0

Die is, Die was en Die komen zal
De "Openbaring"nader beschouwd

* Inhoud

* Gods Raadplan der eeuwen
Lees verder

* Waarom de Openbaring werd gegeven
Lees verder

* De brieven aan de zeven gemeenten
Lees verder

* Efeze
Lees verder

* Smyrna
Lees verder

* Pergamus
Lees verder

* Thyatira
Lees verder

* Sardes
Lees verder

* Filadelfia
Lees verder

* Laodicea
Lees verder

* Nabeschouwung
Lees verder

* De troonsheerlijkheid van de Vader
Lees verder

* De heerlijkheid der verzoening door God de Zoon
Lees verder

* De zegels worden geopend.
Lees verder

* 1ste zegel
Lees verder

* 2de zegel
Lees verder

* 3de zegel
Lees verder

* 4de zegel
Lees verder

* 5de zegel
Lees verder

* 6de zegel
Lees verder

* 7de zegel
Lees verder

* De Goddelijke oogst voor en na de grote oordelen van God
 Lees verder


* De bazuinen gaan klinken
Lees verder

* 4ste-4de bazuin
Lees verder

* 5de bazuin
Lees verder

* 6de bazuin
Lees verder

* 7de bazuin
Lees verder

* De culminatie der demonische machten
Lees verder

* Gods volmaakte openbaring van Zijn oordeel en genade wordt  de wereld aangezegd
Lees verder

* Gods volmaakte openbaring van Zijn oordeel en genade wordt de wereld gegeven
Lees verder

* De openbaring van Gods grote verborgenheid
Lees verder

* De antichrist en zijn heerschappij
Lees verder

* Gods wegen in genade en gericht
Lees verder

* De zeven fiolen vol van de toorn van God
Lees verder

* De zeven fiolen van Gods toorn worden uitgegoten
Lees verder

* Gods oordeel over het grote Babylon als geestelijke macht
Lees verder

* Gods oordeel  over het grote Babylon als politieke en economische macht
Lees verder

* De inleiding tot het grote duizendjarig Rijk van Christus
Lees verder

* Aanvang en slot van het duizendjarig Vrederijk
Lees verder

* Taferelen uit Gods eeuwigheid en van het Nieuwe Jeruzalem
Lees verder

* Besluitend visioen en Jezus' laatste woorden
Lees verder



 

 

 

Home - Sitemap


Gods volmaakte openbarig van Zijn genade
en oordeel wordt de wereld gegeven

De Tempel wordt gemeten


  
Johannes moet opnieuw profeteren

Het vorige hoofdstuk van het Boek Openbaring eindigde  met de woorden, die Johannes, de geliefde apostel, opnieuw moest profeteren. En dit laatste betekent altijd stuiten op hardnekkige weerstanden, die de feestelijke maaaltijd willen bederven en het leven willen verbitteren. Het Woord Gods, en het Evangelie in het bijzonder, is immers niet naar de mens! Het wekt, mits recht gesneden, altijd tegenstand.

Juist als de loop der tijden zich alsmaar versnelt, wordt de echte profetie aan alle kanten te niet gedaan; dwz. tegengesproken en wordt de profeet "smartenman". Dit leert de geschiedenis duidelijk.  De door God Zelf gemaakte profeten blijven echter Gods Woord doorgeven, ook als Zijn stem niet meer doorklinkt, als er wordt geschreeuwd: "0, God! waarom laat U het niet donderen? Nog éénmaal, nog éénmaal die zeven stemmen! Nog éénmaal dat volle en goddelijke geluid!".  

 Gods mannen en vrouwen, Gods strijders, wie zij ook zijn en in welke tijdsbedeling zij ook geleefd hebben, worstelen nooit onder een hemel van koper en onder de niet-geziene blik van God Almachtig; ook al lijkt het alsof Hij zwijgt.
Er wordt overal tot God geroepen om activering van het Gemeentelijk leven; en hier zal het nog beter gaan dan elders. Maar de Gemeente van de levende God heeft voor alles nodig profeten, die het Woord hebben verslonden, die er uit leven, en te allen tijde bereid zijn er door verslonden te worden, om, als het moet, er voor in de dood te gaan...

