DE
KRACHT VAN HET WOORD
Wij gaan uit van het
volgende Schriftwoord:
"Al de Schrift
is van God
ingegeven, en is
nuttig tot
lering, tot
wederlegging,
tot verbetering,
tot onderwijzing
die in de
rechtvaardigheid
is; opdat de
mens Gods
volmaakt zij tot
alle goede werk
volmaaktelijk
toegerust" (II
Tim.3:16,17).
|
Wij hebben al
eerder geschreven over "de Bron van het
geloofsleven en de Goddelijke kennis" - De
Bijbel vanaf Genesis tot en met Openbaring.
Niets erbij en niets eraf. Juist omdat dit boek
der Boeken door God is ingegeven, is de
kracht ervan gelegen in zijn oorsprong.
Wij spreken en schrijven
ook van de door "God geademde Schriften". De
Bijbel is ingegeven of geinspireerd; en het
Griekse woord hiervoor is "THEO PNEUSTOS".
Inspireren betekent in feite, dat Gods profeten
door Gods Geest geleid werden tot het schrijven
van datgene, wat zij reeds wisten door de
werkingen (onderwijzingen) van de Heilige Geest.
Mozes
Kort voor Mozes' sterven, heeft hij veel van
zijn, door de Geest gezalfde kennis, nogmaals
herhald en opgeschreven in het boek
Deuteronomium; en zo kunnen wij gevoegelijk
spreken van een "herhaling" van datgene, wat in
alle vier vorige boeken werd opgetekend. Het was
de Heilige Geest, Die Mozes t.t.t. "bewoog" tot
het schrijven van die vijf Bijbelboeken: DE
PENTATEUCH. ("Penta" betekent "Vijf").
De Geest Gods heeft alles duidelijk en
ordelijk voor Mozes' geest gesteld en zodoende
zijn herinnering, wat wij noemen,"opgefrist".
God heeft ook "vele malen en op velerlei wijze"
direkt tot Zijn profeten gesproken (Hebr. 1:1.).
Inspiratie spreekt ons van het "waken, dat de
Heilige Geest heeft gedaan" t.a.v. het ontstaan
en het handhaven van de oorspronkelijke
Schriften: van zowel het Oude -als van het
Nieuwe Testament, waardoor deze beide gemaakt
zijn tot Gods feilloze gids voor onze verlossing
en zaligheid.
De apostel Petrus zegt hierover het
volgende . . .
"Want de
profetie is
voortijds niet
voortgebracht
door de wil eens
mensen, maar de
heilige mensen
Gods, van de
Heilige Geest
gedreven zijnde,
hebben ze
gesproken". (II
Petr.1:21).
|
Daarvandaan, dat ook de psalmdichter eenmaal kon
schrijven..... "De Geest des Heren heeft door
mij gesproken, en Zijn Rede is op mijn tong
geweest" (II Sam.23:2).
(1) De kracht
van het Woord
De kracht van het Woord komt goed uit in wat de
psalmdichter verder heeft geschreven: .. . .
.."Door het Woord des Heren zijn de hemelen
gemaakt, en door de Geest Zijn monds al hun
heir. Want Hij spreekt en het is er; Hij
gebiedt en het staat er" (Psalm 33: 6,9).
Hoe wonderlijk is
dit alles. De Heilige Geest heeft hier nog aan
willen toevoegen, sprekende door de mond van de
apostel . . ."Door het geloof verstaan wij, dat
de wereld door het Woord Gods is toebereid, alzo
dat de dingen, die men ziet, niet geworden
zijn uit de dingen, die gezien worden"(Hebr.11;
3). M.a.w. "het zichtbare is NIET ontstaan uit
het waarneembare". De schepping op
zichzelf is dus "het bewijs"van Gods
scheppingsmacht; want uit het ONzienlijke heeft
Hij al de zichtbare dingen tot "aanzijn
geroepen"; en dat al door Zijn eeuwige en
gezegende Geest.
Wanneer wij beide
testamenten bekijken, komen wij tot de wondebare
ontdekking, dat het N.T. de echtheid van het
O.T. bewijst; want telkens weer vinden wij in
het N.T. aanhalingen uit het O.T. Zo
vinden wij in het O,T. profetieën
aangaande de beloofde Verlosser, Die komen zou.
