Die is, Die was en Die komen zal
De "Openbaring"nader beschouwd


* Inhoudr

* Waarom de Openbaring werd gegeven
Lees verder

* De brieven aan de zeven gemeenten
Lees verder

* Efeze
Lees verder

* Smyrna
Lees verder

* Pergamus
Lees verder

* Thyatira
Lees verder

* Sardes
Lees verder

* Filadelfia
Lees verder

* Laodicea
Lees verder

* Nabeschouwung
Lees verder

* De troonsheerlijkheid van de Vader
Lees verder

* De heerlijkheid der verzoening door God de Zoon
Lees verder

* De zegels worden geopend.
Lees verder

* 1ste zegel
Lees verder

* 2de zegel
Lees verder

* 3de zegel
Lees verder

* 4de zegel
Lees verder

* 5de zegel
Lees verder

* 6de zegel
Lees verder

* 7de zegel
Lees verder

*De Goddelijke oogst voor en na de grote oordelen van God
Lees verder

* De bazuinen gaan klinken
Lees verder

* 1ste - 4de bazuin
Lees verder

* 5de bazuin
Lees verder

* 6de bazuin
Lees verder

* 7de bazuin
Lees verder

* De culminatie der demonische machten
Lees verder

* Gods volmaakte openbaring van Zijn oordeel en genade wordt  de wereld aangezegd
Lees verder

* Gods volmaakte openbaring van Zijn oordeel en genade wordt de wereld gegeven
Lees verder

* De openbaring van Gods grote verborgenheid
Lees verder

* De antichrist en zijn heerschappij
Lees verder

* Gods wegen in genade en gericht
Lees verder

* De zeven fiolen vol van de toorn van God
Lees verder

* De zeven fiolen van Gods toorn worden uitgegoten
Lees verder

* Gods oordeel over het grote Babylon als geestelijke macht
Lees verder

* Gods oordeel  over het grote Babylon als politieke en economische macht
Lees verder

* De inleiding tot het grote duizendjarig Rijk van Christus
Lees verder

* Aanvang en slot van het duizendjarig Vrederijk
Lees verder

* Taferelen uit Gods eeuwigheid en van het Nieuwe Jeruzalem
Lees verder

* Besluitend visioen en Jezus' laatste woorden
Lees verder




 

 

 

Home - Sitemap

 

Gods volmaakte openbaring van Zijn oordeel
en genade wordt de wereld aangezegd
De laatste boodschap


 

De condities in de laatste dagen

Ofschoon het 9de hoofdstuk in haar geheel reeds onder de loep is genomen,  kunnen wij niet nalaten nog even te vervallen in een zogenaamde "nabeschouwing" m.b.t de condities in "de laatste dagen", en willen hierbij dan aanhaken aan Openb. 9:15.., "En de vier engelen zijn ontbonden geworden welke bereid waren tegen de ure en dag en maand en jaar, opdat zij het derde deel der mensen zouden doden".

Omdat hier sprake is van "ontbinden", weten wij (wij verstaan door het geloof), dat deze engelen vóórdien "gebonden" waren en thans nog zijn. Deze kunnen derhalve alleen de eertijds "gevallen engelen" zijn!  Zoals de Here God in Zijn raadsplan van verlossing 4 grote leidsmannen (leiders) gesteld  heeft, namelijk: Henoch, Mozes, Elias en de Mens Jezus;  desgelijks heeft satan zich 4 "demonen-leiders" gekozen.  Telkens weer zal hij de Here God nabootsen, na-apen, in alle werk; en zijn enige hoop is nog altijd, om Die Ene na te volgen (op iedere weg en manier) , Die boven hem staat!

Omdat wij vooral in het Boek Openbaring "tijd" leren onderscheiden,  zoals door de Openbaarder van Gods verborgenheden, de Heilige Geest, bedoeld, geloven wij, dat wij in dit  tijdsbestek geconfronteerd worden met het "laatste" jaar, de "laatste" maand, de "laatste" dag, en het "laatste" uur van de tijdsbedeling van 'het Evangelie. Met andere woorden, met "de sluitingstijd", welke weldra gevolgd zal worden door  de profetische Periode Van de Grote Verdrukking. Het zal in deze tijd zijn, dat de mensheid, de laatste aan haar aangebeden kans (in de tijd van Genade) zal hebben verworpen, zoals duidelijk wordt uit Openb. 9:21,... "en hebben zich ook niet bekeerd van hunne doodslagen, noch van hunne venijngevingen, noch van hunne hoererij, noch van hun dieverijen". Daarom zal satan weldra zijn laatste kans hebben!