Ze kunnen er tegen. Ze zijn, door God als het ware "gepantserd", niet vatbaar voor de satanische verleiding, dat God ook voor ambtsdragers in zo vele gevallen als de eeuwig zwijgende zou zijn. Zij, die Gods Woord hebben gegeten, zullen er nu door worden verteerd. Dit is nu eenmaal de gang van zaken in het dienen van de levende G
od. Wie wordt niet overtuigd van hetgeen geschreven staat in Hebr.4:12.2

"Want het Woord Gods is levend en krachtig, en scherp snijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling der ziel, en des geestes en der samenvoegselen, en des mergs,  en is een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten".  De machtige inhoud van het woord "getuige",  zal moeten worden ervaren in optima forma. En het is heus geen toevalligheid, dat getuige en martelaar in het Grieks worden weergegeven door hetzelfde woord. Nu wordt Johannes iets opgedragen, en het elfde hoofdstuk van Openbaring opent alsdan met: een centrale of sleutelhofdstukod.  De apostel wordt opgedragen "de tempel Gods en het altaar en degenen die daarin aanbidden" te meten. Wij lezen dan:


  Vers 1,
"En mij werd een rietstok gegeven, een meetroede gelijk; en de Engel stond en zeide: Sta op, en meet de tempel Gods en het altaar, en degenen, die daarin aanbidden".


Een meetsnoer

Zo'n meetsnoer, als hier bedoeld, past altijd bij een profeet. Ook de profeet Ezechiel moest de afmetingen lezen van de toekomstige tempel, die gezien in profetisch vergezicht, niet letterlijk  mag worden gezien. Ook Zacharia moest door de uitschakeling van het meetriet verstaan, dat Jeruzalem een open stad zou zijn zonder meetbare muur. Het meten dat Johannes moest doen, bedoelt iets zeer diepzinnigst. Deze "tempel Gods" is de enige waarachtige Tempel; en zij is de Gemeente van de Here Jezus Christus. Wij verwijzen in dit verband naar de respectievelijke Schriftplaatsen: 1 Kor3:16-17; .6:19; II Kor.6:16: ,Ef.2:21; Openb.3: 12 en 7:15.

Wij herinneren ons, dat de Here Jezus Zelf van Zijn eigen lichaam gesproken heeft als van een tempel (Joh. 2:14-21). God woont niet langer in tempels die mensen hebben gemaakt! In oude tijden woonde Hij in de Tabernakel en temidden van Zijn volk. Deze was Zijn woonstede. Toen woonde Hij in de tempel van Salomo,... maar daarna brak "de volheid der tijds" aan,... een andere bedeling nam een aavang; een grotere tijdsbedeling brak aan; de bedeling, waarin wij leven.   En nu woont Hij in de gelovigen; en alle tezamen maken zij de Gemeente van de levende God uit, Gods 'woonstede in de Geest", Zijn Lichaam en Heiligdom, Zijn Tempel. En daar is maar één God en één Tempel.


De Tempel wordt gemeten
Drie dingen worden hier "gemeten", namelijk:

1. De eerder genoemde Tempel, dit is  het Huis of de Plaats van aanbidding;
2. Het Altaar, dit is de standaard of de wijze van aanbidding;
3. De Aanbidders zelf, dat zijn degenen, de "individuen", die  aanbidden.

Dit "meten" houdt een "sparen" in, wat zo op het eerste gezicht moeilijk is te verstaan. Doch Gods Woord leert dat het oordeel Gods altijd begint bij het huis Gods. (aard I Petr.4:17-18). En, wanneer wij nu door de openbaring door  de Geest mogen verstaan, dat de bedoelde "meetroede" Christus ZELF is (HET WOORD GODS), dan verstaan wij ook, dat dit meten neerkomt op de vraag in hoeverre DE STANDD vAN ZIJN GERECHTIGHEID EN VOLMAAKTHEID in ons is bereikt. Want, het is altijd Gods wil en doel, dat de Gemeente eenmaal,, en dat is straks, "zal komen tot de mate van grootte der volheid van Christus" (Ef.4:13)...

