Van Begin tot Einde
Van schepping tot wederkomst
Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde
Het visioen van Openbaring
De "nieuwe hemel en de nieuwe aarde" worden zowel in het Oude- als in het Nieuwe
Testament genoemd (Jes.51:16; 65:17; 66:22; Matt.19:28; II Petr. 3: 13; Openb.21
en 22). Wij zouden natuurlijk graag willen weten "hoe" zij straks worden
geschapen, of zoals eertijds wijlen Luther, de grote reformator het heeft
gezegd: hoe "de hemel, die nu haar door-de-weekse-pak draagt, straks haar
zondagspak zal aantrekken"; zo ook de aarde.
Gaat het nu om een geheel nieuwe schepping; dat wil zeggen "uit het niet", of
moeten wij denken aan het opnieuw gebruiken van de "oude materie" van de oude
wereld, nadat deze gereinigd is (gezuiverd), zoals bijvoorbeeld verroest metaal
weer gereinigd (zuiver) uit de smeltoven komt? Zou de apostel Paulus dit laatste
bedoelen, als hij schrijft
"Want het schepsel is der ijdelheid onderworpen, niet gewillig, maar om Diens
wil, Die het der ijdelheid onderworpen heeft; op hoop, dat ook het schepsel zelf
zal vrijgemaakt worden van de dienstbaarheid der verderfenis tot de vrijheid van
de heerlijkheid der kinderen Gods" (Rom.8:20-21)?: Wij kunnen slechts als Mozes
"van verre" een blik werpen in het beloofde land... Het is, achteraf bekeken,
overigens ook niet nodig, dat wij er meer van weten, want de grenzen van onze
verantwoordelijkheid vallen niet buiten deze wereld waarin wij leven en werken.
Alles wordt nieuw
In de laatste hoofdstukken van Openbaring beschrijft de ziener wel die nieuwe
schepping, maar wij moeten ons er wel rekenschap van geven, zijn beschrijving
van al het goud en alle edelstenen, die zo overvloedig voorkomen, slechts een
vaag idee geven van de komende heerlijkheid. Dat wij dan ook niet proberen ons
dit "zichtbaar" voor ogen te stellen. Het "symbolische" schilderij', dat hier
wordt geschilderd, kan "irreëel" schijnen, maar de zekerheid, dat God Zelf te
midden van de mensen zal wonen,en dat zij Zijn aangezicht zullen zien, komt
hier duidelijk uit (Openb. 21:3. 22:3).
Dan zal ook de hoogste verwachting van God's kinderen zijn vervuld: "het
aanschouwen van Hun Here en God". Halleluja. Alles, let wel, alles zal dus
vernieuwd worden. God zal Zijn schepselen niet in de eeuwigheid doen opgaan,
zoals sommige mystici beweren. De mens is altijd geneigd ergens "een punt aan
te zuigen", als hij het niet ziet zitten,... er geen weg mee weet. Zoals Zijn
dierbaar gelaat ontsluierd zal worden, zullen ook alle andere sluiers vallen. In
het lichaam zal de ziel in het uiterlijk der dingen zal het innerlijk tot uiting
komen. God faalt nimmer - Zijn doen en laten zijn volmaakt. Amen.
Het eeuwige licht
De Bruidsgemeente wordt voorgesteld onder "het dubbele beeld" van de Bruid van
Christus en van het Nieuw Jeruzalem. Maar niet alleen "dit volk" zal genieten
van het eeuwige licht. Deze wetenschap kan ons genezen van elke "sektarische
bevlieging", zoals bij voorbeeld de beweging, die zich bezighoudt met de
(volgens hun leiders) alleenzaligmakende "leer" van de Bruid, van Bruidswoord,
van Voorhoofdskinderen en van Allerheiligdomsheiligen (die vanzelfsprekend
zijzelf zijn....?) en van nog meer(menselijke terminologie.
Er staat nog altijd geschreven, dat de volken bij haar (van het Nieuw Jeruzalem)
licht wandelen en de koningen der aarde brengen hun heerlijkheid in haar
(Openb.21:24). Zoals wij het, door genade, verstaan, loopt hier "de
universalistische lijn" op uit, die wij reeds bij de profeten van het Oude
Verbond aantreffen (zie Jes.60:3, 5). De vernieuwing strekt zich dus niet alleen
uit tot De Gemeente, maar tot alle gelovigen. Er staat nog bij, dat "de bladeren
van het geboomte des levens tot genezing der volkeren zijn" (Openb. 22:2).
