De eerste vier bazuinoordelen
De zeven engelen, die de zeven bazuinen hadden, bereidden
zich om te bazuinen
De hemellichamen
Vers 6-12,
"En de zeven engelen, die de zeven bazuinen hadden, bereidden zich om te
bazuinen. En de eerste engel heeft gebazuind, en er is geworden hagel en vuur,
gemengd met bloed; en zij zijn op de aarde geworpen; en het derde deel van de
bomen is verbrand en al het groene gras is verbrand.
En de tweede engel heeft gebazuind, en er werd iets als een grote berg, van vuur
brandende, in de zee geworpen; en het derde deel der zee is bloed geworden. En
het derde deel der schepselen in de zee, die leven hebben, is gestorven; en het
derde deel der schepen is vergaan.
En de derde engel heeft gebazuind, en er is een grote ster, brandende als een
fakkel, gevallen uit de hemel, en is gevallen op het derde deel der rivieren, en
op de fonteinen der wateren. En de naam der ster wordt genoemd Alsem; en het
derde deel der wateren werd tot alsem; en vele mensen zijn gestorven van de
wateren, want zij waren bitter geworden;
En de vierde engel heeft gebazuind, en het derde deel der zon werd geslagen; en het derde deel der maan en het derde deel der sterren; opdat het derde deel derzelve zou verduisterd worden, en dat het derde deel van de dag niet zou lichten; en van de nacht desgelijks".
Symbolische voorstellingen
De symbolische voorstellingen, die in het eerste bazuinoordeel gebruikt
worden, zijn niet moeilijk te verstaan. GRAS is in de Schrift het beeld van de
mens in zijn zwakheid. "Groen gras" spreekt ons van diezelfde mens in zijn
"voorspoed en rijkdom".
BOMEN staan in de Bijbel symbolisch voor "mensen, die vanwege hun hoogheid grote
invloed en macht uitoefenen (Bestudeert Ezech.31:3 en Dan.4 en wordt overtuigd).
Op het geklank der bazuin komt er een einde aan dit alles, want de alles
vernielende krachten, waarvan hier wordt gesproken (hagel, vuur en een bloedige
plaag), doen hun werk. Zowel lage als hoge standen werden dus hierdoor
getroffen. Al wat hoog is en zich verheft, is de Here een gruwel en wordt
nedergeworpen, waarbij alle zogenaamd aards geluk en welvaart verdwijnen.
Een grote berg brandende van vuur
Na het bazuinen van de tweede engel werd een "grote berg", brandende van vuur,
in de zee geworpen". En het derde deel van de zee is bloed geworden. Uit de
lering van Openbaring 13:1, en Openbaing van Gods Geest, weten wij, wat met
"zeeen en wateren, volkeren, scharen en tongen bedoeld worden.
Jeremia 51:25 spreekt van een zinnebeeldige "berg"; hij profeteerde van
"Babylon", dat een "berg des Brands" worden zal. Het zal van zijn hoogte
afgestoten worden.
"Een grote berg, van vuur brandende'; spreekt dus symbolisch van een grote
wereldmacht, die zich onder Gods oordeel bevindt. Deze "van vuur brandende berg"
zou in de volkerenzee geworpen worden; hetgeen zeggen wil, dat deze macht door
God wordt gebruikt tot tuchtiging der volkeren, ten gevolge waarvan een
schrikbarende verwoesting en grote slachting plaats zal vinden. Wanneer iets massaals in de zee zal vallen, geeft de zee met haar hoog
opspattende golven en woeste baren een treffend beeld van de toestand van
algehele verwarring, chaos en regeringloosheid, waarin straks de volkeren der
aarde door deze ingreep zich zullen bevinden.
Een grote ster brandende als een fakkel
Hier valt een grote ster, brandende als een fakkel, uit de hemel. Wij hebben
geleerd, dat een ster een of andere "regerende macht op aarde" voorstelt, die
zijn gezag en invloed ontleend aan een nog veel grotere macht. Hier zien wij die
"grote ster" vallen op het derde deel der wateren (rivieren en fonteinen der
wateren). Die ster wordt "Alsem" genoemd en het derde deel der wateren wordt tot
alsem. Vele mensen zijn gestorven van de bitter geworden wateren.
Met de eerste bazuin onderscheiden wij een herhaling van de wonderen, die er
toentertijd plaats vonden in Egypte (Micha 7:15-17; Ex.9:25-28). Daar is altijd
een bepaalde ordening in Gods plan en activiteiten.
"Vuur" is een verterend element (Hebr,12:29); "vuur" spreekt ons van Goddelijke
wraak, van straf, van gericht, van oordeel (denkt aan Sodom en Gomorra,
Gen.19:24; Ezech.10:1-7; Ma1.4:1), maar ook van loutering (Ma1.3:2-3; Dan.9:24).Bij de vernietiging van alle leven in zee, bij de tweede bazuin, moeten wij dit
voor een goed begrip vergelijken met Exod.7:20; Psalm 105:29 en 78:44
(betreffende de eerste plaag in Egypte); Hosea 4:1-4; Zef.1:3; Jes.2:16.