Terwijl wij in het N.T. de
getuigenissen vinden van de apostelen
betreffende die Verlosser, Die gekomen is en op
deze aarde heeft gewerkt en gesproken. Het is
ook daarom, dat er geschreven staat. . . . "Tot
de wet en tot de getuigenis: zo zij niet spreken
naar dit Woord, het zal zijn, dat zij geen
dageraad zullen hebben" (Jes. 8:20)
Kunnen wij deze kracht van het Woord in ons
leven ervaren? Het antwoord luidt: "Zeer zeker,
maar alleen dan, als wij alles wat niet
overeenkomt met de Goddelijke uitspraken
wegwerpen".Wie de Bijbel neemt als enige
richtsnoer, enige levensregel, zal die grote
kracht in zijn leven ervaren - telkens en
telkens weer. Alles begint, voor degenen, die
werkelijk dit willen, met . . .
"Smaakt en ziet dat
de Here goed is; welgelukzalig is de man, die op
Hem betrouwt" (Pslm.34:9).
(2)
Bewijzen van de kracht
De Bijbel is de geschreven
openbaring van God; en Christus is
het Levende Woord
"Dat vlees werd"... In dit verband staat er dan
ook geschreven ..."In den beginne was HET WOORD,
en HET WOORD was bij God, en HET WOORD was
GOD.....En HET WOORD IS VLEES GEWORDEN, en heeft
onder ons gewoond en wij hebben ZIJN
HEERLIJKHEID aanschouwd; een heerlijkheid als
van de Eniggeborenen van de Vader, vol van
GENADE EN WAARHEID" (Joh.1:1,14).
Zo moeten dus het
geschreven Woord van God en Christus aIs het
Levende Woord van God in volkomen
overeenstemming met elkaar zijn: d.w.z. dat het
ene het andere zal moeten getuigen. In dit
verband staat er geschreven . . . "Gij
onderzoekt de Schriften, want gij MEENT in
dezelve het eeuwige leven te hebben; en die zijn
het, die van MIJ GETUIGEN" (Joh.5:39).
Onderzoekt verder ook Luk. 24:44.
Wanneer wij een
ernstige studie maken van Christus' leven , zo
zullen wij inzien, dat Hij " als mens" Gods
Woord nauwgezet heeft opgevolgd. Wanneer wij nu
zeggen, dat wij in Christus geloven, en wij
verwerpen de Bijbel (Gods Woord) door het niet
te geloven of aan te nemen, zo is het
begrijpelijk, dat wij in zo'n geval Christus
verwerpen!
Wij willen tot beter
begrip de volgende illustratie hierbij inlassen:
. "Wij kunnen in algemene zin de Bijbel
vergelijken met een CIRKEL. Plaatsen,
gelegen op de omtrek van deze cirkel, worden
ingenomen door al de onderscheiden '"profeten"
en "apostelen" en alle andere mensen Gods, die
(gedreven door de Geest Gods) de Bijbel hebben
geschreven. Al deze personen wijzen, door hun
geschriften, naar het ene MIDDELPUNT; en
dit Middelpunt nu (van de Bijbel) is DE
HERE-JEZUS-CHRISTUS".
Wanneer wij Joh. 1 en 14
in samenhang nauwkeurig bestuderen, zo zullen
wij tot de konklusie komen, dat HET GESCHREVEN
WOORD ONVERBREKELIJK VERBONDEN IS AAN HET
VLEESGEWORDEN WOORD!! Gods Woord bevat op tal
van plaatsen de "portretten"van Gods
Eniggeboren Zoon, De Redder en Verlosser der
mensheid.. Deze portretten of profetische
uitbeeldingen van de Heiland tonen ons ook Zijn
Goddelijke eigenschappen.
Wij zien hier een bepaalde
vorm of handeling en daar een wondervolle
gebeurtenis en elders een wonderbare
aanschouwelijke levensles. Al deze geven ons een
voor zichzelf sprekende "schets" van de Zoon van
de levende God. Daarom zal een ernstige studie
van een ernstige zoeker naar de waarheid, deze
ook onvoorwaardelijk leiden tot het vinden van
de Christus in de Bijbel.
