De Bergrede van Jezus

Home | Sitemap | Inhoud

 

 

Voorschriften en bedeling


Dwars op de eisen van de wereld.
(Matt.7:1-5).


Mensen hebben in alle tijden geprobeerd om de betekenis van Jezus' Bergrede te verzwakken, te beperken, en nog veel meer. Men heeft alle mogelijke manieren daartoe aangewend. Begrijpelijk, want alles staat ook inderdaad dwars op de eisen, die onze hedendaagse maatschappij nu eenmaal stelt. Dit wordt duidelijk, wanneer wij het algemeen geldende uitgangspunt onder de loep nemen: gewone mensen kunnen het nu eenmaal niet, en dus... De slotsom wordt alsdan: het hoeft dus niet!

Met dit laatste wil men de spanning kwijt, welke er is tussen Jezus' woorden en de dringende eisen van onze wereld. In feite is er dan sprake van een "capitulatie", en wel in deze zin en betekenis:.... dat-wat-nu-eenmaal-zo-is, en dat-wat-niet-veranderd-kan-worden, en wie-wij-nu-eenmaal-zijn. Al met al ontkomen wij niet aan het "appèl" van de Bergrede, want hierin leert Jezus, dat Hij, (bij Wie alles wel mogelijk is) niet alleen wil blijven staan, maar dat Hij met ons Wil leven. Hij spreekt tot ons en Hij bedoelt ons.

Jezus is de Zaligmaker zelf
Hij meent ook wat Hij zegt: er gaat iets met ons gebeuren,'.... er moet wat met ons gebeuren. Hij kan ons zo maken. "Hij spreekt, en het is er; Hij gebiedt, en het staat er". Er staat geschreven: "Jezus Christus is Dezelfde; gisteren en heden en tot in der eeuwigheid". Met deze onwederlegbare stelling zijn alle menselijke "vluchtwegen" afgesloten! De enige begaanbare Weg is Jezus Zelf. Wij moeten ons realiseren, dat de Zaligsprekingen niet alleen door Hem gesproken zijn, maar dat Hijzelf de Zaligmaker is.

Jezus' Bergrede is het verhaal van Zijn "reddingsactie". Het vertelt van Zijn komen om te verlossen, te bevrijden. Het is in de grond van de zaak: de verkondiging van het Evangelie. Jezus is gekomen om mensen op te richten uit hun erfschuld, uit hun zwakheid, uit hun onmacht, hun onwil, hun wanhoop,... om een gans nieuw leven hen te geven. Glorie voor Hem!! En hiervan vertellen dan ook de hoofdstukken 8 en 9 van Mattheus' Evangelie... Isolement wordt doorbroken, angst en vrees worden overwonnen, demonen worden uitgedreven, ziekten worden genezen.

En bij dat "Bergrede-Evangelie-verhaal" horen nu die voor ons zo moeilijke woorden, zulke zware voorstellen. Maar één ding moeten wij direkt toegeven: ze zeggen niet: jij zondaar met al jouw mogelijk-en onmogelijkheden, jij moet nu dit doen, want dit is jouw opdracht, en ga nu maar heen en doet het! Neen, want dan zouden wij er door vermorzeld worden, en dat zou onbarmhartig zijn. Zulke woorden zijn niet gebruikt.

Integendeel, de Bergrede houdt ook het volgende voor: jij mens, wie jij ook bent, Jezus kan en wil ook jou redden; en als je eenmaal gered bent, gaat er nog iets verder gebeuren,... gaan er een heleboel dingen veranderen,... worden er andere accenten gelegd,... komen er nieuwe prioriteiten in je leven,... wordt je hele bestaan vernieuwd. Al het oude gaat dan voorbij om plaats te maken voor alles wat nieuw is! Jezus geeft ons Zijn illustraties, Zijn levende voorbeelden, ...

Alles met betrekking tot onze redding, onze zaligmaking. Waarlijk, het is "een Bergrede vol" . Vol van werkelijkheid, vol van realiteit, en wij kunnen dan verstaan, begrijpen, dat wie Jezus wil volgen, en in wie Christus leeft, ook door Zijn Geest wordt geleid. Bij zo'n mens gaan allerlei dingen gebeuren, die hijzelf niet kan bewerkstelligen. Amen. Dit klinkt alles zo eenvoudig, zo makkelijk,... dat concreet veranderen.