Wij vragen ons nu af, hoe het mogelijk is, dat men al lang stilzwijgend voorbij
is gegaan aan dergelijke veelomvattende beloften voor alle volkeren der aarde,
die in vrede in dienst des Heren zullen leven? En dan staat dit alles nogvermeld
in een Boek, dat heus niet karig is met woorden, als het spreekt over de
volkeren onder Gods oordeel. Verering en aanbidding van beide, de Vader en de
Zoon door alle vernieiuwde schepselen zal alsdan geschieden.Openb2:3 maakt
melding hiervan. Bij de bestudering van dit alles staan wij gewoon versteld van
de onuitputtelijke mogelijkheden van God's liefdemacht, die zich telkens weer
uit in daden, die het stempel van volmaaktheid dragen. Nu al willen wij
instemmen met het loflied dat door alle schepselen zal worden gezongen:
"Hem, Die op de troon zit, én het Lam,
zij de dankzegging
en de eer en de heerlijkheid en de kracht
in alle eeuwigheid" ( Openb.5:13).
Amen.
De Apocalypse
De Apocalypse is vooral een troostboek door haar openbarende inhoud. "Alle
tranen zullen ons uit de ogen gewassen worden". Het verdwijnen van al het oude
vindt onder meer ook expressie in de woorden: "er was geen zee meer". Dit is
natuurlijl geen informatie over de geografische situatie, evenmin (zoals Wij al
opmerkten) de gouden straten en de paarlen poorten van het Nieuw Jeruzalem. Het
zijn allemaal "symbolen" ter aanduiding allereerst van "veiligheid",
"geborgenheid" en "volmaaktheid". Jeruzalem is immers de stad van "Sjalom", van
de "Vrede".
Daar ruist op Sion's berg alleen maar vrede.
En heil op haar heuveltop.
God zal geweldenaars vertreden.
Maar armen richt Hij op.
Het komende "alles wordt nieuw" is een stimulans voor de strijdende Gemeente des
Heren om vol te houden. Van hen, die de nieuwe aarde verwachten vol van
gerechtigheid, mag toch zeker wel worden verwacht, dat zij zich zullen inzetten
voor dat wondervol leven waarin plaats zal zìjn voor allen: voor wit en zwart,
voor blank en kleurling, om mét en voor elkaar te leven. Halleluja. En zó zal
het ook zijn. Het is onder andere daarom, dat de ziener van Patmos niet
uitgekeken raakt biji het aanschouwen van die schitterende pracht... Al die
wonderlijke symbolen willen het onuitsprekelijke aanduiden: de schoonheid van
het leven op de nieuwe aarde, de verrukking in de nieuwe creativiteit,... het
leven uit de verwachting, het feestelijk dienen.
De heilige stad
Het lijkt, dat de heilige stad, Gods Stad, ook het paradijs in zich heeft
opgenomen (Openb.22:1-3). Alles is zodoende verenigd in de voleinding der
eeuwen. Dat Stad en Hof een worden wijst op de voleinding van het goddelijk
heilsplan, evenals de namen der 12 patriarchen,... van de stammen van Israël op
de poorten en die van de 12 apostelen op de fundamenten; Openb.21:12-14.
De Geest en de Bruid spreken eenzelfde taal en zeggen hetzelfde gebed. Het kan
immers niet anders! Dan volgt de uitnodiging: "Die dorst heeft, kome en die wil,
neme het water des levens om niet" (Openb.22:17). Er kan "genomen worden", omdat
het de dorstige gegeven wordt te drinken uit de fontein van het water des
levens" (Openb.21:6 b).
De oproep om te overwinnen is algemeen...
Laat hem die dorst heeft drinen
De Bron des Levens welt.
Dat wat niet deugt zal in't niet verzinken
Aanzien én macht én geld
Want die springende God's fontein,
Wacht wie overwon:
De zingenden en die rein zijn.
God zelf is De Levensbron:
God zal hen een Vader wezen,
En hij der waarheid kind.
Maar wie Hem niet wil vrezen;
De poel van vuur en leugen vindt.
Laat een ieder zich nu bekeren,
Dat niemand zal vergaan;
Doch staan zal voor God de Here,
Als zoon én als erfgenaam: Amen.
Wij verwachten dat wat geen oog ooit heeft gezien en wat geen oor ooit heeft
gehoord, en wat in geen mensenhart ooit is opgekomen. Halleluja. Wij willen
deze beschouwing eindigen met de woorden van de apostel in 1 Cor.15:58... "Zo
dan mijn geliefde broeders, zijt , onbeweeglijk, altijd overvloedig zijnde in
het werk des Heren, als die weet, dat uw arbeid niet ijdel (niet tevergeefs) is
in de Here". Hem zij de lofprijzing en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.