Vergelijkt het effect van de werking van de "Alsem-ster" met wat geprofeteerd
werd door Jeremia 9:13-15.
Wateren, fonteinen en rivieren
"wateren" spreken ons in symbolische zin van volken;
"fonteinen" symboliseren de "bronnen van de zedelijke beginselen" van die
volken;
"rivieren", de "loop die deze beginselen" nemen.
De alsdan bestaande zedelijke gevoelens, die in een gans verkeerde zin gestuurd
zijn, namelijk in een Gode-vijandige zin, worden door de werking van die
"Alsem-ster" algeheel "bitter". Wij hebben hier te maken met een complete "vergiftiging
van gemoed en denken".
Zon, maan en steren
De vierde bazuin brengt straks het oordeel over de hoogste machten op
aarde. Alle drie soorten hemellichamen, die ook symbolen zijn van de Godheid
Lichamelijk, zijn hierbij betrokken. Zon, maan en sterren houden op om de loop
der dingen op aarde nog verder te regelen. Intense, onnatuurlijke duisternis is
straks hiervan het resultaat. Wanneer wij dit vergelijken met wat geschreven
staat in Luk.21:25, Matth.24:28; Jes.13:9-10; Joël 2:10 en 3:13, zo beseffen wij
eerst goed, wat dit moet betekenen voor de alsdan goddeloze wereld.
Wij kunnen een en ander ook vergelijken met de plagen, die in Mozes' dagen
Egypte hebben getroffen.
Het getal "drie"
Letten wij op het getal 3 (het DERDE deel) in deze oordelen, dan bevinden wij,
dat de Godheid Lichamelijk hier tegenwoordig is, gelijk in alle grote
profetische gebeurtenissen. God heeft niet vergeten, wat de wereld Zijn Zoon op
Calvarie heeft aangedaan. Al deze verschrikkelijke oordelen moeten haar
herinneren aan het bloed, het vuur der verdrukking, de bitterheden, het oordeel,
die donkerheid en de dood aan het kruis op Golgotha! Gods kinderen hebben echter
niets te vrezen, want Jezus heeft gezegd: "Hij zal Zijn engelen uitzenden met
een bazuin van groot geluid, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenvergaderen
uit de vier winden, van het ene uiterste der hemelen tot het andere uiterste
derzelve" (Matt..24:31). .
Het getal "vier"
Wij zien, dat door de oordelen van deze 4 bazuinen (4 is het
symbolische getal van de aarde, de wereld) alle delen der schepping geslagen
zijn; het zijn zware en vernietigende slagen. Toch komen er nog schrikwekkender
oordelen. De apostel Johannes werd namelijk voorbereid op het horen en
aanschouwen van nog aangrijpender gebeurtenissen.
Vers 13,
"En ik zag, en ik hoorde een engel vliegen in het midden des hemels, zeggende
met grote stem: Wee, wee, wee, degenen die op de aarde wonen, van de overige
stemmen der bazuin der drie engelen, die nog bazuinen zullen".
Hier hebben wij dan de derde maal, dat wij in het Boek Openbaring lezen van
"hen, die op de aarde wonen"; en voor zover wij het mogen verstaan, in het licht
van de Openbaring van de Geest, bestaat er een onderling verband tussen deze
drie keren, dat er hiervan gewag wordt gemaakt. Wij moeten dan denken aan
hetgeen staat geschreven in de Brief aan de Gemeente van Filadelfia, waar haar
beloofd wordt, dat zij bewaard zal werden "uit de ure der verzoeking", die over
de gehele wereld komen zal, om te verzoeken, die op de
aarde wonen.
Ook aan Openbaring 5, waar geschreven staat over de zielen, "die onder het
altaar zijn" en die "om wraak roepen over hen, die op de
aarde wonen".Welnu, van die "wrake Gods" lezen wij hier: Een driewerf "Wee"
wordt hier uitgeroepen over hem die op de aarde wonen.
Twijfelmoedigheid
Bij de beschouwing van dit hoofdstuk kunnen wij niet nalaten alle aandacht te
vragen voor de profetie in Luk.21:25,
"En er zullen tekenen zijn in de zon, de maan en de sterren; en op de aarde
benauwdheid der volkeren met twijfelmoedigheid; als de zeeen en de watergolven
groot geluid zullen geven".
Let in het bijzonder op "met twijelmoedighed". De letterlijke vertaling uit de
Griekse grondtekst spreekt van: "met geen weg ter ontkoming".
En wanneer wij acht geven op de gesteldheden, de gedragingen, enz. in de dagen
waarin wij leven, dan kunnen wij opmerken, dat deze twijfelmoedigheid zich reeds
in aanzienlijke mate doet gelden. Wij willen bij enkele aspecten stilstaan:
1. Op politiek gebied is er géén uitzicht om te
komen tot de zo zeer begeerde "harmonie", "eensgezindheid". Waarom? Hoe komt
dat? Men wil de rechte Persoon niet (Jes.9:6,7).
2. Op intellectueel terrein is er grote
twijfelmoedigheld te bespeuren, omdat er geen "zekerheid" kan worden verkregen.
