook "De Here zal voorzien"), en "Shalem" ("Salem") betekent "Vrede".
Trekken wij dit samen, dan krijgen wij "JIREH - SHALEM" - dit is JERUZALEM. Met andere woorden,
De Here voorziet in vrede! En in dit nieuwe Jeruzalem zaL tot in alle eeuwigheden vrede zijn, waarin de Here heeft vorzien! Amen .


Het Jeruzalem van koning David, van het Joodse volk, is maar een flauwe schaduw van dit nieuwe Jeruzalem, dat Johannes zag nederdalen, als een
bruid, die in haar stralende bruidsgewaad de Bruidegom tegemoet treedt voor het "feest van eeuwig samenzijn". Glorie voor God en voor Zijn Christus!  In dit Jeruzalem zijn alle tranen uit de ogen gewist. Er is geen zonde meer, geen geklaag, geen moeite, geen dood, want alles is voorgoed voorbij gegaan. Deze "Zetel van de Here Gods het machtige resultaat van Zijn woord, waarop wij zo even gewezen hebben. En "het zijn van de Tabernakel Gods bij de mensen" spreekt duidelijke taal: het beduidt "volmaakte gemeenschap". En wat dit inhoudt lezen wij in:
 

vers.4,
"God zal alle tranen van hun ogen wissen; en de dood zal niet meer zijn; noch rouw, noch gekrijt, noch moete zal meer zijn; want de eerste dingen zijn weggegaan."

Alles is nieuw! Een toestand van eeuwigdurende gelukzaligheid! Alle bronnen van droefheid (o, hoe ontelbaar vele waren die...) zijn voor eeuwig gestopt. Alle herinnering aan dat, wat voorbij gegaan is, is voor goed verdwenen.  Er zijn Bijbelgedeelten, die niet roepen om een verklaring.. maar vragen om te luisteren; alleen maar in stille devote aandacht horen naar wondervolle hemelse geluiden.

Het slot van de Apocalypse is een "lied", dat gaat
breken zodra men het woord voor woord gaat spellen.
Het is om boos te w
orden, ja, toornig, wanneer men zogeheten "exegeten" (die het "luisteren" hebben verleerd) bezig ziet met hun scherp mes van "schijnbare wetenschappelijke, maar in wezen nie gefundeerde, ongelovige, afbrekende kritiek", het gedicht te  scheuren en te degraderen tot "een lappendeken van, door onnozele profeten-leerlingen, bij elkaar geraapte vodden."


Wie echter luistert met gewijde oren, dat zijn oren, voorzien van de "Olie des hemels", die is gewillig om door het resoneren van alle afzonderlijke coupletten in de ziel de ervaring te laten opvoeren tot hemelhoogten.
Eerst wa
nneer Gods heiligen nauwkeurig acht geven op de "finesses" ontdekken zij de schoonheden van het geheel.  En nu is het wonderbaarlijke, dat de stad Gods beide is: stad en gemeente van de levende God!! De nadruk moet op alles, wat Johannes zag, gelegd worden. Vandaar de woorden: "Deze woorden zijn waarachtig en getrouw" (v.5). De boodschap is immers van Hem, Die Getrouw is en Waarachtig (Openb.1:5)! De gemeente van de Here Jezus Christus, de vrouw des Lams, zal dan ook tot in alle eeuwigheid haar bijzondere en heerlijke plaats bekleden.

Wanneer de Here God in der eeuwigheid bij de mensen zal"wonen" (dus niet af en toe verblijven), dan zal Zijn Gemeente ook het goddelijk voorrecht genieten De woning, het Huis Gods, te zijn.
Hiermede rekening houdende, heeft de apostel Paulus geschreven: "Hem nu, Die machtig is meer dan overvl
oediglijk te doen, boven al wat wij bidden of denken, naar de kracht, die in ons werkt;  Hem zij de heerlijkheid in de Gemeente, door Christus Jezus, in alle geslachten, tot in alle eeuwïgheid"(Ef.3:20, 21).