Hoedanig de condities in de laatse dagen wel zuilen zijn,  is een gerechtvaardigde vraag. De waarheid van de prediking van het Evangelie zal alsdan door de mensen zijn verworpen. En hiermede hebben zij zichzelf gemaakt tot Gods vijanden. Zij zullen zich gekeerd hebben tot "afgodendienst" en de "aanbidding van demonen". In dit verband is het goed ons te herinneren, wat de apostel Paulus destijds heeft geschreven en waarmede hij de Korientiers  heeft gewaarschuwd:   Ja, ik zeg, dat hetgeen de heidenen offeren, zij het de duivelen offeren, en niet Gode. En ik wil niet, dat gij met de duivelen gemeenschap hebt" (1 Kor.10:20,21). Onderzoeken wij ook Lev.17:7 samen met Deut.32:17. Dit is geen wonder. Waar God niet meer wordt gekend en erkend, valt alle heerschappij de demonen ten deel.

Zelfs onze tijd openbaart het feit, dat de mensen veel meer geneigd zijn om al het andere te geloven en aan te nemen, dan het Woord van de levende God!  Lettende op "de laatste dagen" zullen deze worden gekenmerkt door ten-hemel-schreiende "immoraliteit", "Want de mensen zullen zijn liefhebbers van zichzelven, geldgierig, laatdunkend, hoogvaardig, lasteraars, de ouderen ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig, zonder Liefde tot de goeden, verraders, roekeloos, opgeblazen, meer liefhebbers der wellusten dan liefhebbers Gods, hebbende een gedaante van godzaligheid, maar die de kracht derzelve verloochend  hebben" (2 Tim.3:1-5).  De Here Jezus heeft zulks voorzegd in Zijn profetische rede in Matth.24:37, 38. Onderzoekt ook Luk.17:28.

En zien wij al deze dingen niet reeds in onze dagen? Opstanden, revoluties, roofmoorden, bestialiteiten,  perversiteiten... alle in steeds toenemende mate! Voorwaar, de mens van vandaag-de-dag is nog maar een nummer, en zijn leven is niet veel meer waard.  Dit zijn allemaal onwederlegbare bewijzen, dat gerechtigheid op de aarde niet meer wordt gevonden! De "werken van het vlees" in allerlei vormen en gedaanten hebben in onze dagen duidelijk de overhand gekregen - zij zijn niet meer te stuiten. Gods Woord leert ons, dat zij "openbaar" zijn: overspel, hoererij, onreinheid, ontuchtigheid, afgoderij, Venijngeving, vijandschappen, twisten, afgunstigheden, toorn, gekijf, tweedracht, ketterijen, nijd, moord, dronkenschappen, brasserijen, en dergelijk" (Gal.5:19-21).

De "wereldhandel" in hard- en soft drugs tiert welig en de mens van heden ten dage, zoekt zijn "verzadiging", zijn "high", in de meest uiteenlopende dingen en bezigheden. Heus niet alleen in "sex", want sexualiteit is niet voortdurend en vereist gewoonlijk nog een partner.
Verdovende middelen vinden hoe langer hoe meer toepassing in de "legale" geneeskunde; en de mensen worden hierdoor misleid, omdat zij eraan verslaafd raken, wat nooit de wil van God is!  Onze kinderen, jongere en oudere, krijgen (ongevraagd) misdadige voorlichting, die helemaal geen verlichting brengen - integendeel! De Bijbel leert ons verstaan:"En het licht der kaars zal in u niet meer schijnen; ... want uwe kooplieden waren de groten der aarde, want door uwe toverij zijn alle volken verleid geweest" (Openb.18:23).