Inderdaad, maar zo is het ook; maar vanzelfsprekend niet zonder vallen en weer opstaan, niet zonder strijd, niet zonder mislukking; maar ook niet zonder dat er bepaalde tekenen en wonderen gaan gebeuren die Hij nodig acht, en haast ondenkbare dingen mogelijk blijken. Dicht bij Jezus en open voor de Heilige Geest! Wij moeten beseffen, dat de enig begaanbare weg is die van "geloofsvertrouwen en geloofsgehoorzaamheid"'. Net als eertijds vader Abraham. En als wij alles nu eens goed gaan overdenken, dan komt alles hier op neer:

Leren luisteren
Leren luisteren.. in ons hart bewaren en bidden, in de gemeenschap blijven waarin de Geest ons geleid heeft,... samen: in eendrachtelijkheid de Here dienen in nederigheid des harten, open zijn voor broederlijk vermaan tot opscherping van de liefde Gods,... bereid zijn tot zelfonderzoek,... met de inzet van de ganse mens betrokken zijn bij alles wat leeft in de gemeente waartoe je behoort. Zo wil Jezus het en daarin werkt Gods' Geest aan en in ons.

Dan alleen is het niet een christendom van: het hoeft niet - het kan toch niet - het komt er niet op aan wat je doet en/of wat je bent! Dan  is het Evangelie ook niet een Boodschap die zware eisen stelt en blinde gehoorzaamheid vraagt; evenmin klanken-ter-opluistering van een zondaarsleven, dat precies zo blijft als het altijd is geweest. 0, neen! Dan houden Jezus' heilzame woorden beloften in, inspiratie en willen zij ons een geestelijke injectie geven met als gevolg de nieuwe mogelijkheden, dankzij Jezus Christus. Zij bevrijden, zij maken los, zij maken het mogelijk. Halleluja!

"Oordeelt niet, opdat gij niet
geoordeeld wordt. Want met
welk oordeel gij oordeelt, zult
gij geoordeeld worden".

Hier worden wij geconfronteerd met twee dingen: "oordeel" en "zelf -kennis". Waarom niet oordelen, en wat moeten wij wel oordelen? Van het eerste kunnen wij lezen in de verzen 1 tot en met 5, terwijl wij in verband met het tweede kunnen lezen in vers 6. In ons geloofsleven kennen wij de neiging van ons vlees om altijd te oordelen. En opmerkelijk is het, dat mensen altijd graag dat oordelen, waaraan zij zelf mank gaan. Hoe komt dat??

Wij zien zo vaak onze eigen tekortkomingen, gebreken, zonden, in het leven van anderen, en alsdan worden wij door ons vlees verleidt, om .., te oordelen. Déze is de leugenachtige aard van het vlees, belust op "maskerade" ter verberging van alle eigen kwalijkheden en onhebbelijkheden. De natuurlijke gang van zaken,... het gewone spelletje..van "splinters zien in de ogen van de ander". Hij, die het meest en het hardste oordeelt, brengt anderen (zou hij er zich wel van bewust zijn?) op de hoogte van zijn eigen gebreken, zonden, enz.

"En wat ziet gij de splinter,
die in het oog uws broeders
is, maar de balk, die in uw
oog is, merkt gij niet?"

Splinter en balk
En ding staat vast: splinter en balk komen van dezelfde boom! Dat wil dan zeggen: van de boom in gevelde toestand. Denken wij dieper hierover na... Een boom wordt geveld, gekapt, zo gauw die boom nutteloos nog de aarde beslaat. Hij is ziek, heeft geen waarde meer, deugt gans niet meer. In overdrachtelijke zin, in geestelijk opzicht is hier dus sprake van een "geestelijk oud en waardeloos geworden leven"! Dat wij dit goed mogen verstaan, want dit is hoogst belangrijk! Gode zij dank, is er ook nog een andere boom,... een nieuw en geestelijk waardevol leven, dat andere dingen openbaart: nieuwe dingen, als gezond geestelijk leven vol goede vruchten tot ere van de Landmaan.