 Het valt ons zo op, dat in de slottonelen met betrekking tot de eeuwigheid noch van Christus, noch van het Lam, maar enkel en alleen van God gesproken wordt. Wij verstaan hierdoor dat
alles teruggebracht  is tot de oorsprong. ,..De Zoon Zelf is onderworpen aan Die, Die Hem alle dingen onderworpen heeft, en GOD: Vader, Zoon en Heilige Geest, is ALLES in ALLEN".  "0, diepte des rijkdoms, beide: der wijsheid, en der kennis van God." Gods getrouwheid in alles en jegens allen, en Zijn waarachtigheid staan ons, die Zijn kinderen geworden zijn uit genade, borg voor de algehele vervulling van al Zijn raadsbesluiten.


In dit opzicht moet dan ook worden geconcludeerd, dat in volstrekte zin het einde van alle arbeid, van alle werken, van alle
scheppen en hervormen, is gekomen. En deze toestand duurt voort, onveranderd, tot in alle eeuwigheid. Dit  nu dienen wij te weten: Gods nieuwe hemel en Zijn nieuwe aarde, in welke gerechtigheid woont, en waar de Tabernakel Gods bij de mensen is, en waar die mensen Gods volk zijn, en God Zelf bij hen is, hun God, blijven alle eeuwigheden door. Amen.


Er staat in dit verband geschreven: "Het is geschied, Ik ben de Alpha en de Omega, het Begin en het Einde. Ik zal de dorstige geven uit de fontein
 van het water des levens voor niet" (v.6).  Hij, Die hangende tussen hemel en aarde op het kruis , gezegd heeft:"HET IS VOLBRACHT!", verklaart thans: "HET IS GESCHIED". En Hij spreekt deze woorden vanuit Zijn Troon. In Hem is absolute volkomenheid - volmaaktheid (vergelijken wij dit met Openb. 1: 8 en 11).
 
Het tweede
gedeelte van bovenstaande tekst maakt ons duidelijk, dat Hij alléén overvloediglijk verzadigt. Deze "fontein van het water des levens" is DE HEILIGE GEEST. Deze is de kroonbelofte aan en voor de overwinnaar, wat duidelijk uitkomt, wanneer wij lezen:
 

. "Die overwint, zal alles beërven; en Ik zal Hem een God zijn, en hij zal Mij een zoon zijn."
 
Dan is er eeuwige rust. Dit doet ons denken aan hetgeen geschreven staat. in Hebr
.4:9-10. In de 7 brieven, gericht tot de 7 Gemeenten, in het Boek Openbaring (hoofdstukken 2 en 3) worden 7 beloften gegeven aan de overwinnaars in die 7 Gemeenten. Zij beërven alles-overvloedige geestelijke rijkdommen.
 
"En indien wij kinderen Gods zijn, zo zijn wij ook erfgenamen van God, en mede-erfgenamen van Christus; zo wij anders met Hem
lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden" (Rom, 8. 17)Het zijn eeuwigheids woorden! Vooral vanwege de plaats waar zij voorkomen... het is aan het einde aller dingen; het is, wanneer God zal zijn "alles in allen" - GOD, DIE LIFFDE IS. Doch Hij is niet alleen liefde, Hij is Licht evenzo goed Hier vinden wij de onweersprekelijke proef van beide.
 
In liefde komt God neder om met Zijn volk te zijn. Het zijn"vernieuwde mensen"; zij kennen dan geen zwakheid of ellende meer, want God
Zèlf heeft immers alle tranen, uit hun ogen gewist. God is evenwel ook Licht en daarom is er in het gezicht van de nieuwe schepping, (waar de gerechtigheid in vrede woont, en waar geen kwaad, geen zonde of iets  dergelijk meer is) door de almacht des Heren ook eeuwige scheiding,  het deel der goddelozen... eeuwige verdoemenis  de tweede dood, waar "hun worm niet sterft en het vuur niet uitgeblust wordt". Daarom dienen wij dit goed te verstaan...
 
vers 8,
. "Maar de vreesachtigen, en ongelovigen, en gruwelijken, en doodslagers, en hoereerders, en tovenaars,en afgoden-dienaars, en al de leugenaars, hun deel is in de poel, die daar brandt van vuur en sulfer; hetwelk is de tweede dood"
 
Wanneer God zal nedergekomen zijn om bij de mensen te wonen
,  dan vernemen wij deze ernstige en plechtige woorden. De eeuwigdurende gelukzaligheid van Gods volk wordt ons geschilderd, maar ook de eeuwige rampzaligheid van de verlorenen in die poel, die van vuur en zwavel brandt; die poel, die bereid was voor de duivel en allen die hem dienen!