+
Deze is"Het Boek
der Boeken " en alleen in het Woord Gods
''ontdekken" wij Jezus Christus in al Zijn
"menselijkheid en Goddelijkheid", Die (wanneer
wij Hem ten volle aannemen als onze persoonlijke
verlosser) ons " naar Zijn Beeld zal veranderen.
Bestudeer in dit verband: II Kor. 3:18
Er staat
geschreven
Hierom heeft God ons Zijn
geïnspireerd Woord gegeven en schenkt Hij ons
ook, uit genade, Zijn Kracht, waardoor ditzelfde
Woord IN ons tot leven gebracht kan
worden. Bestudeer in dit verband hegeen
geschreven staat in Psalm 119:11.
Gods Woord
alleen wapent en beschermt ons tegen de zonde.
De Here Jezus heeft altijd en overal dit Woord
gebruikt, om Zichzelf te verdedigen en om de
tegenstander te verslaan. In de
grote verzoeking in de woestijn, heeft Hij
altijd geantwoord en daarmede iedere duivelse
aanval geweerd: "Er staat geschreven . . ."
( Matt.4:4. 10).
De apostel Paulus vermaant
ons met deze woorden: "Word krachig in de Here,
en in sterkte Zijner macht (Ef. 6:10-17).
De raad des Heiligen Geestes opvolgen,
houdt in, dat wij in staat zullen zijn om altijd
stand te houden tegen de menigvuldige
verzoekingen en verleidingen des duivels (Ef. 6:
1).
Het zwaard des
Geestes
Waarachtige Christenen kunnen op dit zwaard des
Geeste onvoorwaardelijk vertrouwen. Het Woord
van God scheidt niet alleen van alle zonde; maar
is tevens een kracht Gods tot zaligheid een
ieglijk, die gelooft (Rom 1:116). Paulus zegt in
dit verband in Hebr. 4:5.
Alle andere "aardse zwaarden " kunnen worden
gebroken, vernietigd, en zo meer; maar het
"Zwaard des Geestes" kan onmogelijk gebroken of
vernietigd worden. (Joh. 10:35 en Pslm. . 89:35.
)
Dat wij dan altijd
en overal, wanneer de zonde ons beloert, dit
Geestes Zwaard zullen hanteren ter verdediging.
Wij zullen dan ervaren, dat Hij machtig is om
ons van struikelen te bewaren (Judas 24).
God wil per se niet , dat Zijn kinderen het
onderspit delven, de nederlaag zullen lijden,
want daartoe heeft Hij ons Zijn dierbare belofte
geschonken. (Jes. 54:17)
Een nauwgezette studie van het Woord van God
leert ons dit zwaard te gebruiken.
Bij een dergelijke studie zal menigmaal deze
vraag in onze harten rijzen : "Hoe zou ik toch
kunnen, zo mij niet iemand onderricht (Hand.
8:31- d.w.z. . "de weg wijst".)
Vergeet nooit, dat de Bijbel eenvoudig is; maar
dat de daarin vervatte waarheden zo intens diep
(kunnen) gaan, dat wij soms niet weten, "hoe"
wij in één keer alles zullen (kunnen ) begrijpen
(verstaan). In al die gevallen dienen wij voor
ogen te houden, wat de apostel heeft
neergeschreven in Petr.1:20.
Hanteren wij dat
"Zwaard des Geestes" op onze eigen manier,
dan zullen wij van de waarheid afdwalen";waar
"symboliek" en "typologie" en "schaduwbeelden"
worden aangetroffen, daar moeten wij het Woord
bestuderen aan de hand van betrouwbare
richtlijnen, die overenstemmen met de inhoud van
de ganse Bijbel.
De Here Jezus Zelf heeft ons gewezen op de noodzakelijkheid van grondige kennis
van de Schriften (Matt. 22:29) Het is dus zonder meer duidelijk.
Lezen alleen is onvoldoende - wij moeten ook kennis vergaren. Dit nu vraagt
voortdurend onderzoek. (Spr. -2:4. 5.Zo doen ook in het natuurlijke leven
de schatgraver en gouddelver. Beiden nemen een spade en graven alsmaar
dieper om dat te (kunnen) vinden, waarnaar Zij op zoek zijn.