Ten tijde van de vervulling van Openbaring 11:1, zal de Gemeente van de Here Jezus Christus deze Schriftuurlijke standaard hebben bereikt; en zal zij gekomen  zijn tot volmaaktheid in Christus.
De Tempel vindt haar "typering" in dat altaar; en daarom moet ook dit altaar gemeten worden en zelfs degenen die aanbidden. In het profetisch licht van goddelijke volmaaktheid kan dit altaar geen andere zijn dan het "gouden reukofferaltaar". Van de "letterlijke" kunnen wij lezen in'Ex.30. Daarop werden de welriekende specerijën geofferd, waarvan wij kunnen lezen in Ex.30:34-38.


Drie soorten van welriekende specerijen worden genoemd:
1. mirresap, symbolisch ons sprekend van Christus' lijden, van de "wonden" van Christus;

2. oniche, symbolisch ons sprekend van het gemeenschapsleven van de ziel, van de "zoetheid" van het gebedsleven;

'3. galban, die ons symbolisch spreekt van Christus' sterven, van de bitterheid van Zijn dood.

In overdrachtelijke zin, waar het hier gaat om het meten van het altaar en vanzelfsprekend van de onafscheidelijke offeranden, is hier sprake van respectievelijk "lichaam", "ziel", en "geest"!
In deze (hier geprofeteerde) tijd zijn alle drie gekomen tot de eerder besproken Goddelijke Standaard. Halleluja! Nu de zevende bazuin wordt gehoord, zal duidelijk worden, wie er waarachtig behoren tot het geestelijke Lichaam van Christus. Deze zijn alléén diegenen, die absoluut geloofd hebben in het grote offer van het Lam Gods op Golgotha, die ook daadwerkelijk door Hem verlost  zijn, die Hem dienen en gevolgd zijn overal, waar Hij leidt,  getrouwelijk, tot het einde toe.

Deze allen zijn door de eminente werkingen van de inwonende Heilige Geest gekomen tot de ervaring van de dood en de opstanding van Jezus Christus, "tot een volkomen man". Het spel van alle "would-be-gemeenteleden" kan het weliswaar heel lang uithouden, maar strakts als de zevende engel Zijn stem laat horen, zal het volkomen uit zijn. Dan zal duidelijk blijken wie de waarachtige aanbidders zijn, de kinderen Gods in waarheid.

Vers 2,
"En laat het voorhof uit, dat van buiten de tempel is, en meet dat niet, want dat is de heidenen gegeven; en zij zullen de heilige stad vertreden twee en veertig maanden".
 
Het voorhof

Hier wordt "het voorhof, dat buiten de tempel is, niet gemeten". Waarom niet? Het antwoord is duidelijk: "deze is de  heidenen gegeven". De openbaring des Geestes doet ons verstaan, dat meerbedoelde voorhof typerend is voor de "groep van de vijf dwaze maagden" (Matth.25:1-13),"de overigen van het zaad der vrouw" (Openb.12:17)! Gedurende de tijdsperiode van de "Grote Verdrukking", zullen deze de hevigste vervolgingen hebben te doorstaan en zullen daarin vallen als "martelaren", want zij zullen getuigenis aangaande Jezus Christus en Die gekruisigd, moeten verzegelen met hun martelaarsbloed (Openb.12:17, samen met 13:7a).

Deze  Grote Verdrukking, de profetische tijdsperiode van de alleen-heerschappij van de antichrist, universeel heerser, zal conform het profetisch Woord, drie-en-een-half-jaar duren. Het zal de laatste drie-en-een-half-jaar zijn vooraafgaande aan de Wederkomst van de Here Jezus Christus. Deze dwaze maagden zullen, om Zijns Naams wille, gehaat worden door alle volkeren (de heidenen) in die tijd.


De stad Jeruzalem, de "heilige stad", zal de hoofdzetel zijn van de antichrist gedurende zijn dictatorschap; 42 maanden lang of 3 1/2 jaar. Wij herinneren ons, dat, in het grijze verleden, toen de Here Jezus Christus nog op aarde wandelde, juist in dezelfde stad Jeruzalem, verraad werd gepleegd door Judas Iskariot, een van de twaalven. Gelijkerwijs het toentertijd Judas, de hoogverrader van Kariot, verging, zo zal ook in deze plaats de antichrist, straks aan zijn einde komen. Op het einde der tijden zal dit geschieden. "Wij hebben het profetisch Woord. Amen.