  
Het Nieuwe Jeruzalem
Eén van de zeven engelen, die de zeven schalen hadden, vol van de zeven laatste plagen, toont Johannes, de geliefde apostel,
de bruid, de vrouw des Lams- Het nieuwe Jeruzalem.  Wij lezen...

vers 9 ,
. "En tot mij kwam een van de zeven engelen, die de zeven fiolen hadden, welke vol geweest waren van de zeven laatste plagen, en sprak met mij, zeggende: Kom herwaarts, ik zal u tonen de Bruid, de Vrouw des Lams."

Alvorens tot de behandeling van dit gedeelte over te gaan, moeten wij opmerken, dat de acht eerste verzen van dit hoofdstuk dus betrekking hebben op een tijd, geheel verschillend van hetgeen er later op volgt. Van het 9de vers af gaan wij terug naar het 1000-jarige Vrederijk. Wij zien in het Boek Openbaring meermalen, na afhandeling van de hoofdzaak, een terugblik
op sommige bijzondere gebeurtenissen. En zó is het ook hier.

Van nu af aan komen wij van het
 symbolische Bijbelgetal | zeven (Goddelijke Volkomenheid in Heiligheid) tot het symbolische Bijbelgetal TWAALF (Goddelijke Ordening). Wij maken hier kennis met dezelfde  engel, Die Johannes het oordeel van de grote hoer, Babylon, heeft getoond(Openb. 17:1-3). Om deze"hoer"te zien, werd Johannes door de engel in de wildernis gebracht. Om de Vrouw des Lams te zien, werd Johannes door diezelfde engel gebracht op een hoge berg.  De heerlijkheid van de Bruid, zoals die beschreven wordt, is van eeuwige duur, want tot in alle eeuwigheid zal zij schitteren met de glans der heerlijkheid Gods. Nimmer zal zij ophouden te zijn, wat zij van het ogenblik van het bruiloftsfeest af, geweest is!

vers 10,
. "En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg, en hij toonde mij de grote stad, het heilige Jeruzalem, nederdalende uit de hemel van God."
 
Wat nu volgt is de beschrijving van de heerlijkheid van Gods Gemeente, Zijn Heiligdom, Zijn Bruid. Deze heerlijkheid kan onmogelijk op een andere wijze ons voorgesteld worden.. De menselijke taal heeft geen woorden genoeg om de hemelse, geestelijke schoonheid van Christus' Bruid uit te drukken. Slechts door "aardse beelden" kan ons enigermate de hemelse heerlijkheid worden voorgesteld.
Willen wij de diep-geestelijke betekenis van de hier gebruikte beelden verstaan, dan moeten wij (evenals elders) door vergelijking met andere Schriftplaatsen, Gods bedoeling,Zijn uitnemende gedachte in deze beeldspraak trachten te verstaan, te vatten. Dat wij dan geheel en al betrouwen op de eminente leiding van de Heilige Geest!
 

 vers 11-27,
. En zij had de heerlijkheid Gods, en haar licht was de aller kostelijkste steen gelijk, namelijk als de steen jaspis, blinkende gelijk kristal. En zij had een grote en hoge muur, en had twaalf poorten, en in de poorten twaalf engelen, en namen daarop geschreven, welke zijn de namen van de twaalf geslachten der kinderen Israëls.

Van het oosten waren drie poorten; van het noorden drie poorten; van het zuiden drie poorten; van het westen drie poorten.
En de muur der stad had twaalf fundamenten, en in dezelve de namen der twaalf apostelen des Lams.En hij, die met mij sprak, had een gouden rietstok, opdat hij de stad zou meten, en haar poorten.
En de stad lag vierkant, en haar lengte was zo groot als haar breedte; en de hoogte derzelve was even
gelijk. En hij mat de stad met de rietstok op twaalfduizend stadiën.