Het is zulk een leven, dat Jezus bedoelt, en dat de Heilige Geest in ons werken wil. Jezus' Zaligsprekingen wijzen ons de weg. Er zit een geheim in al die Zaligsprekingen, welke geopenbaard wordt aan hen, die "open" zijn voor de onderwijzing en tucht van God's Geest. Jesajas' profetie aangaande Jezus-Messias, hoofdstuk 61:1, is ontegenzeggelijk de bron van Jezus' Zaligsprekingen - van Zijn leer. Zij vertellen ons, dat Hij, Jezus-Messias, gekomen is, en dat die grote omwenteling in het leven van alle christenen kan plaatsvinden, nu Hij Zijn Geest gezonden heeft om ons te onderrichten en te leiden...

In dit licht zullen wij zien, dat er in het geloofsleven toch nog omstandigheden kunnen zijn waarin "oordelen" toegestaan is; zelfs nodig is ter voorkoming van erger. Dit mag dan "een nieuw geluid" lijken, toch is het niet zo. Wanneer de Geest van God onze ogen en oren opent, zodat wij vergrijp, tekorten, gebreken, dan wel zonden zien in iemands leven, waardoor hij/zij geestelijk schade lijdt en bij voortgang zelfs tot aanstoot zal zijn, zo moeten wij niet aarzelen om in de kracht des Heiligen Geestes te vermanen, te bestraffen,... eerst onder vier ogen, en (wil hij/zij geen gehoor geven) in bijzijn van getuigen.

Deze weg is Schriftuurlijk en in de Bijbel vinden wij vele voorbeelden:
- het geval van Annanias en Saffira
- van Simon de tovenaar
- van Elymas.

Zij spreken voor zichzelven. In alle genoemde gevallen werd ten rechte "geoordeeld"! God's Geest kan vandaag-de-dag even-zo werkzaam zijn. En waar het gaat om de Gemeente, het Lichaam van Jezus Christus, te bewaren voor alles wat haar kan verontreinigen, daar zal God's Geest ook wel de instrumenten weten te vinden, die bevoegd zijn om te "oordelen". Een klassiek voorbeeld van "bevolen oordelen" vinden wij in Paulus' Brief aan de gemeente van Corinthe.

Sprekende over en van de geestelijke gevaren, zegt hij: "Dat twee of drie profeten spreken, EN DAT DE ANDEREN OORDELEN" (ICor.14:29). Met "de anderen" worden dan bedoeld degenen, die door God's Geest gebruikt worden als "levende instrumenten", welke Hij (omdat zij vol des Geestes zijn!) bevoegd acht om een oordeel te vellen. Voorts hebben wij nog dat andere geval, dat door Jezus Zelf wordt verduidelijkt met deze woorden:

"Geeft het heilige de honden niet,
noch werpt uw paarlen voor de
zwijnen, opdat zij niet te eniger tijd
dezelve met hun voeten vertreden,
en zich omkerende u verscheuren"
(vers 6).


Paarlen voor de zwijnen

Dus wanneer wij te maken hebben met mensen, die in de ogen des Here: "als honden en zwijnen" zijn, moeten wij terdege uitkijken en oppassen. Wanneer wij dus te maken hebben met mensen, temidden van wie wij leven en werken, en tot wie wij op een gegeven ogenblik moeten spreken, vewacht God van ons, dat wij, geleid door Zijn Geest, positief moeten kunnen oordelen.

In geestelijke zin heeft Jezus ons duidelijk willen maken, dat "heilige dingen"'niet gegeven zijn om in het slijk van onreinheid te worden gewenteld, noch door vleselijke begeerlijkheden en lusten te niet gedaan te worden! Het komt in de praktijk van ons geloofsleven dus hierop neer: dat wij moeten letten op de Stem van God's Geest, opdat wij zodoende weten:

- ten eerste: welke boodschap wij moeten brengen;
- ten tweede: hoe wij die boodschap moeten brengen;
- ten derde: voor wie die boodschap bestemd is.

Het Woord van God, ons toevertrouwd, is een kostbaar en heilig bezit . Wij moeten met Jezus' woorden omgaan, zoals Hij dat deed met de Woorden van Zijn Vader. Velen wandelen "anders" in dit leven dan zij in werkelijkheid zijn. Juist zulke mensen zijn in God's alziend oog "als honden en zwijnen". Wij moeten leren om de bekwame tijd uit te kopen. Onder de leiding de Heilige Geest moeten wij op tijd de wissel overhalen, omdat het dan niet gaat om "de situatie", als wel vooral om "de houding" van die mensen.