Wij vragen aandacht voor het feit, dat straks dit "meten van de Gemeente", van "de Bruid van Christus" (de Vijf wijze maagden , Matth.25), voorafgaat aan de Grote Verdrukking. Dit is het onwederlegbaar bewijs,dat de Gemeente, dat is het Lichaam van Christus, alsdan volmaakt zijnde, niet zal gaan door de Grote Verdrukking. Zij zal straks "weggenomen", beschermd en door God Zelf worden gevoed  gedurende de tijd van 3 1/2 jaar, 42 maanden, 1260 dagen, een tijd, tijden, en een halve tijd, "in hare plaats, buiten het gezicht van de slang" (Openb.12:6, 14). , Glorie voor God!

Vers 3,
."En Ik zal Mijn twee getuigen macht geven, en zij zullen profeteren duizend tweehonderd zestig dagen, met zakken bekleed".


De verschijning van Gods getuigen

De profeet-apostel Johannes hoort nu de stem van zijn Here en God.
En het is duidelijk, uit hetgeen de Here tot hem zegt, dat deze getuigen het zwaar te verduren krijgen. Hun lot wordt straks ondragelijk, en zij zullen die 42 maanden ook ervaren als 1260 dagen! En iedere dag zal drukken als een loden last, die alsmaar en in toenemende mate zwaarder wordt... Alle vreugde, in dergelijke omstandigheden, zal wijken uit een gewoon mensenbestaan. Alsdan zal een zak het zwaar gekwelde lijf bedekken - zij zullen intense rouw dragen!

Wie worden er nu met deze twee getuigen bedoeld?
De omschrijving volgt ook nu "Deze zijn de twee  olijfbomen en de twee kandelaren, die voor de God der aarde staan" (v.4).  Dat wil zeggen, "voor het aangezicht van de Here God". Hier is dan een zeer duidelijke verwijzing naar Zach. 4, waar wordt gesproken over een kandelaar en twee olijfbomen. Wij willen in dit bestek niet dieper ingaan op de details, doch enkel nog wijzen op deze "olijfbomen", die dus wis en zeker twee "ambtsdragers" zijn en die in het Koninkrijk der Hemelen hun geëigende, door God Zelf bepaalde, plaatsen innemen.

Zij zijn van des Heiligen Geestes, en stralen Gods Licht uit in volle heerlijkheid en kracht; Hun aantal is geen geheim. Waarom juist twee? Deutr.19:15 geeft hier licht. Hun getuigenis moet als WAAR aanvaard werden, het wortelt in God Zelf! De Here Jezus Christus Zelf geeft Johannes de beschrijving vann Zijn getuigen. Hij begint met te zeggen: "MIjN".Het zijn de getuigen van de machtige Engel uit hoofdstuk 10. Zij zijn profeten (v.10). Dit "Mijn" wil zeggen, dat zij in het bijzonder voor en van Hem zullen getuigen. Tot beter begrip in deze, doen wij goed ook de volgende Schriftuurplaatsen te raadplegen. Openb.1:15 en 3:14. Waarlijk, de Here Jezus is de waarachtige Getuige!


Wet en Profeten
Dit tweetal kan nog concreter worden gekend. Wanneer wij biddend acht geven op de macht, die hen is gegeven en "tekenen", die zij doen, kan hier met profetische zekerheid gesproken worden van Mozes en Elia.
Is de eerste niet de "drager van Gods Wet", Gods "wetsman" en is de tweede niet de koning onder Gods profeten? Wis en waarachtig: en Wet én Profeten is de samenvatting van heel het Oude Testament. De Here Jezus heeft gezegd: "Ik ben niet gekomen om de Wet en de Profeten te ontbinden, maar om ze te vervullen". Het is dan ook geen toevalligheid, dal juist Mozes en Elia op de Berg van Verheerlijking met Jezus spraken over "Zijn uitgang", die de "Man van Smarten" moest volbrengen in.... Jeruzalem. Alweer Jeruzalem!

Vers 5-6,
"En zo iemand die wil beechadigen, een vuur zal hun mond uitgaan, en zal hun vijanden verslinden; en zo iemand hen wil beschadigen, die moet alzo gedood worden. Deze hebben macht de hemel te sluiten, opdat geen regen regene in de dagen hunner profetering; en zij hebben macht over de  wateren, om die in bloed te verkeren, en de aarde te slaan met allerlei plagen, zo menigmaal al zij zullen willen."