En hij mat haar muur op honderdvieren veertig ellen,naar de maat eens mensen, welke des engels was. En het gebouw van haar muur was jaspis; en de stad was zuiver goud, zijnde zuiver glas gelijk.
En de fundamenten van de muur der stad waren met allerlei kostelijk gesteente versierd. Het eerste fundament was jaspis, het tweede saffier, het derde chalcédon, het vierde smaragd,
het vijfde sardonyx, het zesde sardius, het zevende chrysoliet, het achtste beryl, het negende topaas, het tiende chrysopraas, het elfde hyacinth, het twaalfde amethyst.

En de twaalf poorten waren twaalf paarlen: Iedere poort was uit een parel; en de straat der stad was zuiver goud, gelijk door
zichtig  glas,En ik zag geen tempel in de zelve, want de Here, de almachtige God, is haar Tempel, en het Lam.En de stad behoeft de zon en de maan niet, dat zij in dezelve zouden schijnen; want de heerlijkheid Gods heeft haar verlicht, en het Lam is haar Kaars. En de volken, die zalig worden, zullen in haar licht wandelen; en de koningen der aarde brengen hun heerlijkheid en eer in dezelve. En haar poorten zullen niet gesloten worden des daags ; want aldaar zal geen nacht zijn; en zij zullen de heerlijkheid en de eer der volken daarin brengen.En in haar zal niet inkomen iets, dat ontreinigt en gruwelijkheid doet, en leugen spreekt, maar die geschreven zijn in het boek des levens des Lams."
 
Wij lezen in dit verband:
"Zijn grondslag is op de bergen der heiligheid.
De Here bemint de poorten Sions boven alle woningen Jakobs. Zeer heerlijke dingen worden van u gesproken, o stad Gods" (Ps. 87:1-3). Het allereerste "tehuis" van de mens op aarde was " een hof". Zonde bezoedelde haar. Het "eeuwige tehuis" van de mens is "een Stad" - heilig, want geen zonde is daar!
Wij kunnen nu verschillende
dingen opmerken; te weten:

1
. Haar oorsprong
Nederdalend van uit de hemel van God. God is de Bouwer (Hebr .11:10 , 16) .
 
2.  Haar verschijning
Zij had de heerlijkheid Gods (v. 11a).

En wanneer wij verder lezen,
haar licht  was de allerkostelijkste steen gelijk, ...blinkend  gelijk kristal." Welk een overeenkomst met de beschrijving van de Vrouw, de Bruid uit Openb. 12:1, die bekleed is met Gods heeriijkheid , gesymboliseerd door de zon.
 
3
.  Haar licht
Als van de steen "jaspis" - geen ander licht is aan deze gelijk (v-11b).
In Openb. 4: 3 staat geschreven: "Die daarop zat (op Zijn troon wel te verstaan), was in het aanzien de steen jaspis en sardius gelijk". Ook in het geval van de Bruid des Lams is er dus sprake van Goddelijke, majesteitelijke heerlijkheid!
 
4
. Haar poorten
De Schrift spreekt van 12, met twaalf engelen in de poorten (v.12,13,21) . De
namen van de 12 geslachten Israëls zijn erop geschreven... (v. 12).Ons wordt verder verteld, dat "in het oosten 3 poorten waren, in het noorden ook 3 poorten, in het zuiden eveneens 3 poorten, en in het westen weer 3 poorten" (v. 13) . En deze 12 poorten waren twaalf paarlen (v. 21).

Wij zijn er al van overtuigd, dat dit heilige Jeruzalem in "karakter en natuur" hemels is. Het daalt uit de hemel van God neder, om zich te vertonen, doch het behoort niet tot de aarde, maar hoort in de hemel thuis.
Al komt ook de Vrouw des Lams met Christus, haar Hemel-Bruidegom op aarde, zo is nochtans haar "woning", even als die van Christus Zelf, het huis des Vaders tot in alle eeuwigheid.

