Inhoud
Deel 1
*
Verantwoording vooraf
*
Inleidend woord
*
Het Evangelie
* Ons
lichaam bedoeld als een tempel.
*
De menigte van toehoorders.
*
Van
Galilea en van over de Jordaan.
*
Van maanzuchtigen, geraakten en meer.
*
Jezus als de opperste wijsheid
*
De
Zaligsprekingen.
*
Zalig zijn de armen van geest.
*
Zalig, zij die treuren.
*
Zalig zijn de zachtmoedigen.
*
Zalig zijn, die hongeren en dorsten.
* Zalig
zijn de barmhartigen.
*
Zalig zijn de reinen van hart.
*
Zalig zijn de vreedzamen.
*
Zalig
zijt gij als mensen u smaden.
*
Zalig die vervolgd worden.
*
Wee u,
gij rijken.
*
Wee
U, die verzadigd zijt
*
Wanneer al de
mensen wel van u
spreken
*
Gij zijt het zout der aarde.
*
Gij zijt het licht der wereld.
*
Een stad boven op een berg liggende.
*
Men
steekt een kaars niet aan.
*
Nadere
verdeling van de zaligsprekingen
(De karaktereigenschappen van de discipelen; De
levenservaringen van de discipelen).
*
De
Wet en het Evangelie
-1
*
De
Wet en het Evangelie-2.
*
Gij
zult niet doden.
*
Broederschap moet gehandhaafd worden.
*
Oprecht streven naar verzoening.
* Gij zult niet
begeren (Trouw en ontrouw).
* Gij zult
niet echtbreken
(Scheiding en overspel).
*
Oog om oog, tand om tand.
*
Nieuwe weg. (De haat
vermoordt - de liefde geneest).
Deel 2
Deel 3
*
Voorwoord
*
Voorschriften en bedeling.
*
Verhoring van gebed.
*
Algemene raadgevingen voor volgelingen.
*
Valse broeders en valse profeten.
*
Valse vroomheid - Geen Godsvrucht.
*
Huis op de rots.
*
Besluit.
*
Nabeschouwing.
"Ik ben de weg,
de waarheid, en
het leven;
Niemand komt
tot de Vader,
dan door Mij".
|
|