 
Mozes en Elia

Deze twee getuigen, die Johannes ziet, doen precies hetzelfde wat  Mozes en Elia hebben gedaan. Plotseling komt er "Vuur" uit hun mond en vernietigt iedere vijand, wie het waagt om aan te vallen of die schade wil berokken. Dit herinnert ons aan Elia, die de soldaten van koning Ahazia het ene 50-tal na het andere, door hemelvuur liet verteren ." Waarlijk, deze twee getuigen beschikken over bonvennatuurlijke macht, over hemelse krachten; kunnen zo maar "de hemel sluiten, zodat er geen regen valt gedurende de tijd dat zij profeteren".

Was het niet Elia,  de Thisbiet, die koning Achab toeriep: "Zo waarachtig als de Here, de God Israël leeft, in wiens  dienst ik sta; er zal deze jaren geen dauw of regen zijn, tenzij dan op mijn woord". Welk een geopenbaarde macht en kracht van God! Beide getuigen kunnen zo maar "water in bloed veranderen", en "de aarde slaan met allerlei plagen, zo dikwijls als zij dat willen". Doet dit ons niet denken aan de 10 plagen, waarmee het verzet  van de zich verhardende Farao werd gebroken?

Behalve de zoëven genoemde passage, Deutr.19:15, zijn daar ook nog de volgende Schriftplaatsen, welke wij u aanbevelen om te bestuderen: Matth,18:16; Joh.8:17; II Kor.13:1 en I Tim.5:19.
Beide, zowel de Wet als ook het Evangelie vragen "twee getuigen". Daarom is het geen toeval, maar het vervullen van Zijn eigen Wet, wanneer de Here "tegelijkertijd 2" uitzond.  Hier zijn het Mozes en Elia, toentertijd Jozua en Kaleb,... Petrus en Johannes. Ook met de 12-en handelde Hij evenzo (Mark.6:7) en desgelijks met de 70-en (Luk.10:1.).

Deze twee getuigen geven door, wat God heeft gesproken en wat Jezus Christus over God heeft gezegd, en blijven hier het overblijfsel van het Jodendom oproepen tot bekering, voordat straks het laatste gericht zal worden aangekondigd.  Hun het is tot bevestiging van de waarheid van het door hen gesproken woord (van de prefetie), dat zij hemelkrachten en aarde krachten tot manifestatie brengen. Wij willen het zo eenvoudig mogelijk schrijven...: zij gooien  met vuur en veranderen het water, de levensbron, in bloed. Het effect van dit getuigenis is een nog vreselijker openbaring van de hel, zoals wij zullen zien. Wij lezen:
 
Vers 7,  
"En als zij hun getuigenis zullen geëindigd hebben, zal het beest, dat uit de afgrond opkomt, hun krijg aandoen, en het zal hun overwinnen, en zal hen doden".. .

He t beest, dat in Openbaring 13 in al zijn afschuwelijkheid wordt uitgetekend, wordt dan toegelaten zijn macht en kracht te laten gelden! Deze worden geconcentreerd en  de dan bestaande wereldmachten slaan deze getuigende monden van Gods profeten dicht. De duivel heeft succes; hun getuigenis wordt als het ware "puin".

Vers 8,
"En hun dode lichamen zullen liggen op de straat der grote stad, die geestelijk genoemd wordt Sodoma en Egypte, alwaar ook onze Here gekruisigd is".

De apostel Johannes noemt deze stad niet bij haar eigenlijke naam. Het is hier in deze stad, dat de zedelijke verdorvenheid haar dieptepunt heeft bereikt,... vandaar Sodom"! Het is hier, dat Gods volk zwaar werd verdrukt, en waar ze de moed hebben gehad, om hun eigen Here te kruisigen, vandaar "Egypte! " Het is die wereld, alwaar de Verlosser van het mensdom werd opgehangen aan het vloekhout.
  
Vers 9-10,
"En de mensen uit de volken, en geslachten, talen  en natiën zullen hun dode lichamen zien drie dagen en en een-half, n zullen niet toelaten, dat hun dode lichamen in graven gelegd warden. En die op de aarde wonen zullen verblijd zijn over hen, en zullen vreugde bedrijven, en zullen elkaar geschenken zenden; omdat deze twee  profeten , degene  die op de aarde wonen, gepijnigd hadden".