Omdat de Bruid des Lams bekleed is met God s Heerlijkheid, zinnebeeldig voorgesteld door jaspis- en sardius-steen, kunnen wij nu beter verstaan, wat de apostel Paulus in Rom.5 heeft geschreven; namelijk: "Wij roemen in de hoop der heerlijkheld Gods.".
De "
parel " spreekt ons, in symboliek, van het lijden van Christus, in het natuurlijke bestand der dingen, worden paarlen gevormd door het "lijden in de verborgen diepten der zeeën"!
 
5
. Haar fundamenten
Met betrekking tot deze staat er geschreven: "En hij,
die met mij sprak, had een gouden rietstok, opdat hij de stad zou meten, en haar poorten en haar muur.... En de fundamenten van de muur der stad.. ... twaalf  .... "(v.v. 14, 19-20). Wanneer wij lezen van de 12 apostelen des Lams, maakt Gods Geest ons indachtig, wat er vermeld wordt in Ef.2:20-22
"Gebouwd op het fundament der apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus is de uiterste hoeksteen; op Welke het gehele gebouw, bekwamelijk samengevoegd zijnde, opwast tot een heilige tempel in de Here; op Welke ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest."
.

Wat een hemelse pracht en luister!
Vooral als wij letten op al die kostelijke gesteenten, waarmede die 12 fundamenten versierd waren.
Letten wij in het bijzonder op de meest wonderlijke uitstraling van al die onderscheiden kleuren en op hun ordeningen!
Dit onuitsprekelijk heerlijke voorrecht van de stad Gods verheft haar (en dus allen, die tot haar zullen behoren) boven alle stof en boven de dingen van de aarde!
 
Hier is "de stimulans" welke wij behoeven, geliefden; want met de blik gev
estigd op deze heerlijkheid, worden wij aangezet, aangespoord, om te" "jagen naar de heiligmaking, zonder welke niemand de Here zien zal" (Hebr. 12:14b). Wij zullen daardoor worden "afgezonderd "van alles, wat hier beneden is, en reizen onze pelgrimsweg met grote blijdschap door de woestijn van dit kortstondige, aardse leven.
 
6
. De afmetingen
Drie dingen worden"gemeten" : stad
,  poorten en muur: Niets wordt vergeten, en alles is volmaakt in de Here Jezus Christus.
Het symbolische getal "drie", hier aa
nwezig, spreekt ons van "Goddelijke specificaties" (Openb.11:1-2).De stad is dus een volmaakte "kubus". Doet dit ons niet denken aan dat "Heilige der Heiligen" in Israëls tabernakel, dat eveneens, qua afmetingen, een kubus was - ook de tempel. Wij verwijzen in dit verband naar 1 Kon.6:19-20.


Deze "grote en hoge muur" duidt de
volkomen veiligheid der Hemelse stad in afzondering aan, terwijl die "twaalf poten"" (plaatsen des gerichts in het Verbond) - hier spreken van eeuwige  ordeningen en hun kracht vanwege de Here.  .Ofschoon wij hier in vers 12 lezen van die  12 namen der 12 geslachten der kinderen Israëls, zijn deze toch niet die van de aartsvaders, maar die van de 12 apostelen des Lams (v. 14).


Letten wij op hetgeen Paulus heeft geschreven in het reeds eerder genoemde hoofdstuk Efeze 2, dan zullen wij nu in dit verband verstaan, dat hij gesproken heeft van "profeten des Nieuwe Testaments". Want, waren die van het Oude Verbond bedoeld, zo moesten zij aan de apostelen voorafgaan
. En bovendien wordt van de profeten van het Oude Verbond door Petrus gezegd... dat zij niet voor zichzelf, maar voor ons de dingen bedienden, die ons nu aangekondigd zijn door hen, die ons het Evangelie verkondigd hebben (1Petr,1:10-12).

Daarom heeft
Paulus gezegd, sprekende van "de verborgenheid van Christus",welke daarin bestaat, dat de gelovigen uit de heidenen tezamen met de gelovigen uit Israël, een Lichaam vormen: De Gemeente van de Levende God!