Een van de ergste, afschuwelijkste en meest voorkomende feiten van algehele afbrokkeling, is wel de algeele ontwrichting van het huwelijksleven in deze zware tijden, "de laatste dagen". De algemeen verklaarde, nodige herziening van bestaande en-beproefde Wetgeving terzake, hebben in dit opzicht nog meer bedrog en leugen en ontheiliging mogelijk gemaakt. Het is tegenwoordig de gewoonste zaak van de wereld, om alle moraal op zedelijk gebied gebied terzijde te stellen; om niet meer wettig te huwen, maar met elkaar te leven in vrije liefde; in ongebonden sex-verhoudingen; in de handhaving van valse ideeën en van zelfexpressie! En is het niet schandelijk te weten (de praktijk liegt niet), dat onnatuurlijke neigingen en invloeden reeds voorkomen in zogeheten Christelijke huwelijken?

Wanneer wij nog even stilstaan bij de verzen 20 en 21 van Openb.9, rijst vanzelf de vraag: "Wie kan uitbeelden met de juiste bewoordingen, wat de apostel Johannes nog méér gezien heeft met betrekking tot deze laatste dagen, toen hij daar op Patmos was "in de geest?" Moge God alle waarachtige gelovigen genadig zijn, opdat zij nu reeds zullen kunnen schuilgaan in "de klove van de Rotssteen" temidden van een dorre zandwoestijn! Want waar anders vinden zij een schuilplaats?  Wel heeft de profeet uitgeroepen: "Zie, een Koning zal regeren in gerechtigheid. En die Man zal zijn als een verberging tegen de wind en een schuilplaats tegen de vloed, als waterbeken in een dorre plaats, als de schaduw van een zware rotssteen in een dorstig land" (Jes.32:1-2) en de psalmist roept uit: "Gij zijt mijn Schuilplaats en mijn Schild..." (119:114). Amen. 

De Laatste Boodschap
Hoofdstuk 10:1,  "En ik zag een ander sterke Engel afkomende van de hemel, die bekleed was met een wolk; en een regenboog was boven Zijn hoofd; en Zijn aangezicht was als de zon, en Zijn voeten waren als pilaren van vuur".
Het is net of dit gedeelte van Openbaring een nieuwe profetie inhoudt; het is net of wij hier te maken hebben met "iets" wat er zo tussen in komt. In hoofdstuk 8 en 9 hoorden wij het geklank van zes bazuinen, en zagen wij bij de 5de en 6de bazuin het "eerste" en het "tweede" wee uitgestort worden over de aarde, terwijl de "zevende bazuin" eerst in hoofdstuk 11 wordt gehoord met het "derde wee" (Openb.11:15).
Evenals in hoofdstuk 8 "de Engel-Hogepriester" de Here Jezus Christus voorstelt, zo wordt ook hier met "een andere sterke Engel" Christus Zelf bedoeld. Hïj wordt door Johannes gezien "bekleed met een wolk, een regenboog boven zijn hoofd, Zijn aangezicht blinkend als de zon, en zijn voeten als pilaren van vuur". Deze sterke Engel is "De Engel des Heren", "De Engel des Verbonds", "De Engel Zijner Tegenwoordigheid", "De Boodschapper Gods" zoals geen  ander!

Deze "wolk" is het Schriftuurlijk "teken van Gods Tegenwoordigheid". De "wolk-kolom" in de woestijn was het uitwendige beeld van Gods Heerlijkheid temidden van Zijn volk, evenals de "vuur-kolom". God was in al Zijn symbolen! Het is goed als wij in dit verband  de nodige aandacht en studie wijden aan respectievelijk de hiervolgende passages: Exod.19:16-18; 33:9,10  Matth.17:5;Matth.24:30;26:65;Hand.1:9 en Openb. 1:7.
De "regenboog" is het onveranderlijk "teken van Gods barmhartigheid" met betrekking tot Zijn schepping.  Zij is als het ware Zijn onderpand van Zijn onveranderlijk verbond met de schepping in de ruimste zin van het woord. Wij zien een regenboog altijd ten tijde van zon en regen...wij  zien Gods barmhartigheid altijd in de uitstorting van Zijn 'geestelijke regen, en straks in het bijzonder in de "Spade Regen!" Gen.9:8-17; Ezech.1:28; Openb.4:3.