Wij hebben er voor te waken, dat het kostbare en heilige niet aan onwaardigen wordt verknoeit. Want evenals een beest zich bedrogen zou voelen, als men het in plaats van haver of gerst of ander geeigend voedsel, paarlen zou toewerpen (die voor begrip van het dier slechts ongenietbare stenen zijn), zo keert zich ook de slechts naar stoffelijke bevrediging zoekende vleselijke mens, die de naam van Christen niet waard is, met ergernis tegen degene die in plaats van die soort honger te bevredigen) hem ongevraagd en te onpas geestelijke raad en/of aanwijzing tot een betere levenswijze geeft, of hem van geestelijke dingen spreekt.

Jezus zendt Zijn discipelen wel uit om "het verlorene", waar mogelijk, te redden, door het in de kracht van de Geest het Evangelie van Verlossing te verkondigen; maar de weg om het verlorene te bereiken is een geheel andere, en bestaat daarin, dat zij die mensen, met raad en daad helpende, hun eveneens de waarheid zullen zeggen en harde vermaning niet zullen onthouden. Zij hebben beide nodig. Het is nutteloos om met Schriftwoorden te spreken over God en over onbaatzuchtige liefde, reinheid en zo meer tot degenen, die (omdat zij nog zo in het vlees leven) erdoor tot woede geprikkeld worden, om dan de spreker in de hand te bijten!

Maar waar gewerkt wordt voor Jezus, mét God's Geest, en waar de Heilige Geest door ons werkt, daar gebeuren ingrijpende dingen. Niet later, maar nu).. Met Zijn Zaligsprekingen bedoelt Jezus geen "muziek voor de toekomst", maar geeft Hij ons Zijn "actie-programma". Een programma waarmede Jezus Zelf direkt begint: Hij redt, verlost, geneest, bewaart, verzadigt, en nog veel, veel meer... Al zijn er in ons dagelijks leven nog vele dingen die haast niet meer recht te krijgen zijn, dan nog hebben wij het recht niet maar machteloos toe te zien en passief te blijven. Vanuit onze levende hoop, vanaf onze plaatsen, zullen wij gedreven door de kracht des Heiligen Geestes het programma van Jezus-Messias moeten uitvoeren.

Heden-ten-dage moeten Christenen zich realiseren, dat er een "geloven is voor later en een geloven voor nu ..". Zij staan tegenover elkaar, als "verticale overgave tegenover horizontale inzet". Als wij werkelijk geloven, dat God Zich met ons bemoeit en met de wereld, en wij ons persoonlijk aan Hem mogen overgeven, kunnen er dingen veranderen in ons leven", mogen wij nu al veranderd leven. Daar is een volheid in Christus welke tot haar recht moet komen in alle aspecten. Met de geweldige bemoediging welke uit Jezus' woorden spreken, komt tegelijkertijd een klemmende oproep tot ons.

Een oproep om ernst te maken met dat wat ons is toevertrouwd. Christenen die in Jezus' Zaligsprekingen geloven als "De Grondwet" van Zijn Koninkrijk, hebben gemeenschap nodig; een gemeente, waarin alles spreekt van God's bemoeienissen met ons. Zij hebben te leven dit "heiligdom" (om bij de Tabernakel-gelijkenis te blijven), doch tevens is daar nog altijd "de voorhof", welke ons eraan herinnerd, dat wij ons met God moeten toewenden naar hen die nog buiten staan. Naar hen, die ook hongeren en dorsten naar gerechtigheid en evenzo wachten op redding!

God's onberouwelijke beloften zijn voor allen die geloven in Jezus, de eniggeboren Zoon van de levende God. De liefde van Christus moet ons dringen, en dan zullen wij ervaren, dat in-Christus-zijn nog altijd betekent: barmhartig en goedertieren zijn met onderscheiding. Een gemeente die dat voorhofs-werk niet kent en zonder onderscheiding voortleeft, is een vergadering van gelovigen, die gemakshalve Jezus' Zaligsprekingen, vooral in dat zesde vers, het liefst overslaat.
Vroeg of laat zal de rekening gepresenteerd worden!


Nu volgt een hoofdstuk, dat door Jezus wordt ingeleid met een liefdevol vermaan ten aanzien van het bidden. In verband hiermede is er dan sprake van "gebedsverhoring".
 
 



Home | Sitemap | Inhoud