 
"Welke in andere eeuwen de kinderen der mensen niet is bekend gemaakt., gelijk zij
nu is geopenbaard aan Zijn heilige apostelen en profeten, door de Geest" (Ef. 3:5-6) . Zie ook Kol. 1:26.
De "gouden rietstok" waarmede wordt gemeten, is de symboliek voor het
"eeuwige Woord Gods", dat getuigt van de strikte rechtvaardigheid Gods. Dit Woord meet en oordeelt alles! Maar wij hebben al mogen inzien, dat Gods werk volmaakt is,  dat niets ontbreekt, en dat alles in de volmaakte orde is geregeld.Daer waren geen werktuigen,  noch ander gereedschap meer nodig. Alle genoemde getallen geven een
voleindigde volkomenheid  weer (v. v,16-17)...


De eeuwige orderingen Gods
Wanneer wij nu bedenken, dat 1
stadium een afstand is van 185 meter, en 12.000 stadiën van 2220 km, dan kunnen wij ons wel een voorstelling maken van de uitgestrektheid van deze heilige Gods stad.
Als een kubus telt zij du
s 12 ribben, elk van 12.000 stadiën. Vermenigvuldigen wij deze getallen  met elkaar, dan is de uitkomst 144.000. Dit merkwaardige,  bijzondere, Bijbelse getal is onafscheidelijk verbonden aan deze heerlijke Gods-stad, het Nieuwe Jeruzalem,... De Bruid, de Vrouw des Lams.
 
En de nuur is 144 ellen. Dat is 12x12.
 Hier hebben wij het symbolische, Bijbelse getal van de eeuwige orderingen Gods in menigvuldigheid.  Wat heeft dit ons te zeggen? Gods werk in Zijn plan van verlossing vereist de gezalfde bediening van het apostolaat door de eerste fundament-apostelen en de laatste spade regen-apostelen. Amen.
 
7
. Het naterieel
Hiervan lezen wij in Openb 21 : 18-21. De muur was van
jaspis.  Wij verwijzen voor de Bijbels(symboliek naar Openb.4: 3.
De stad was van
zuiver goud- de symboliek van Goddelijke Heerlijkheid  
"
Zuiver als glas gelijk" wil zeggen, dat alles vlekkeloos is in dit Nieuwe Jeruzalem, de Godstad, de Bruid des Lams.

Als wij dan nog kennis nemen van al dat sierende
kostelijke gesteente, zo worden wij herinnerd aan de 12 kostelijke stenen  van onderscheiden  kleuren en rangschikking op de  borstlap van Israels Hogepriester (Exod.28 15-21). De symboliek van volmaakte gemeenschap in en door de Heilige Geest!
 
8
. Geen Tempel
Geen
tempel is in deze stad!
Goddelijke heerlijkheid en Goddelijke gerechtigheid en Goddelijke heiligheid drukken haar stempel op deze Gods
stad. Overal die reinheid, die elke soort van bezoedeling ver van zich heeft afgestoten. God is Licht; en gelijk Hij Zichzelf in dit karakter ten opzichte van de mensheid in de schepping en in de verlosssing heeft geopenbaard, zo openbaart Hij Zich hier in die opperste glorie.

Een "tempel" (religieus "centrum" in de Oude Bedeling) is hier niet nodig - ja, overbodig. Door Christus is God alles in allesn geworden
. Heel Gods schepping is Gods Huis, vol vanZijn opperste Heerlijkheid. Daarom staat er geschreven: "Want de Here, de almachtige God , is haar Tempel, en het Lam"  Hij is Gods Lam tot in eeuwigheid...Welke les leren wij hier? Het zoenoffer des kruises wordt tot in der eeuwigheuid eer gegeven, in de voortdurende aanbidding -de enige weg, Halleluja!