De "zon"  is het wonderbare symbool van Gods Majesteit in het heelal. Daar is in Gods schepping geen groter heerlijkheid,  dan die van de zon in zijn kracht. Evenzo was Zijn aangezicht op de heilige berg in Matth.17:2; en zo zag de apostel Johannes zijn Here en Meester (Openb. 1:16). De Here Jezus Christus kan in Zijn goedertierenheid mensen met dát Licht. "omschijnen" (Hand.26:13) Hij toont daarmede dan Zijn Heerlijkheid, Die op zulk een wijze wordt geopenbaard.


"Pilaren van vuur" zo  waren Zijn voeten, als "vuur-zuilen.  En deze op zichzelf al spreken ons van de kracht en  de onveranderlijkheid,  onbeweeglijkheid van de komende  oordelen. Pilaren spreken ons in de Bijbel van "sterkte" en vuur spreekt ons van "oordeel". Alzo zal straks ook zijn het Heiligdom van God op de aarde, de Gemeente van Jezus Christus in de wereld,  Zijn Lichaam, als Getuigenis van Zijn genade en barmhartigheid, uitstralend Zijn Glorie en deze boze wereld overtuigend van Gods gerechtigheid en oordeel vanwege de "volheid der Godheid Lichamelijk in haar" (Openb.12:1). Halleluja!

vers 2,
"En Hij had in Zijn hand een boeksken, dat geopend was; en Hij zette Zijn rechtervoet op de zee, en de linker op de aarde".

Dit "kleine boek" is hetzelfde, dat Hij alleen waardig is te openen, en waarvan Hij alleen de zegelen kan verbreken (hfdst.5). Maar hier ziet Johannes dit boek reeds "geopend". De Here Jezus Christus wil hiermede te kennen geven, dat wij het nu zullen "verstaan" - het is wijd open! Met dit open boek wil God ons Zijn autoriteit, Zijn soevereiniteit, te kennen geven; en dit wordt nog benadrukt door de vergezellende handeling...
Merkwaardig is het onderscheid tussen hetgeen wij hier vinden en in hfdst.5 zien. Daar zit God op Zijn troon met een "verzegeld boek"; en het Lam, Hetwelk daartoe alleen waardig is, opent het boek.

Hier daarentegen hebben wij een "geopend boek", dus een "onverzegeld boek!" Daarom geloven wij, dat er vanaf dit profetisch-(historisch) ogenblik een grote ingrijpende verandering komt in de manier van voorstelling en afwikkeling der gebeurtenissen. Niet langer aanschouwen wij deze als de verborgen werkingen van Gods onzichtbare hand, maar wij worden getuigen gemaakt  van de volle openbaring van Gods machtige bedoelingen en handelingen met betrekking tot de wereld en Zijn volk.

De duidelijke, voor geen misvatting vatbare, daden van de levende God spreken voor zichzelf. Glorie voor Zijn Naam!
Voor zover ons de ogen geopend zijn, mogen wij hier het verschil zien... Het eerste boek was in Gods hand en was verzegeld, en niemand kon het openen dan Hij, Die ter heerlijkheid Gods alles volbracht had op Calvaries Kruis. Het tweede boek was een geopend boek en werd aan de apostel gegeven door de Engel Zelf (v.8).

En onmiddellijk daarop worden wij geconfronteerd met Gods Tempel, met de heilige stad, met hen die het heiligdom vertreden,... en dit alles met zulke bewoordingen, dat er géén sprake kan zijn van enige vergissing of iets dergelijks. Het Beest verschijnt op het toneel en met ongekende  woede wordt de strijd door hem aangebonden tegen God en de Gemeente, enz. Het is dus een "geopend boek", omiat de dingen daarin vervat niet alleen volkomen duidelijk zijn; maar vooral, omdat er nog slechts een weinig tjds moet verlopen... daar zal "geen tijd meer zijn" (v.6).

Het staan met de éne voet op de zee en met de andere op de aarde, spreekt duidelijk van het weder in bezit nemen, ten behoeve van Zijn volk, van alles wat eertijds verloren is gegaan vanwege de zonde van de eerste Adam, en nu herwonnen wordt door en in de Tweede Adam, de Here Jezus Christus. Geprezen zij Zijn onoverwinnelijke Naam!