Blijf in de waarheid
Dus,
wie naar "Goddelijke
Schatten" zoekt, moet ook met de spade van
volharding" en met een hart vol
liefdesverlangen delven in het Woord Gods.
Zeker, dit kost ons inspanning, moeite, tijd,
geduld, lijdzaamheid, en nog véél meer; maar,
wanneer wij het doen en de ons, door God Zelf,
gegeven richtlijnen strikt nemen en volgen,
zullen wij ook de geestelijke waarheid in alle
onderdelen kunnen vinden.
Bestudeer in dit verband II Tim. 3:15;
Hand. 17:11.
Christus Zelf heeft de sleutel, die toegang
geeft tot de Bron van onze levenskracht ter
beschikking gesteld van een iegelijk, die
gelooft en bidt en zoekt en klopt,
in Zijn bevel: ." Blijf in de waarheid".
Dit houdt onvoorwaaardelijlk in: dagelijks de
Bijbel raadplegen, alle raadsslagen ,
vermaningen en leringen te alle tijde ter harte
nemen.
Dan ervaren wij de waarheid
van : Rom :. 1:16. Kennen wij dit
verlangen niet, dan moeten wij God bidden om ons
dit innerlijlk verlangen te schenken om ons te
verdiepen in Gods Woord. Voor Gods kinderen is
het een voorwaarde ("MOET").
Wij kennen géén ander RICHTSNOER voor ons leven;
in dit licht dienen wij te verstaan, dat het kán
gebeuren, dat wij steeds blijven studeren,
zonder ooit te komen "tot erkenning van de
waarheidd (II Tim 3:7).
De reden hiervan is, dat
wij sturen, niet in de rechte geest... Wij
zijn dan geestelijk NIET bekwaam om de positieve
aanwijzingen van Gods Woord te aanvaarden, zó
dat wij ons leven van iedere dag in
overeenstemming brengen met de Heilige Schrift.
Heel dikwijls aanvaarden wij de uitspraken
van de Bijbel, totdat wij door Gods Woord
worden geattendeerd - opmerkzaam gemaakt worden
- op onze lievelingzonde: op onze
boezemzonde.
Ook kan het heel goed
gebeuren, dat de Bijbel ons ons
ongeloof doet kennen in velé gevallen en
t.a.v. van vele zaken en dingen. Wat doen wij
dan meestal in zulke gevallen? Wij keren
ons af; wij worden ontevreden; wij verdragen dan
niet langer het krachtige en scherpe snijden van
het "Zwaard des Geestes": GODS WOORD.
Terwijl van ons juist wordt gevraagd, GEËIST,
dat wij gewillig alle vermaningen ter
harte nemen.
Dat wij met overgave Gods
stem zullen gehoorzamen En, wanneer wij dit
doen, zullen wij alsmaar meer
kostelijke waarheden vinden. Lees in
dit verband wat de Here Jezus heeft gezegd in: .
Joh.7:17 + Sp -.1:23.
De apostel Paulus schildert de mens, die weigert
de aanwijzingen van de Bijbel te volgen als
iemand, die "de schijn van
Godsvrucht" heeft .( II Tim.3:5., ook Sor.
.14:12.)
Hoe gevaarlijk is dikwijls de houding welke
wordt aangenomen door zo vele gelovigen in dit
leven!! Hoe vele Christenen maken zich hieraan
nog schuldig?! En, hoe vreselijk zijn dan de
gevolgen!!! Laten wij er daarom scherp op
toezien HOE wij Gods Woord bestuderen, lettende
(acht gevende) op .Jer. . 15:16.
Bij het onderzoeken (bestuderen) van de Bijbel
dienen wij zo veel mogelijk systematisch te werk
te gaan.
Om dit goed te begrijpen,
moeten wij niet vergeten, dat Gods Woord
samengesteld is uit vele onderwerpen; en
het is ons in zulk een vorm gegeven, dat
wij ordelijk onderwerp na onderwerp zullen
(kunnen) bestuderen . Verder dienen wij de
Bijbel zo te gebruiken ( hanteren), dat wij de
inhoud zuiver en onbevlekt bewaren; ons
hoedend voor dwaalbegrippenn, overleveringen van
mensen, overgeestelijkheden, en zo meer.