Het is voor Gods kinderen een volkomen begrijpelijke zaak, dat deze Stad de verlichting door zon en maan niet nodig heeft, want het Licht der lichten doet haar baden in weelde en gerechtigheid, en doet haar aan alle zijden glanzen.In deze Goddelijke schoonheid zullen allen, die Hem toebehoren,
delen, en hierin zullen de heiligen van alle eeuwen schitteren. Hoe sterker de stralen van Goddelijk Licht Gods heiligen beschijnen, des te helderder zal hun schoonheid zich verbreiden in haar glans,.. gelijk edelstenen schitteren, wanneer zij getroffen worden door de gloed-warme stralen van de zon.

9
. Haar verlichting
Dit hebben wij reeds in het voorgaande behandeld. Wij willen hieraan het
volgende nog toevoegen...
Wij hebben hier te maken met dezelfde heerlijk
heid  en hetzelfde stralende Goddelijke Licht, waarin Israël des nacht wandelde ten tijde dat Gods volk reisde in de woestijn (Exod. 13:21-22).
Het is dezelfde heerlijheid, Die het Mees
t Heilige van de aardse tabernakel en van de tempel in lichter laaie zette.

Het is Gods heerlijkheid, de SHEKINAH lichtend in en door het Lam
.
Ziet: Jak 1:17. l 1 Tim.6:15-16.
Omdat het in deze Heilige Gods
stad altijd dag is en de duisternis niet. wordt gekend (v.23), behoeven haar poorten ook nooit gesloten te worden. Laten wij dit zo verstaan: niemand, die er IN is, wil naar BUITEN... daar is een vrij in- en uitgaan.

10
. Haar inwoners
"En de volken, die zalig worden,
zullen in haar licht wandelen; en de koningen der aarde brengen hun heerlijkheid en eer in dezelve (v. 24).
Degenen, die
met Christus  verdragen, zulle ook met Hem heersen. Het zijn altemaal edelen  naar Gods maatstaf, die hier wonen! Vergeten wij evenwel niet, dat al hun adel, slechts in Hem hun oorsprong vindt, want Hij moet  verheerlijkt worden in al Zijn heiligen. Bezoedeling ïs niet meer mogelijk. Iedereen hier is heilig en onberispelijk, Welk een wondere voorstelling van personen en zaken vinden wij hier!
Doet dit alles ons niet denken aan hetg
een de Here Jezus Zelf gezegd heeft? 


In Zijn Hogepriestelijk gebed bad Hij: "En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven, Die Gij Mij geg
even hebt, opdat de wereld erkenne, dat  Gij Mij gezonden hebt, en hen lief gehad  hebt, gelijk Gij Mij hebt lief gehad" (Joh 17:22-23). Welk een onuitsprekelijke vreugde voor allen, die Hem toebehoren, dat God in de toekomende eeuwen zal betonen de uitnemende rijkdom Zijner genade in goedertierenheid over ons in Christus Jezus (Ef.2:7) .Dit alles in volstrekte overeenstemming met de plaats, welke wij innemen.
 
Daar is niets meer te vrezen in deze Heilige Stad van God. Geen wonder, dat alle heerlijkheid en eer vrijwillig daarin worden gebracht , v.v.25-26.
Letten wij dan ook nog op de
geestelijke kwalificaties van haar burgers : "En in haar zal niet inkomen iets, dat ontreinigt en gruwe- lijkheid doet, en leugen spreekt; maar die geschreven zijn in het Boek des Lams" (v.27) . 


Slot aantekening
Onze hele verhandeling in het licht der Goddelijke Openbaring, moet allen, die Zijn verschijning liefhebben, overtuigen
:


dat de bruiloftscondicite niet ophoudt aan het einde van Gods koninkrijk op aarde: heet 1000 jarig koninkrijik,  het millenniuml;

dat de kruisweg, ons strijden en lijden hier voor Christus, de enige weg is tot eeuwig behoud in Gods eeuwige stad -  het nieuwe Jeruzalem;

dat separatie en Goddelijk beginsel is, dat overal in het Woord van God tot openbaring komt;

dat God licht is, en daar is gans geen duisternis in Hem, en dit Licht is in Jezus Cnristus en straalt door in de levens van allen, die Hem in waarachtighed toeehoren/bloedvgewassen, wedergeboren en met Gods Geest verzegelde mensenkinderen.


Home - Sitemap