De eeuwigheid met alles wat deze is en inhoudt,  is de uitteindelijke winst van het Offer van het Kruis! Wat dit betekent? Satan is verslagen door het volbrachte werk op  het Kruis en zal straks voor eeuwig verdoemd zijn in het oordeel van de hel en nooit meer zal de mensheid zonde en zondemacht kennen, omdat zij zal leven in een glorieuze  wereld, waarin géén zonde meer zal zijn. Halleluja! Laten wij God danken voor Zijn Regenboog van Belofte.


De zeven  Rotsstenen
vers 3,
"En Hij riep met een grote stem, gelijkerwijs  een  leeuw brult; en als Hij geroepen had,  spraken  de zeven donderslagen hun stemmen".

Deze
woorden herinneren ons bepaaldelijk aan de profetie van Amos.
 "Zal een leeuw brullen in het woud, als hij geen roof heeft? Zal een jonge leeuw uit zijn hol zijn stem verheffen, tenzij hij wat gevangen hebbe?... Zal de bazuin in in de stad geblazen worden, dat het volk niet siddere? Zal er een kwaad in de stad zijn, dat de Here niet doet? Gewisselijk, de Here Here zal geen ding doen, tenzij Hij Zijn verborgenheid aan Zijn knechten, de profeten, geopenbaard hebbe. De leeuw heeft gebruld, wie zou niet vrezen? De Here Here heeft gesproken, wie zou niet profeteren?" (3:4-8).


Het brullen van de leeuw hier duidt dus aan de aankondiging  van oordeel. De Here Jezus Christus, de Leeuw uit Juda's stam heeft gesproken. (Openb.5:5; Jer.25:29-31). Het is niet de stem van een Lam, maar de alles overdonderende stem, het overwinnend gebrul van een leeuw. Een leeuw is de koning der dieren, de onbeperkte heerser van de jungle. De Here-Jezus-Christus alleen is Koning; ja, de Koning der koningen! Vrees en schrik worden overal onder zondaren gekend en verspreid. Spoedig zal deze Leeuw van Juda Zich werpen op Zijn prooi en zullen de oordelen des Heren alle vijanden vernietigen!

vers 4,
"En toen de zeven donderslagen hun stemmen gesproken hadden, zo zou ik ze geschreven hebben; en ik hoorde een stem uit de hemel, die tot mij zeide:  Verzegel, hetgeen de zeven donderslagen gesproken hebben, en schrijf dat niet".

De "zeven donderslagen" hebben "stemmen", want zij "spreken"... En Johannes maakte aanstalten om op te tekenen, al hetgeen deze gesproken hadden.  Doch een stem uit de hemel verbood hem dit. Al de gesproken bijzonderheden mochten niet worden opgeschreven. De stemmen van de zeven donderslagen hadden gesproken. Waarvan? Zij gaven antwoord op het brullen van de Leeuw. Hoe luidde dat antwoord? Het moeten "bijzonderheden" zijn, welke de Here zou gaan doen...

Zeven is het symbolische getal in de Bijbel van Goddelijke Volkomenheid, van Volmaaktheid,.van Volheid. En hier duidt het i.h.b. op de volkomen, volmaakte, Manifestatie van  hetgeen de zeven stemmen hebben gesproken aangaande de (komende) oordelen Gods. Deze allen staan in onverbrekelijk verband met "de eindtijd". Wij leren dit verstaan, als wij lezen: "En de Engel, Die ik zag staan op de zee en op de aarde, hief Zijn rechterhand op naar de hemel; en Hij zweer bij Die, Die leeft in alle eeuwigheid, Die de hemel geschapen heeft en hetgeen daarin is, en de zee en hetgeen daarin is, en de aarde en hetgeen daarin is, dat daar geen  tijd meer zal zijn (vers 5 en 6). M.a.w., daar zal geen uitstel meer zijn.

De lankmoedigheid Gods neemt een positief einde! Tevergeefs heeft Hij eeuwenlang het kwaad geduld en de vaten des toorns met alle lankmoedigheid gedragen. Thans is Zijn geduld ten einde... voorbij! Niet langer wil Hij aanzien al die toenemende boosheid en ongerechtigheid. Zijn oordeel nadert met spoed. Zes bazuinen hebben hun geschal reeds doen horen; twee weeën zijn reeds gekomen, het derde en laatste wee is thans in aantocht... Met het geklank van de Zevende Bazuin wordt nok Gods Verborgenheid vervuld

vers 7,
"Maar in de dagen der stem des zevenden engels, wanneer hij bazuinen zal, zo zal de verborgenheid Gods vervuld worden, gelijk Hij Zijn dienstknechten, de profeten, verkondigd heeft".