Hoe komt dat? Men weigert de waarachtige filosofie te aanvaarden (vgl. met I
Kor.2:14; I: 22-24; Ko1.2:8 en Fil.4:8)
3. In de ecnomische sfeer heerst evenzo goed deze
zelfde twijfelmoedigheid, omdat de verlangde "voorspoed" alsmaar op zich laat
wachten, zij zal nooit komen, omdat men persé weigert het rechte pad te
bewandelen (zie: Matth.6:33; Pslm.33:3).
4. Op het morele vlak is het hopeloos gesteld,
omdat "reinheid" niet meer wordt betracht, de ware "kracht" daartoe en daarvoor
wordt verworpen (Filip.4:13 en Ef..6:10).
5. In de sociale sector is twijfelmoedigheid het
"teken van alle dag", omdat "gelijkheid" verre te zoeken is. "Vriendjes-systeem
en hand-over-hand toenemende "corruptie" wordt allerwege gekend. Waarom dit
alles? Men prefereert de "schijn" boven "waarheid maatstaven"(zie: II Kor.4:5 en
Gal.6:1O).
6. Op internationaal terrein heerst wel de grootste
twijfelmoedigheid, omdat (ondanks alle pacts, verdragen en overeenkomsten)
"wantrouwen" allerwege te vinden is. En dit komt, omdat men het ware "Fundament"
hooghartig afwijst (I Kor.3:2).
7. Op godsdienstig gebied is er gee weg ter
ontkoming, omdat men wars is van "realiteit" en de "schijn" verkiest boven de
"waarheid". Waar hapert het dan aan? Men weigert de"waarachtige" voorziening (1
Kor.15:3,4; Joh.1:12; 5:24).
De weg ter ontkoming
Deze wordt niet gevonden in een door mensen "gemaakte" godsdienst; ook niet in
de "oecumene"; ook niet volgens de richtlijnen van de "Verenigde Naties" (nota
bene: deze zij nog nooit verenigd geweest, wel "verdeeld" Sic!) en nog veel
minder volgens de voorschriften, inzettingen, en al het andere van de
"Wereldraad van Kerken!"
Maar wel en alleen wordt tot ontkoming, redding, verlossing gevonden in de
Persoon van de Here Jezus Christus! Amen.
De grote Arend
Het woord "engel", hier in vers 13, is in de Eng.Vert. van Weymouth, Moffat,
e.a. uit de Griekse grondtekst: "eagle" ("arend). In
het raam van de profetische gebeurtenissen is deze laatste vertaling
toepasselijker en meer geëigend. Het komt meer overeen met de Bijbelse lering:
de Here Jezus Christus is de Grote Arend en Zijn kinderen zijn als arenden. Daar
zijn inderdaad "arend-heiligen". Zij die behoren tot de Gemeente van de levende
God, worden als zodanig aangemerkt in de Bijbel. (Luk17:37).
En deze Grote Arend, waarvan dus in de Griekse grondtekst
wordt gesproken, heeft een wonderlijke krachtvolle bediening in de laatste
dagen. Hij staat in deze bediening en voert deze uit tussen het bazuinen van de
4de en 5de bazuin... juist even voor het begin van de Grote Verdrukking!
De vijfde bazuin luidt deze Grote Verdrukking in; en wij geloven dan ook, dat
deze "arend-heiligen", d.i. dus "de Gemeente zoals deze straks zal zijn, een
groot aandeel zal hebben in de uitvoering van zaken, welke alle behoren tot de
slottonelen van de eindtijd (I Kor.6:2-3).
Alvorens wij deze beschouwing beeindigen, willen wij het nog hebben over een
profetische parallel. Gelijk destijds 7 bazuiners het volk van Israël geleid
hebben tot en in de overwinning van de onneembare vesting Jericho, zo zullen
straks deze 7 engelachtige leiders-boodschappers die hemelse heirscharen leiden
tot de overwinning op de antichrist en zijn goddeloze horden.
En op grond van de Openbaring van Gods Geest in Openb.2 en 3,
alwaar de zeven "engelen" worden verklaard "mensen" te zijn, daar geloven wij,
dat de hier in Openb.8 bedoelde engelen evenzo mensen zijn - gered, geheiligd,
verlost, en bekwaam gemaakt door de Here Jezus Christus om te dienen in hogere
dienst tot ere en heerlijkheid van Zijn onvolprezen Naam. Wanneer wij nu ook de
volgende Schriftplaatsen vergelijken, zo worden wij overtuigd: Joz.6:4-7 met
Openb.8 en Openb.2+3)!
In Openbaring 1-3 zien wij Jezus als de HOGEPRIESTER, Die
alle zorg draagt met betrekking tot de 7 "gouden kandelaren", zijnde de 7
Gemeenten, welke tezamen de Gemeente Zijn Lichaam, vormen.
In Openbaring 4-7 zien wij Jezus als het LAM GODS, de Alleen-waardige, Die het
Boek met de zeven zegelen opent. In Openbaring 8 zien wij Jezus als de HOGEPRIESTER in Zijn bediening aan het
gouden reukofferaltaar voor Gods genadetroon.