Hier liggen hun lijken dan "open en bloot",... als een hoon voor heel de wereld, zichtbaar voor aller oog. Drie-en-een-halve-dag blijven hun lijken daar ligen. Hier hebben wij dan weer dat getal 3 1/2, dat zo zoetjes aan enkel spreekt van ramp en van diepe rouw. Niemand krijgt de kans om hen de laatste eer te bewijzen.  Het moet straks fijn zijn voor de aardebewoners om te kijken naar die zwijgende monden, die dan niets meer kunnen zeggen. Zij vieren feest, omdat er een einde is gekomen aan dat, voor hun oren, onzalig geroep; en zij gaan over tot daden... en zenden elkander geschenken.

Maar die satanische blijdschap,  die duivelse vreugde, zullen zij straks moeten betalen, en duur ook!  Maar onze trouwe God heeft nog nooit deze wereld zonder getuigenis  gelaten. Gelijkerwijs Hij Zijn getuigen op bovennatuurlijke wijze heeft weten te bewaren (v.5) zodat zij in staat waren om hun opdracht (het profeteren) te volbrengen en Zijn Macht en kracht te manifesteren (v.6), alzo zal Hij hen, ook in hun dood niet verlaten. Halleluja.

Vers 11,
"En na drie dagen en een half, is een geest des levens uit God in hen gegaan; en zij stonden op hun voeten; en er is grote vrees gevallen op degenen, die hen aanschouwden".

Plotseling davert door al dat wereldrumoer de machtige stem van de levende God...

Vers 12,
"En zij hoorden een grote stem uit de hemel, die tot hen zeide: Komt herwaarts op. En zij voeren op naar de hemel in de wolk; en hun vijanden aanechouwden hen".

Zjij hoorden een grote stem uit de hemel, die tot hen zeide: "Klimt hierheen op!" Wat gaat er nu gebeuren? Zij worden weer levend en zij staan weer op, en net als eertijds Elia en zoals Mozes heeft mogen ervaren, "varen zij op naar de hemel in de wolk" (v.12). Op een "wolkenwagen"... zij volgen straks hun Here en God, Die door Zijn kracht ten hemel voer.... majesteitelijk!
Al die feestvierders krijgen de schrik van hun leven, maar... berouw komt altijd te laat. Het oordeel Gods breekt los..., de aarde beeft in hare grondvesten, ... de stad stort ineen.

Vers 13,
"En in diezelfde ure geschiedde een grote aardbeving, en het tiende deel der stad is gevallen, en er zijn in de aarbeving gedood zeven duizend namen van mensen..."

Mensen, duizenden mensen, 7000 namen van mensen,... draai dit eens om, zeven duizend mensen van naam, d.i. in volmaakt profetisch licht, de schijnbaar voor het zeggen hebbende mensheid, gaat ten onder! Dezelfde machtige stem als in Matth.3:17 en 17:5 en Joh.12:28, heeft oordeel geveld in gerechtigheid. Die aardebewoners aanschouwden de hemelvaart van die 2 getuigen... Wanneer de Here Jezus zal wederkomen, dan zullen Zijn vijanden Hem zien op de wolken (Openb.1:17).
"... en de overigen zijn zeer bevreesd geworden, en hebben de God des hemels heerlijkheid gegeven" (v.13b).

Dit zal straks gebeuren op het einde van de tijdsperiode van de Grote Verdrukking. Willen wij in profetisch licht een en ander beter verstaan, zo doen wij er goed om de passage 1 Kon.19:18 biddend te bestuderen.
Het was de tijd van Elia... en er waren nog 7000, die hun knieen niet gebogen hadden voor Baal. . Maar hier vielen er 700 goddelozen onder Gods oordeel.Daar zijn er dus die straks toch zullen moeten erkennen, dat er een God in de hemel is, Die lang, heel lang, geduld heeft met deze wereld; Die "schijn-gelovigen"heel lang laat wachten op Zijn wrake; maar uiteindelijk zal Hij Zijn Gemeente voor aller ogen verheerlijken en Hij zal Zijn eer en glorie wreken.


Home - Sitemap