Bij het geklank der zevende bazuin zal de verborgenheid Gods voleindigd worden. Het is dus duidelijk, dat deze onmogelijkheid van verder uitstel van oordeel in direct verband staat met de vervulling van Gods verborgenheid! Wat wordt hier door God bedoeld? En welke belangrijke profetische gebeurtenis staat voor de deur?  Het is dezelfde gebeurtenis, die oorzaak was van het stilzwijgen in de hemel van omtrent een half uur" (hoofdstuk 8). Nu is dat profetisch ogenblik aangebroken, waarnaar al de hemelen hebben uitgekeken vanaf het "begin des tijds!" De voleinding van de Grote Verborgenheid!

Aan de apostel Paulus  is deze  geopenbaard, en de Heilige Geest heeft hem doen schrijven; "Daarom zal een mens zijn vader en moeder verlaten en zal zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot éën vlees wezen. Deze verborgeheid is groot, doch ik zeg dit, ziende op Christus en op de Gemeente" (Ef.5:25-32). Alsdan zullen Christus en Zijn, van de aarde gekochte Bruid voor eeuwig verbonden, d.i. verenigd, zijn in de meest heilige en volmaakte huwelijkseverbintenis.


Wedlock
Het Engels woord  "wedlock" geeft de heerlijkheid en de kracht van de huwelijkse staat beter weer, wanneer wij de waarde van elk samenstellend woord overdenken. En deze meest heilige verbintenis  staat te gebeuren in "de dagen, waarin de zevende Engel bazuinen zal, en wanneer Zijn Stem zal worden gehoord" (v.7) en dus niet wanneer de zesde bazuin zal worden gehoord!  De Bruiloft van het Lam is het begin van de "Slotbediening van de Gemeente", en van de consummatie en vervuiling van "alles wat de profeten gesproken hebben" (v.7).

In dit licht moeten wij niet vergeten, dat de bazuinen eerder duiden op "perioden" dan op "momenten"; echter op zeer korte perioden. . En wat "Hij Zijn dienstknechten, de profeten, heeft verkondigd" is veel .. Behalve de eerder genoemde bruiloft van het Lam, en de eindbediening van de Gemeente, zijn daar ook nog de geboorte van"de mannelijke zoon", en zijn wegrukken tot Gods troon (zijn opname dus), de oorlog in de hemelen, het nederwerpen van satan, de openbaring van de antichrist en de Grote Verdrukking, de wederkomst van de Here Jezus en de vestiging van het Koninkrijk van God op de aarde... Deze alle behoren tot bovengenoemde consummatie en vervulling! Hoe aanbiddelijk is de Naam des Heren! De Openbaring van Gods Woord geeft hemelzoete ervaringen, maar ook bittere naweeën,  "naweeën", vanwege de Oordelen Gods.

vers 8-10,
"En de stem, die ik gehoord had uit de hemel, sprak wederom met mij, en zeide: Ga henen, neem het boeksken, dat geopend en in de hand des Engels is, die op de zee en op de aarde staat. En ik ging heen tot de Engel, zeggende tot Hem: Geef mij dat boeksken. En Hij zeide tot mij: Neem dat en eet het op; en het zal w buik bitter maken, maar in uw mond zal het zoet zijn als honing. En ik nam dat boeksken uit de hand des Engels, en ik at dat op; en het was in mijn mond zoet als honing en als ik het gegeten had, werd mijn buik bitter".

De apostel des Heren wordt hiermede uitgenodigd om "het boeksken", dat "geopend en in de hand des Engels is" te "nemen en op te eten" (v.9). Hij gehoorzaamt onmiddellijk, en vindt alsdan, dat het "in zijn mond zoet is als honing". Het  enige Boek, Dat Gods volk wordt gegeven en dat het ook moet nemen om het op te eten, is het Woord van Good! Niemand kan profeteren en de wereld en Gods volk de Openbaring(en) Gods vertellen, tenzij hij dat "boeksken"  zelf heeft opgegeten; d.i. zo in zich heeft opgenomen, door het te lezen, biddend te overdenken, en het te beleven, dat "het Woord wederom vlees in hem kan worden!"