Want
de Heilige Geest heeft
duidelijk gesproken in
I
Kor.2:13. Onder de
bewuste leiding van Gods Geest moeten wij de ene
Schriftplaats vergelijken met de andere; en een
tekst altijd beschouwen in het Schriftuurlijk
verband waar in die voorkomt. Wanneer wij
Luk 24:13-35 nauwkeurig bestuderen, zullen wij
zien, dat de Here Jezus dit eveneens heeft
gedaan.
Hij heeft wetsgedeelten genomen, zowel
uit de Wet van Mozes, als uit de Profeten en de
Psalmen. Al deze heeft Hij in
samenhang, met elkaar vergeleken en zodoende
heeft Hij de zuivere betekenis ervan Zijn
discipelen medegedeeld. Het werd hen als
het ware in hun harten ingeprent.
De Here Jezus heeft dus Gods Woord ontleed ,
voorschrift gelegd naast voorschrift en het
geestelijke gesteld naar het geestelijke,
totdat Zijn discipelen ten volle begrepen
wat Hij bedoelde.. Zo doende werd alles
wat geschreven stond hen duidelijk
en in het hart "gebrand". En zo zal het ons
eveneens gaan; want allen, die Jezus volgen,
moeten zich zo alleen door Hem laten
onderwijzen.
Het ontstaan van de Bijbel
De Bijbel werd geschreven
tussen de jaren 1500 v.C. en ongeveer 100 n.C.
De Bijbel bestaat uit 66
Boeken, waarvan er 39 gevonden worden in het
O.T. en 66 -39= 27 in het N.T. In
totaal hebben 40 verschillende mensen eraan
gewerkt onder de inspiratie van de Heilige
Geest: Schrijvers, godvruchtige mensen, uit alle
lagen van de maatschappij: koningen,
boeren, staatslieden, herders en vissers.
En zo zijn zij toch
- ofschoon zij geleefd hebben in
verschillende tijdperken van de geschiedenis -
één in hunne geschriften, omdat zij allen
geleid werden door EEN EN DEZELFDE GEEST.
De Bijbel is ontstaan
in het tijdsverloop van ongeveer 1600 jaren.
Daarom is eenheid ook de meest treffende
eigenschap van de Heilige Schrift; d.w.z.er is
eenheid in bedoeling, eenheid in openbaring en
eenheid in onderwerp. Verder vinden
wij een volkomen samenhang in onderwijs en
leerstelling, zowel in het Oude als in het
Nieuwe Testament. Deze Schriftuurlijke eenheid
wordt ook gevonden in de ontwikkeling van het
Woord; d.w.z. in de gestadige voortschrijding
van scheppingsverhaal, zondeval, verlossing en
herstel.
Eveneens in de vele en
onderscheiden profetieen, d.w.z. dat het
dezelfde Geest is, Die gesproken heeft tot
Mozes, Die later de apostel Johannes heeft
geinspireerd; gedurende al die eeuwen heeft
dezelfde Geest van God getuigenis gegeven van
dezelfde Vader/God en van dezelfde
Zoo/nVerlosser en van dezelfde Geest/Trooster.
Het is dus onomstotelijk
waar, wanneer er geschreven wordt: de
Bijbel is in alle opzichten historisch
betrouwbar, want gechiedenis is profetisch
woord in demonstratie. De zoeven
bedoelde Bijbelse onderwerpen moeten dus
systematisch worden bestudeerd. Dit betekent,
dat wij - willen wij iets weten van en over
bijvoorbeeld het Duizendjarig Vrederijk van
Christus - niet moeten zoeken in het
Bsoek Genesis, maar daarentegen wel in het Boek
Openbaring.
En derhalve is noodzakelijk
dat wij weten, waar al die belangwijke
onderwerpen (waarheden) staan. De Bijbel wordt
zodoende recht gesneden en het onderwerp
waarmede wij bezig zijn, wordt ons alsdan goed
duidelijk.
Bestudeer in dit verband ook:
Jes. 28:9,10.
|