De zoetste, heiligste dingen zijn in dit Woord verborgen! Maar ook de bitterste tijding, die deze wereld en het vlees zal worden verkondigd! Het is voor ieder kind an God zoet en kostelijk om in Goddelijke Verborgenheden te worden ingewijd; doch,  evenals Johannes, nadat hij het boekske gegeten had, "bitterheid in zijn buik gewaar werd;  zo verwekken al dergelijke waarheden (wanneer inhoud, taal en betekenis, overwogen  en gekend worden) als resultaat, een buitengewoon smartelijk gevoel in het menselijk gemoed! Zo verging het de apostel Johannes en dit is het, wat de Openbaring  van de Verborgenheid Gods (de zoetste en heiligste) met zich brengt... maar tegelijkertijd wordt dan de wrake Gods, als het bitterste, dat deze wereld ooit zal kennen, gewaar....

Gods hernieuwde opdracht
vers 11,
"En Hij zeide tot mij: Gij moet wederom profeteren voor vele volken, en natiën, en talen, en koningen".

Wat moet 's Heren apostel wel hebben gevoeld, toen hem deze  opdracht werd gegeven? Wie zal het zeggen? Voorwaar - het is een onschatbaar voorrecht de woorden der profeten  lezen en te horen, doch het blijft  iets aangrijpends en pijnlijks te denken aan al die verschrikkingen, die over een goddeloze wereld zullen komen, vanwege haar verregaande boosheid  ongerechtigheid. Helaas! binnen afzienbare tijd, al zeer spoedig, zal tot al die goddelozen worden gezegd: "Er is geen uitstel  meer; de tijd der genade  is

voorbij en de dag der wrake is aangebroken!"
t"Profeteer wederom"... het is de allerlaatste boodschap voor en aan deze godloze en "God-onterende" wereld; voor mensen, die het in deze tijd aandurven.  wagen, om (zelfs van de kansels) te verkondigen, dat zij nergens in hun ruimtevaart God hebben ontmoet, en dat God dood is.  0, God erbarm U hunner, want zij weten in hun verwatenheid niet, wat zij spreken; wees hun genadig, O, Herel.

 
Nu, is het de tijd voor Gods volk om "dit 'boeksken" op te eten. Net zoals Israël, in de wildernis, op de zesde dag twee malen méér manna moest vergaren dan op de vijf dagen daaraan voorafgaand,  omdat er helemaal géén manna uït de hemel viel op de zevende dag, alzo moeten ook wij  in deze zesde  profetische  dag in het raadsplan Gods, nu wij in  de woestijn van deze wereld nog zijn de "dubbele Portie" van  Gods  Woord  ons toe-eigenen door het te leven, omdat daarvoor straks geen tijd noch gelegenheid meer  zal zijn, als de zevende dag (de Sabbat des Heren- het Vrederijk van Christus) daar zal zijn. In het Millennium is" er géén "prediking des Woords meer! Dat wij heden zullen hongeren naar méér van dit geestelijk Brood dan ooit tevoren en ook méér zullen dorsten naar het Water des Levens.

Onderzoeker vij Psli.42:2-3;119:30-32; 63:2 om te worden overtuigd.
"Gelijk een hert schreeuwt  naar de waterstromen, alzo schreeuwt mijn ziel tot U, o God! Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God. Wanneer  zal ik ingaan, en voor Gods Aangezicht verschijnen? "
"Ik heb verkozen de Weg der Waarheid, Uw rechten heb ik mij voorgesteld.. Ik kleef vast aan Uw getuigenisen;O, Herel beschaam mij niet.. Ik zal de weg Uwer geboden lopen, als Gij mijn hart verwijd zult hebben,
"O, God,  Gij zijt mijn God!  ik zoek U in de dageraad; mijn ziel dorst naar U; mijn vlees verlangt naar U, in een land dor en mat, zonder water". Amen.


Home - Sitemap